98 MEVROUW VAN DER SANDEN: Vanavond nemen we een besluit over de verzelfstandiging van het openbaar primair onderwijs. Dat is de zoveelste overheidstaak die we gaan privatiseren. Na de sociale woningbouw, het openbaar vervoer, de thuiszorg, nutsvoorzieningen, weer een overheidstaak waar we onze handen van af trekken en waar we straks niets meer over te zeggen hebben. De reden voor de privatisering zou zijn dat het OPO als zelfstandig bestuur professioneler en slagvaardiger zou zijn. Kan de wethouder mij uitleggen wat professionaliteit en slagvaardigheid te maken hebben met de bestuursvorm van het onderwijs? Kan een bestuur dan niet professioneel en slagvaardig zijn als zij onder gemeentevlag opereert? Kan dat alleen in een zelfstandig bestuur? Dat lijkt mij onzin. Daarnaast is een belangrijke reden voor privatisering dat het openbaar onderwijs op deze manier een gelijkwaardigere positie heeft ten opzichte van de andere schoolbesturen. Dat klinkt mooi. Maar het wordt meteen onderuit gehaald door een aantal regelingen die met deze privatisering samengaan. Want het OPO krijgt een bruidsschat mee, betaald uit de gemeentebegroting. Van deze bruidsschat kunnen ze extra personeel inhuren, personeel waarvoor alle schoolbesturen, dus ook het OPO, geld krijgen van het ministerie. De andere scholen krijgen deze extra gelden, deze bruidsschat, niet. Hoezo gelijkwaardig? In de regeling staat ook dat als het OPO een schoolgebouw verlaat, ze niet voor de kosten hoeven op te draaien van achterstallig onderhoud, terwijl andere scholen in dat geval wel de rekening krijgen. Hoezo gelijkwaardig? Op dit moment heeft de gemeente al bitter weinig te zeggen over het openbaar primair onderwijs. Dat hebben we gemerkt met de affaire vorig jaar in Teteringen. Toen bleek dat niet de gemeente bepaalt of een openbare basisschool meewerkt aan een Brede School in Breda Noord, maar dat het bestuur van het OPO dit zelf bepaalt. En met verdere verzelfstandiging hebben we als gemeente nog minder te zeggen. Alleen bij wanbestuur kunnen we ingrijpen. Maar wat gebeurt er als de gemeente ergens een school wil stichten en het OPO wil dit niet? Wat gebeurt er als het OPO ergens een school wil sluiten, tegen de zin van de gemeenteraad? Dan hebben wij daar niets over te zeggen. En wat gebeurt er als het OPO toch meer kosten gaat maken dan voorzien is en extra geld nodig heeft? Dan zal de gemeente toch moeten betalen, want ze heeft de plicht om openbaar onderwijs te verzorgen. Dus geen zeggenschap, maar wel betalen. Verzelfstandiging van het OPO betekent volgens de SP grofweg twee dingen. Je raakt als gemeentebestuur de zeggenschap kwijt en het kost extra geld. De wethouder mag ons proberen uit te leggen wat nu het voordeel is van deze verzelfstandiging. DE VOORZITTER: Dank u zeer. De heer Defilet, CDA. DE HEER AKINCI: Voorzitter, mag ik misschien een vraag stellen aan mevrouw Van der Sanden? Zij vraagt een aantal keren aan de wethouder wat nou het voordeel is. Andersom wil ik aan u graag een vraag stellen. U zegt min of meer, dat als het onderwijs maar door de gemeente aangeboden wordt, de gemeente eindverantwoordelijk is, dat onderwijs dan beter is. Is dat dan uw stelling? Is het uw stelling dat het bijzonder onderwijs, wat al bijna een eeuw deze positie heeft, slechter onderwijs verzorgt dan het openbaar onderwijs? Nee, absoluut niet. Ik zeg dat openbaar onderwijs, wat ons betreft een overheidstaak is, die door het gemeentebestuur zou moeten worden uitgevoerd. Wij vinden de huidige vorm al te ver gaan en nog een stap verder vinden we echt veel te ver gaan. We zouden het liever gewoon in handen van de gemeente houden, zodat je er als gemeente ook iets over te zeggen hebt, want je bent er uiteindelijk wel eindverantwoordelijk voor. DE HEER AKINCI: Maar u legt mij niet uit wat dat voor de kwaliteit van het onderwijs betekent. Is de kwaliteit van het onderwijs dan beter wanneer het door gemeente ambtenaren uitgevoerd wordt? MEVROUW VAN DER SANDEN: Nee, dat zeg ik niet. Maar waarom zou het wel beter zijn als het door een zelfstandig bestuur uitgevoerd wordt? Dat kan de wethouder mij ook niet duidelijk maken. DE VOORZITTER: Goed. Ik denk dat dit gewisseld is. MEVROUW VOSSENAAR: Voorzitter, mag ik ook nog even een vraag stellen?

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2009 | | pagina 32