95
evenementenbeleid gaat ons ook erg aan het hart en we zullen straks, als die integrale afweging
weer gemaakt wordt, kijken hoe we er dan voor staan.
DE VOORZITTER:
Mijnheer Vos.
DE HEER VOS:
Ook een korte reactie vanuit onze kant om vanavond toch helderheid te geven daarin, richting het
evenementenveld. Jammer dat de Partij van de Arbeid nog een aantal mitsen en maren heeft, en
dat geldt ook voor Breda'97. Maar ik constateer in ieder geval een raadsmeerderheid die voor een
structurele voortzetting is. En dat zegt eigenlijk ook het college in haar brief en die wordt door een
raadsmeerderheid ondersteund. Dus ik ben blij dat die zekerheid vanavond gekomen is.
DE VOORZITTER:
Mijnheer Ernst.
DE HEER ERNST:
Ik constateer toch dat de PvdA op andere gebieden daar wel uitspraken over doet die verder reiken
dan deze periode en daarmee constateer ik ook dat de prioriteiten van de PvdA in ieder geval niet
bij het evenementenbeleid liggen.
MEVROUW HAAGH:
Voorzitter, als ik daarop mag reageren. Ik constateer dat hier blijkbaar partijen in staat zijn om
integrale afwegingen te maken zonder dat er een keuze voorligt. Dat vind ik wel knap. U vraagt om
een afweging, u vraagt om een keuze, terwijl daar nu op dit moment niks tegenover staat. Onze
inzet is tot nu toe heel helder geweest. Zoals het nu inhoudelijk voorligt, dragen we dat helemaal.
We gaan heel graag, als de inhoud echt duidelijk is, die verdere discussie aan en dan zullen we het
heel serieus bekijken.
DE VOORZITTER:
Mevrouw Vossenaar en mevrouw Boelema.
Mevrouw Vossenaar.
MEVROUW VOSSENAAR:
Voorzitter, als ik daar ook even op in mag gaan, op de opmerking van de heer Vos, dat er wat ons
betreft mitsen en maren zouden zijn. Wij denken dat bij die nieuwe coalitie dit een heel belangrijk
onderwerp van gesprek zal moeten zijn en datje op dat moment verder zult moeten kijken. Maar
ik heb al gezegd dat het voor Breda'97 - de rol die wij te zijner tijd zullen spelen is nog volstrekt
onduidelijk- een heel belangrijk element zal zijn in die afwegingen. Dat is één.
En nu het tweede. Ik constateer eigenlijk, en dat misschien in de kantlijn, dat er iets nieuws is
ontdekt. De heer Akinci heeft het over een motie van aanmoediging. Dat vond ik wel interessant.
Dat is in ieder geval wel een interessant nieuw fenomeen. En misschien gaan we dat nog eens
meer gebruiken. Overigens is het een inmiddels ingetrokken motie van aanmoediging begrijp ik.
DE VOORZITTER:
Nu gaat u met uw eigen termijn verder.
MEVROUW VOSSENAAR:
Was dat niet de bedoeling?
DE VOORZITTER:
Nee.
MEVROUW VOSSENAAR:
O pardon, dan houd ik nu mijn mond.
DE VOORZTTER:
Ik zag uw vinger voor de interruptie, maar ik zag ook mevrouw Boelema. Dus ik denk dat we even
deze interruptieronde moeten afronden.
Mevrouw Boelema. Nog behoefte?
MEVROUW BOELEMA:
Ja, ik ga even een paar minuten terug en ga ik in op wat mevrouw Haagh zei. Want kennelijk is het
zo belangrijk dat de fractievoorzitter daar een uitspraak over doet bij de Partij van de Arbeid. Dus