90
MEVROUW VOSSENAAR:
Voorzitter, ik mag nu geloof ik niet interrumperen, maar ik wilde even een aanvullende opmerking
maken. Ik neem aan dat de heer Akinci een goed luisteraar is. Dan heeft hij gehoord wat ik heb
gezegd, namelijk dat dit voor ons ook een belangrijk punt is en dat het in het
boodschappenmandje mag. Zo heb ik het maar genoemd.
DE HEER AKINCI:
Dat klopt. Ik heb dat van u gehoord. Ik heb dat...
MEVROUW BOIDIN
Voorzitter, ter interruptie, ik dacht dat het CDA daarin ook helder en duidelijk is geweest.
DE HEER AKINCI:
Ik refereerde eigenlijk aan collega Blankenstein die daar wat minder duidelijk over was. Misschien
dat hij daar straks in de tweede termijn nog even op in kan gaan. En dat het u al duidelijk was en
dat u het benadrukt heeft, dat maakt het beleid voor 2010, 2011 en verder alleen maar positiever.
DE HEER BOER:
Mijnheer de voorzitter, ook een interruptie van mijn kant.
Als u moet afwegen, wat schrapt u dan? Woningbouw? Hoe belangrijk is het?
DE HEER AKINCI:
Het is dat wij niet investeren in de Joined Strike Fighter want dan wordt die wegbezuinigd door de
heer Boer.
DE HEER BOER:
Zou
DE HEER AKINCI:
Het is ook in deze periode gelukt om, weliswaar voor vier jaar, investeringsmiddelen vrij te maken
voor het evenementenbeleid. Dus in die zin heeft u - en dat is ook vanuit de raad tijdens de
begrotingsonderhandelingen nog gebeurd - extra middelen die kant op verschoven. Dus in die zin
kan het nu ook wel gefinancierd worden. De vraag is alleen of je die financiering voor langer dan
vier jaar kan borgen. Want evenementenorganisatoren hebben er recht op om nu - nu zij de
plannen voor 2010, 2011 en 2012 misschien al wel moeten maken, sponsorcontracten moeten
aangaan en dergelijke - te weten of zij ook voor langere termijn kunnen beschikken over
financiering vanuit de gemeente in de zin van sponsorgeld. En dat probeer ik hier te benadrukken.
Een woord als alliantie, bondgenootschap, is dat nou wel of niet een goed woord. Ik vind dat niet
zo heel erg belangrijk. Wat volgens mij belangrijk is, is dat vanuit hetgeen er nu ligt, we heel
positief en voortvarend verder gaan met de ontwikkeling van een ambitieus Bredaas
evenementenbeleid.
DE VOORZITTER:
Dank u zeer. Mijnheer Boer.
DE HEER BOER:
Ja voorzitter, ik kan me voorstellen dat men denkt wat doet hij nu achter dat spreekgestoelte, hij
had toch in de krant laten zetten: geen beleid, goed beleid. En nou ga ik wat zeggen over het
beleid. Dat klopt ook,maar ik denk dat ik getriggerd ben door onder andere een opmerking van de
PvdA, dat het als het ware van boven naar onder gaat, dat wij hier gaan vaststellen wat belangrijk
is en wat dan goed is voor de stad aan cultuurbeleid, terwijl ik een meer darwinistische benadering
heb. Wat overleeft is goed, en dat moetje ook steunen. Je moet zoveel mogelijk nieuwe ideeën
laten plaatsvinden. En als die op een gegeven moment enthousiast kunnen groeien, dan verdienen
ze een plaats om structureel geld te krijgen. Dan lijkt het soms alsof veel dingen niet zo goed zijn
omdat veel zaken niet met structureel geld betaald worden, maar ik vind dat dat toch moet
gebeuren. En gelukkig hebben we daar iedereen positief over horen praten. Het gaat alleen straks
over de uitwerking in de nieuwe collegeonderhandelingen volgend jaar. Ik weet niet of ik dat nog
meemaak. Maar dan zou ik het nog van de zijkant kunnen bekijken en kunnen bekritiseren. Wat
betreft de 5 punten, daar kunnen we ons wel in vinden, vooral in dat laatste punt, dat structureel
geldverhaal. Maar ik heb hier ook vijf punten staan: breed, meeslepend, enthousiast, aantrekkend
en gedragen. En 5 andere punten: cultuur, belevenis, kijkers, publiek en bevolking. En die kunnen
onderling allemaal gematcht worden, dus dat is al cultuur an sich.