106 en 20% bijvoorbeeld ook naar de inlooppunten. Maar daar kun je ook kleine en grote vragen stellen. Ik heb daar erg op gelet, omdat ook ik vind dat het naar die directe hulp moet gaan, plusprojecten op de scholen, enzovoorts. Daar hebben we heel erg op gelet. En inzake de mystery guest; daarom gaan instellingen ook rond de tafel zitten, juist om over individuele casussen te spreken. Dan is dat van de heer Boer een heel goed voorbeeld. Maar ik denk dat instellingen dat ook al doen en dat zullen we zeker bevorderen. En als we andere creatieve dingen kunnen bedenken, dan zullen we dat zeker doen om ook die effectieve en doelmatige dienstverlening te krijgen, zodat er misschien nog wel meer mogelijk is om in de richting van die hulpverlening te doen. GroenLinks zegt nog wat over het bereiken van die zorgmijdende gezinnen. Dat zit al in Samen Starten, maar dat zit vooral ook in ons Bemoeizorgsysteem. Hulpverleners zeggen tegen mij dat het eigenlijk soms letterlijk aanbellen aan de voordeur is en zorgen datje op een gegeven moment binnen komt. En zorgen dat als een huismeester ergens ziet dat er iets gebeurt, dat hij dat signaal doorgeeft en dat er mensen die daarvoor geschikt zijn en uitgerust zijn, ook proberen bij zo'n gezin binnen te komen. Soms om alleen basale hulp te verlenen, om een huis schoon te maken, om boodschappen te doen, om langzaam het vertrouwen te winnen in zo'n gezin en dan nog te kijken of je outreachend verder kunt gaan. Dat gebeurt al en dat zal zeker ook verder neergezet worden. En dan als laatste D66. Ik ben ook blij met uw steun. U heeft het ook nog even over het meerjarenperspectief. En inderdaad, er is veel geld mee gemoeid. Ik denk dat we de instellingen er ook op aan mogen spreken dat ze dat ook effectief besteden. Ik wijs u er ook wel op dat het zeker ook voor een deel structureel is, maar dat bijvoorbeeld Impuls Preventief Jeugdbeleid vervalt in 2010. U heeft allemaal discussies over structureel geld, maar dat onderdeel gaat in ieder geval in 2010 teniet. Dat wilde ik u gewoon nog even meegeven. Je weet maar nooit in deze raad. DE VOORZITTER: Wie heeft behoefte aan een tweede termijn? Mevrouw Van Maanen. MEVROUW VAN MAANEN: Ja voorzitter, het is mij nog niet helemaal concreet duidelijk. U heeft het over het aantal gezinnen wat hulp nodig heeft, enzovoorts. Maar het gaat er mij om: wat zijn nou de concrete meetbare doelen, dat wil zeggen, in output geformuleerd. Dus, hoeveel meer signaleringen kunnen we straks doen. De enige die echt meetbaar is, is geen kind meer op de wachtlijst. En bij de rest heb ik eigenlijk zo mijn twijfels. Overigens ondersteunt het CDA dat ook. Het CDA zegt ook: het moet meer in output, concreet en meetbaar. En wat mij betreft formuleer je eerst die concrete doelen en de probleemanalyse. Die laatste hebben we overigens in 2004 al gemaakt met elkaar naar aanleiding van die discussie 4 jaar geleden. Toen zijn de jeugdtafels in het leven geroepen. Die bestaan ook nog steeds. Ik heb het gevoel dat we toch een beetje aan het stapelen zijn. U zegt dat u nog een 0-meting gaat doen. Maar ja, ik zou zeggen doe eerst een 0-meting, bepaal dan je doelstellingen, en ga dan zeggen hoeveel geld heb ik er voor nodig om het probleem op te lossen. En nu heb ik het gevoel dat het een beetje andersom gaat. En ik vind het jammer dat het CDA, die dat wél constateert en dat met ons eens is, daar niet wat meer aandacht voor vraagt. DE VOORZITTER: Goed. Mijnheer Boer. DE HEER BOER: Ik heb gevraagd aan de wethouder of zij enig idee kon geven van de kosten per kind. U heeft gezegd 300 van 0 tot 4 en 500 van 4 tot 12. Hoeveel zijn we daar aan kwijt? Kunnen we dat uitrekenen, hebben we dan een indruk? DE VOORZITTER: Anderen nog? Dan is het woord aan de wethouder. WETHOUDER HEERKENS: De kosten per kind. Dat lijkt me wel heel ingewikkeld om dat nu te doen. Als je kijkt naar de 0 tot 4 jarigen, daar hebben we natuurlijk heel veel ervaring mee, die worden gevolgd. Systematisch zijn die in beeld, omdat het consultatiebureau een groot bereik heeft. Daarvan is ongeveer 10% waarvan de ouders ondersteuning of pedagogische hulp nodig hebben. Dat gaat op allerlei manieren. Soms is er ondersteuning met de nanny, soms spel aan huis, noem maar op. Ik heb u geschetst, en dat gaat ongeveer om 800 kinderen, 10% dus en dat gaat om ongeveer 250 tot 300 gezinnen van 0 tot 4 jaar. Die kunnen we in ieder geval bedienen. Dus eigenlijk al die gezinnen die dat nodig hebben. --SSSS~-.~iX

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2009 | | pagina 40