23 groot. Wat ons eigenlijk over de streep gehaald heeft, is toch dat bij Elisabeth het bestuur persoonlijk aansprakelijk is. Als je op een gegeven moment dusdanig bij je zaak betrokken bent, dan vind ik dat wij dat ook willen zijn. En dat geeft dan ook meteen de ernst aan. Wat betreft de verdere stappen, hebben wij geëist in de fractievoorzittersoverleggen, die inmiddels geweest zijn, dat wij bij elke andere situatie die ontstaat, onmiddellijk en dan bedoel ik ook echt onmiddellijk, geïnformeerd worden over de mogelijke stappen en de vragen die er liggen. Op 5 maart gaan we daarover praten en ik ben heel benieuwd naar de antwoorden die komen. DE VOORZITTER: Dank u zeer. Het woord is aan wethouder Snier. WETHOUDERT SNIER: Dank u wel voorzitter. Overigens denk ik dat het heel goed is om te beginnen met uit te spreken dat het in ieder geval goed is dat er zo'n brede en ruimhartige steun voor het voorstel is om Elisabeth te ondersteunen. Dat heb ik in ieder geval heel duidelijk uit de eerste termijn begrepen. De afgelopen dagen bent u intensief betrokken geweest bij een hele acute vraagstelling rondom het financieringsvraagstuk wat speelt bij de Stichting Elisabeth en de problemen die spelen ten aanzien van de bouw van hun vestiging aan de Leuvenaarstraat. En daarbij ligt er zelfs, buiten alle procedures om, een besluitvorming bij u voor. Als u praat over de termijn, als u zich afvraagt hoe dat nou gelopen is, en wilt weten wanneer ik wat wist, kan ik het volgende zeggen. In november zijn er natuurlijk contacten geweest, overigens ook op andere momenten, al is het alleen maar omdat bijvoorbeeld de Stichting Elisabeth een deelnemer is aan de stuurgroep Deelnemen in Leefbaarheid. Dan treft je elkaar sowieso regelmatig en dat gebeurt ook op andere plekken. En dan praat je over zaken. Toen zijn er wel vragen gesteld, ook aan de gemeente. Een van de vragen was: wij hebben problemen met de financiering. En toen hebben wij ook gezegd: als wij daarin behulpzaam kunnen zijn, bijvoorbeeld in de richting van de BNG om daar over te spreken, dan zullen wij dat zeker niet laten. Die contacten zijn er op die manier geweest en er is dus op die manier ook over gepraat. Essentieel is dat op 30 januari een formele vraagstelling in de richting van het college kwam. En dat is nog niet zo heel erg lang geleden. Als je vanaf vandaag rekent, is dat 18 of 19 dagen geleden. Je kunt natuurlijk niet in de verantwoordelijkheid van een bestuur treden. Je kunt niet zeggen: daar is iets aan de hand in een bepaalde instelling, dus wij grijpen in als college. Dat is natuurlijk niet aan de orde geweest. Zo is het gesprek ook niet gevoerd. De acute vraagstelling, en daar hebben we het op dit moment over, bestond ook niet in november, in ieder geval niet in die mate zoals die zich op dit moment voordoet. En dan gaat het snel. Op 30 januari is deze vraagstelling op tafel gekomen: we hebben nu een acuut probleem. Toen is er heel snel onderzocht wat de mogelijkheden waren: garantiestelling, garantiestelling samen met de corporaties of het verstrekken van een lening. Allerlei scenario's zijn op dat moment razendsnel onderzocht. Er moest advies ingewonnen worden op juridisch gebied: als wij een preferente zekerheid willen, is die dan haalbaar. Afgelopen vrijdag is er een memo naar het college gegaan met de richting van het voorstel. Afgelopen maandag is het voorstel in het college geweest en vanavond ligt het bij u voor. Sneller kunnen wij dat bijna niet doen. Die snelheid is natuurlijk bijzonder en de casus die er aan ten grondslag ligt is ook bijzonder en zal ongetwijfeld vragen bij u oproepen en ook een stukje onzekerheid met zich meebrengen als het op deze manier aan u voorgelegd wordt. Die vragen gaan dan natuurlijk niet alleen over de rol die de gemeente hierin moet spelen, maar ook over de rol van de stichting zelf. We hebben een aantal van die vragen voor u beantwoord. U heeft er 28 gesteld. We hebben geprobeerd u die vragen schriftelijk te beantwoorden. En we hebben ook nog vragen aan de Stichting Elisabeth gesteld die ze ook nog diezelfde dag beantwoord hebben, in de hoop dat u daarmee de benodigde essentiële informatie heeft voor een zorgvuldige besluitvorming vandaag, in ieder geval voor het voorstel wat nu voorligt. Even voor alle duidelijkheid. De Stichting Elisabeth heeft de gemeente gevraagd garant te staan voor 10% van de lening die zij via de Bank Nederlandse Gemeenten kunnen krijgen voor de bouw van het zorg- en behandelcentrum aan de Leuvenaarstraat. Die bouw is media 2008 gestart omdat de stichting toen een getekende offerte van een bank, - ik probeerde netjes te blijven, - in bezit had. Omdat deze bank geen uitvoering heeft gegeven aan deze offerte, terwijl de bouwwerkzaamheden inmiddels in volle gang waren, ontstond een financieringsvraagstuk. Als je dan vraagt naar de lezing van de ING bank en de lezing van Sint Elisabeth, dan constateer ik in ieder geval dat die lezingen lijnrecht tegenover elkaar staan. En ik ben niet in staat om op dat punt nu te zeggen wie er gelijk heeft. Ik denk ook niet dat wij ons daarin op die manier moeten begeven. En ik kan dat ook niet. Daar ben ik gewoon heel eerlijk in. Omdat ik die lezingen recht tegenover elkaar zie. Wat inderdaad wel aan de orde is geweest, is dat de ING nog verder heeft

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2009 | | pagina 8