86 De 5 punten die hier staan zullen nog allemaal uitgewerkt moeten worden. Het finale oordeel zullen wij dan ook hebben op het punt dat de 5 punten individueel weer terug komen, maar in afwachting van het antwoord op de motie, kunnen wij dan instemmen. DE VOORZITTER: Goed. De motie wordt uitgereikt en luidt: Verzoekt het college conform het verzoek van de commissie Onderwijs en Economie, het nieuwe evenementenbeleid nader uit te werken met inachtneming van de notitie "Naar een nieuwe Evenementenbeleid in Breda". Ten tweede, een werkbare en concrete uitwerking van het nieuwe evenementenbeleid nog in 2009 ter advisering aan de commissie Onderwijs en Economie voor te leggen. Is ondertekend door de fractie van VVD, D66 en GroenLinks. Maakt deel uit van de beraadslagingen. Het woord is aan mevrouw Boidin CDA. MEVROUW BOIDIN: Mijnheer de voorzitter, leden van het college en leden van de raad. Breda evenementenstad. Het afgelopen jaar hebben we laten zien dat we inderdaad een stad zijn waar heel veel evenementen zijn, van heel groot tot heel klein, maar allen heel belangrijk. In één van de rondetafelgesprekken zei één van de mensen van een organisatie: evenementen maken uitdrukkelijk onderdeel uit van het weefsel van de stad. Dat is heel mooi gezegd, maar dat is ook zo. Denk aan de vele vrijwilligers, de financiële spin off, maar ook niet te vergeten de media aandacht. Met name ook het afgelopen jaar, het zal vanavond nog diverse keren genoemd worden, het Glazen Huis, de opening van Flinstering, niet te vergeten de opening van de Nieuwe Mark en de Winterboulevard. Toen ik 25 jaar geleden naar Breda kwam, en daar nog een grote betonnen vlakte was, had ik nooit kunnen dromen dat ik 25 jaar later daar nog zou schaatsen. Maar het kon dus wel. Nu terug naar het voorstel. We hebben zo'n duizend evenementen. En het CDA is buitengewoon content met de manier waarop we dat hebben aangepakt als het gaat om de consultatierondes. Goede ideeën en men heeft zich gericht op de toekomst, maar de leermomenten uit het verleden er wel degelijk bij betrokken. Hoe gaan we nu verder met gestalte te geven aan dat evenementengebeuren? Er zijn vijf uitgangspunten geformuleerd, waarvan het CDA tijdens de commissievergadering er twee heeft terug genomen. En bij die twee wil ik nu even stil staan. Dat zijn het oprichten van een alliantie tussen evenementenorganisaties, onderwijs, VVV, retail, horeca en niet te vergeten ook de bewonersorganisaties, die juist veel te maken hebben met en vaak ook last hebben van evenementen. Maar ook de NHTV en het ROC. Het doel is deelnemen aan eikaars organisatie. Tijdens de commissie is mijn vraag geweest: willen de organisaties dat? En het blijkt dus - dat was toen nog niet zo duidelijk voor ons - dat de organisatoren hier positief over zijn. Die zien het meer als een denktank met kennis en kunde. Wij hadden de indruk dat het toch een wat bureaucratisch geheel zou worden en daar zaten we absoluut niet op te wachten. Maar men gaat ervan uit dat de mensen samen iets kunnen maken van het evenementenbeleid. Wij zouden daar dus in principe niet mee instemmen. Nu we deze kennis hebben, hebben we gezegd: wij denken dat het toch een goede zaak is, daar waar kennis en kunde gedeeld wordt, en dat het meer is dan een vrijblijvende samenwerking. Dat geeft extra output en dat kan en zal ook zeer belangrijk zijn. Nog een punt, met betrekking tot die alliantie hebben wij gezegd dat dit zo'n zwaar woord is. Kan dat niet een wat andere benaming krijgen. De wethouder heeft toen wel aangegeven dat zij er geen moeite mee heeft dat het woord veranderd wordt. Bij deze herhaal ik dat nog eens. Het tweede punt dat is een onderzoek naar een onafhankelijke adviescommissie. Die zou dus de subsidieverstrekking aan evenementen in beeld moeten brengen, volgens het FMO model. Wij hebben toen gezegd dat wij denken datje beleid en financiën hiermee uit handen geeft. Maar wij hadden, en dat vind ik buitengewoon jammer, ook namens mijn fractie, toen op dat moment in de commissie niet echt de goede antwoorden. Op 25 maart is die brief verstuurd en wij hebben daar zelf pas kennis van kunnen nemen afgelopen dinsdag, dus ook na onze fractievergadering. Daarin wordt wel aangegeven dat met betrekking tot die onafhankelijke commissie, het er toch iets anders uitziet. Die onafhankelijke commissie geeft advies aan het college. En het college zegt inderdaad dat de raad het laatste woord heeft. Dus voorzitter, hierbij geven wij aan dat wij wel instemmen met dat onderzoek. Hoe dat er gaat uitzien weten wij nog niet, maar wij willen daar nu wel aan mee doen. Dat punt zullen wij dus ook steunen. Dan hebben we nog de drie andere punten waar wij inderdaad positief over zijn. Dat is met name het derde punt. Dat gaat over de dienstverlening verhogen, beheer, vergunningen, voorwaarden, precario en de financiën. Altijd als je met een organisatie spreekt, gaat het om deze zaken. Ze hebben behoefte aan advies, ze hebben wat hulp nodig en wat werk op maat. En er moet met die mensen gecommuniceerd worden. Wij denken dat dit nu bij punt 3 ook uitstekend gebeurt,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2009 | | pagina 20