21 Wat dat betreft, kunnen wij met het voorstel van het college, om de 5 miljoen, onder beperkende voorwaarden garantie te verlenen, instemmen. Er blijft wel iets anders over. Er zijn in Breda meer maatschappelijke instellingen. Dat zou kunnen betekenen dat die over een paar weken of over een paar maanden met een vergelijkbare vraag bij ons op de stoep komen te staan. Dan moeten wij weer die afweging maken. Nu gebeurt dat onder grote tijdsdruk. Maar als SP vinden wij het maatschappelijk belang even belangrijker dan de tijdsdruk. Maar ongetwijfeld zullen er meer komen. En in punt 3 van het raadsvoorstel wordt gevraagd om bij de volgende commissie Bestuur kaders te benoemen. Wij denken dat we niet zo lang moeten wachten. Wij denken dat we zo vlug mogelijk bij elkaar moeten komen om die kaders onderling af te spreken. Wij pleiten er dan ook voor om die datum zo ver mogelijk naar voren te halen. En ja, het is zover gekomen. Gedane zaken nemen geen keer. We kunnen er lang en breed over praten. We zitten nu met de gebakken peren en we moeten verder. En dat willen we ook. We willen met dit voorstel instemmen. Maar we willen ook kaders voor elke volgende maatschappelijke organisatie die ook bij ons komt. DE VOORZITTER: Dank u zeer. Het woord is aan mijnheer Akinci, GroenLinks. DE HEER AKINCI: Voorzitter, ik zal het niet al te lang maken. Een aantal voorgaande sprekers heeft al het maatschappelijk belang van Elisabeth toegelicht en dat willen wij niet overdoen. Volgens mij is daar in deze raad ook geen meningsverschil over. In die zin steunen wij ook dit plan vanuit de fractie van GroenLinks om die garantstelling af te geven voor die 5 miljoen euro. En wat ik ook begrijp uit het voorstel, is dat dit zo kort mogelijk duurt omdat er wordt gekeken naar wanneer die garantstelling niet meer nodig is. En dan trekt de gemeente zich ook terug. Dat is ook logisch. Ik heb ook begrepen dat het allemaal marktconform is, dus in die zin is er geen voordeel voor Elisabeth ten opzichte van anderen. En dat lijkt me ook zoals het hoort. In die zin heb ik dus niet de indruk dat hier iets gebeurt wat de markt zou verstoren. Het gaat nogal snel. Het is ook door een aantal mensen gezegd, maar ik denk dat het ook moet en in die zin heeft het college, naar ik kan beoordelen, adequaat en snel gehandeld. Ik heb wel één probleem. De heer Van Overveld heeft dat zojuist ook al verwoord. Ik ben in ieder geval niet erg tevreden over de brief die is meegestuurd vanuit de Stichting Elisabeth. Ik vind dat daarin onvoldoende informatie wordt weergegeven. Ik weet niet of het college meer weet. Ik weet niet of je in de openbaarheid ook meer kunt zeggen over de achterliggende oorzaak van het feit dat een bank zich ineens terug trekt nadat, zoals uit deze informatie in ieder geval blijkt, er al een afspraak was. Daar ben ik wel ontzettend benieuwd naar. En hoewel we op dit moment akkoord gaan met deze stap, zou ik toch eigenlijk zo snel mogelijk ook wat over die achtergrond willen weten. En als dat, om wat voor reden dan ook, niet in het openbaar zou kunnen omdat daar belangen bij gediend zijn in de zin van posities of iets dergelijks, dan desnoods maar vertrouwelijk. Maar ik wil daar meer van weten, van de kant van het college en vooral van de kant van Elisabeth en van de kant van de bank die zich heeft terug getrokken, al is het maar omdat er in Breda nog andere lopende projecten zijn waarmee we met diezelfde bank te maken hebben. En tot slot, voorzitter, nog een laatste opmerking over punt 3 van het voorstel, namelijk zo snel mogelijk tot kaders komen om in vergelijkbare gevallen op te treden. Ik denk dat het goed is en dat we dat inderdaad ook snel moeten doen. Misschien niet te snel want ik hoop ook wel dat die conceptkaders die ons worden voorgelegd, fatsoenlijk in elkaar zitten. Ik wil hier ook wel meteen bij opmerken dat het een vrij unieke situatie is, deze crisis waarin wij verkeren, dat we niet weten welke andere relevante maatschappelijk organisaties bij de gemeente een beroep op steun moeten gaan doen, en dat ik me ook afvraag of al die mogelijke situaties zich laten vangen in algemene kaders. Hoewel we daarover moeten praten en met elkaar van gedachten over moeten wisselen, is het volgens mij ook van belang om ons te realiseren dat elke situatie ook weer zijn eigen specifieke afweging vraagt en dat die ook telkenmale door de raad gemaakt zal moeten worden. En misschien betekent dat dan dat we in 2009 wel ontzettend vaak bij elkaar moeten komen. Ik hoop echter dat dat niet het geval zal zijn. DE VOORZITTER: Dank u zeer. Het woord is aan mijnheer Vos, D66. DE HEER VOS: Ja, dank u wel voorzitter.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2009 | | pagina 6