gekomen. En dat wat gekomen is, dat is zeker niet slecht, maar allemaal wel erg weinig, zeker gezien de lange periode en het grote aantal keren dat wij als gemeenteraad al over dit onderwerp hebben gesproken. Dat was samengevat de kern van onze bijdrage in de commissievergadering. Inmiddels, en dat vind ik ook wel belangrijk om hier uit te spreken, ofwel gewoon heel belangrijk, zijn we positiever over het resultaat. De afgelopen twee weken hebben we gebruikt om nog eens goed met een aantal betrokkenen uit het evenementenveld te spreken en de boodschap die we hoorden was er een van enthousiasme. En dat is ook de verdienste van mevrouw de wethouder. Een van de opdrachten was dat een cultuuromslag vanuit het college en vanuit het stadskantoor hard nodig was. En die cultuuromslag die wordt gevoeld, en de passieve houding vanuit het college is verleden tijd. Dat mag ook wel gezegd worden en daar mag ook wel een compliment voor worden gegeven. Over de uitwerking van de voorstellen, waaronder de alliantie, het verbeteren van de dienstverlening, de coördinatie vanuit het college, en het vergemakkelijken van de procedures die noodzakelijk zijn om een evenement te organiseren, is men enthousiast. Wel vinden we het belangrijk dat deze verwachtingen vanuit de onderzoeken die nu gaan plaatsvinden, voor het einde van het jaar concreet zijn uitgewerkt in acties. Daar gaat ook de motie over van de collega's van de VVD en GroenLinks. Tot slot nog twee opmerkingen vanuit het evenementenveld zelf, die uitdrukkelijk zijn gericht aan de gemeenteraad. Een daarvan is de structurele financiering. Mevrouw Boidin heeft het al gezegd. Die loopt in 2011 fors terug. En onze fractie spreekt uit dat wij bij de eerstkomende begrotingsbehandeling daar het debat over moeten voeren en dat moeten regelen. Want als wij hier unaniem als gemeenteraad dit beleid onderschrijven, dan onderschrijven we ook unaniem de financiering en dan wordt er over niemands graf heen geregeerd, maar dan geef je wel helderheid aan het evenementenbeleid, aan de evenementenorganisaties en aan de vrijwilligers die zich inzetten. Dan als laatste een tweede oproep. En die betreft de zichtbaarheid van de lokale politiek en de gemeenteraad bij evenementen. Zelf, daar ben ik heel eerlijk in, kunnen wij als kleine fractie niet altijd aanwezig zijn. Maar het belang van onze aanwezigheid, ook richting sponsoren, is duidelijk en die opdracht, die uitdaging, nemen we dan ook graag aan. Dank u wel. DE VOORZITTER: Dank u zeer. De heer Akinci, en dan de heer Boer. DE HEER AKINCI: Die laatste woorden van de heer Vos deel ik. Samen met een aantal andere mensen van deze raad wil ik nog wel eens een biertje tappen tijdens Breda Barst. En het is ongelooflijk hoe er gereageerd wordt als er eindelijk eens een keer iemand door heeft dat daar een politicus een pilsje staat te tappen. Dat vindt men helemaal geweldig. En het feit dat ik al veel langer vrijwilliger ben dan dat ik hier in de raad zit, dat doet er dan even niet toe. Dus we kunnen op veel verschillende manieren bijdragen aan evenementen en dat telt zeker ook voor die vele duizenden vrijwilligers vanuit de samenleving, die zowel in organisatorische als in ondersteunende zin, daar heel veel tijd aan besteden. Dat is misschien wel de belangrijkste opmerking. Voorzitter, het is al door een aantal collega's gememoreerd dat de raad wel erg lang heeft moeten wachten op wat er nu ligt. Anderzijds moet ik er wel aan toevoegen dat dit deze wethouder niet aan te rekenen is. Zij is er goed een halfjaar en heeft uiteindelijk dit gepresenteerd aan de raad en dat is een goed uitgangspunt voor het nieuwe evenementenbeleid. Misschien niet zo ver en niet zo doortastend en niet zo compleet als wat we hadden gehoopt, maar er ligt wel degelijk iets waar we mee verder kunnen. En volgens mij moet u ook in die context die motie lezen. Het is een aanmoediging aan de wethouder om te zorgen dat de vaart in het proces blijft zitten en dat we inderdaad nog dit jaar een aantal stappen kunnen nemen om dat nog concreter te maken en dat organisatoren van evenementen ook weten waar ze in 2010 aan toe zijn. Wat betreft de financiën, die opmerking is ook al gemaakt. Enerzijds heeft mevrouw Vossenaar natuurlijk gelijk. We kunnen niet over ons graf heen regeren. Anderzijds, op een aantal dossiers, en evenementen is er daar een van, weten we dat structurele uitgaven gefinancierd zijn met eenmalige middelen, en bij andere terreinen is dat niet zo. Dat is een wezenlijk probleem op de hele Bredase begroting en het is terecht dat door een aantal collega's hier in de raad daar ook aandacht voor is gevraagd. En je mag als politieke partij dan ook zeggen waar je nu staat en waar je na de verkiezingen staat en hoe je in de onderhandelingen staat. En laat het vanuit GroenLinks dan in ieder geval heel duidelijk zijn; wij vinden dit een zwaar en belangrijk punt. Dus als het aan ons ligt, wordt het in de onderhandelingen voor een volgend college, mochten wij daar überhaupt een rol in spelen, ook absoluut meegenomen. En ik vind het jammer dat ik die duidelijkheid niet van iedereen heb.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2009 | | pagina 23