82
WETHOUDER OOMEN:
Ja voorzitter, ik mag niet zeggen de rode draad, maar de rode streng door alle partijen heen, is
toch de waardering die is uitgesproken, laat ik zeggen voor het bestuur van NAC en het
management van NAC, en voor wat zij het afgelopen jaar tentoongespreid hebben. Wij weten
allemaal, toen zij voor het eerst bij de gemeente Breda aanklopten en ons vertelden dat er
financiële problemen waren, hoe wij daar op zijn ingesprongen, wat de hulp van de raad is geweest
en hoe men daar mee is omgegaan. Ik denk, en u heeft dat ook gezegd, maar ik denk dat het goed
is dat vanuit het college nog eens wordt benadrukt, dat men daarvoor waardering verdient. Ik denk
dat die waardering toch ook met name is ontstaan door de maatschappelijke betrokkenheid. We
hebben een aantal jaren geleden al gezegd dat NAC meer moest betekenen voor de Bredase
samenleving dan alleen maar het voetbal op vrijdagavond of zondagmiddag, ik geloof zelfs dat het
de hele week kan tegenwoordig. Maar NAC moest zich in ieder geval meer manifesteren in de
samenleving. En dat hebben ze naar de overtuiging van het college ook echt opgepakt en u heeft
dat hier ook uitgesproken. En nogmaals, die maatschappelijke betrokkenheid, de heer Gansevoort
sprak daarover en trouwens alle fracties hier hebben dat benadrukt.
De heer Hardorff was volgens mij de enige die nog een concrete vraag had. Dat ging met name
over hoe het zit met de onderverhuur. Het is zo dat NAC de huur voor het stadion betaalt en laat ik
zeggen, als er ruimte is voor onderverhuur op bepaalde momenten, dan zijn die inkomsten gewoon
voor NAC. Dat was nu ook al zo.
Voorzitter, de heer Van Overveld, heeft een aantal vragen gesteld, maar het bijzondere van die
vragen was dat hij zelf het antwoord gaf. En ik moet zeggen dat ik dat voortreffelijke antwoorden
vind. Ik was het daar helemaal mee eens. Ik zou dat niet kunnen verbeteren. Ik wil nog wel
zeggen in de richting van de heer Van Overveld dat het ook mede door de opmerking van de VVD
is, dat we nog eens gekeken hebben naar hoe we de aanbesteding vorm geven. Dat had met twee
punten te maken. Het eerste is dat toen het NAC bestuur en het management hier een paar weken
terug aanwezig waren bij de commissievergadering en ongeveer naar aanleiding van de
opmerkingen men mocht aannemen dat het voorstel het misschien zou halen, zij ook een
behoorlijk tempo aan de dag hebben gelegd. Met andere woorden, die tijd, want daar ging het juist
om, die tijd die we achterafzouden moeten invullen, hebben ze eigenlijk al geïncasseerd. Dus qua
tijd kan het gewoon via het gemeentebestuur lopen. En tegelijkertijd is het zo, wat de heer Van
Overveld toen heeft gevraagd, wij hebben toch liever dat u die aanbesteding zelf doet. Vandaar
ook dat het voorstel is aangepast.
Even kijken. De heer Boer slaagt er altijd in om toch, laat ik zeggen over de Noad Advendo
Combinatie vergelijkingen te trekken met het Chassé theater en vandaag ging het over de
investering. Daarna had hij het over de AH-erlebnis bij Albert Heijn. Ik zag dat de heer Boer veel
vrienden had.
DE HEER BOER:
Dat ging over de uitbreiding.
WETHOUDER OOMEN:
Ja maar wacht even. U sprak toch over Oosterhout?
DE HEER BOER:
Ja.
WETHOUDER OOMEN:
Dat u nou uitgerekend in Oosterhout uw vrienden ontmoet, dat vind ik toch wel heel bijzonder.
Voorzitter, eigenlijk is het een unieke situatie dat de raad, de voltallige raad van Breda mag ik wel
zeggen, zo eensgezind is over, laat ik zeggen, de verdienste van NAC, over hetgeen wat in het
raadsvoorstel wordt beschreven, de helderheid en de transparantie. Daar ben ik heel blij mee.
Want ik moet zeggen dat ik er als bestuurder ook best last van gehad heb, een aantal jaren, dat de
verkeerde opvatting was dat het steeds maar ging over subsidie aan NAC. Dames en heren, daar is
nooit sprake van geweest. Wij investeren in onze eigen toko. Het zijn onze gebouwen waar wij in
investeren. En investeren is geen enkel probleem, als de kapitaallasten maar worden opgebracht.
Dat is thuis ook zo. Het is geen probleem om een huis van 2 miljoen te bouwen, als het salaris er
maar naar is. Hier geldt precies hetzelfde. Investeren is niet het punt, maar het moet wel een
investering zijn waarvan je natuurlijk mag verwachten en enige zekerheid hebt dat het ook
werkelijk op te brengen is.
DE HEER BOER:
Mijnheer de voorzitter, even als dat mag....