115 voorzichtigheid en terughoudendheid bij de toezegging voor 2009. Maar voor 2010 gaan wij dat proberen waar te maken. En als je dan een goed voorbeeld wil geven, dan moet je ook een duidelijk voorbeeld geven. Het college wil zich daarbij dan voor 2010 een taakstelling van 5% opleggen, dus een bezuiniging van 5% over het budget te realiseren. Dan maken we het ook concreet en dan weten we ook waar we samen voor staan. Het college denkt met deze toezegging, taakstelling voor volgend jaar 2010, tezamen met zorgvuldig sturen in het volgen van budgetten in 2009 en proberen om waar dat mogelijk is met bijstelling, dus met begrotingswijziging, ook in 2009 nog een en ander te realiseren. Dat gaan we dus ook voor goedkeuring en vaststelling voorleggen. Dan doen we in ieder geval wat ons betreft recht aan de bedoeling van de motie die aan de orde is. DE VOORZITTER: Goed. De tweede termijn. Wie? Mijnheer Vos en de heer Arbouw. Mijnheer Vos, gaat uw gang. DE HEER VOS: Ik moet zeggen dat wij blij verrast zijn. Het college herkent zich in de boodschap die wij met drie partijen naar voren hebben gebracht en geeft ook helder aan dat zij daar ook iets mee gaat doen. Wij zien dat als pure winst van vanavond. Dank u wel. DE VOORZITTER: De heer Arbouw. DE HEER ARBOUW: Dank u wel voorzitter. Inderdaad, we zijn blij met deze reactie, deze constructieve reactie. Een kanttekeningetje ten aanzien van mijn opmerking: alleen maar plaatsen in de toezegging van de begrotingswijzigingen, dat is me weer net iets te technisch. Ik hoop dat u meegekregen heeft dat mijn opmerkingen ook een politieke lading hadden. Kijk, want waar het uiteindelijk om gaat, dat een aantal voorbeelden nu een beetje verstopt waren in dat raadsvoorstel als verschoningsvraag, waarvan ik eigenlijk zeg, dat had eigenlijk gewoon ook in de commissie, bijvoorbeeld Onderwijs, door u als wethouder gemeld moeten worden. En dat dat ook uiteindelijk technisch verwerkt wordt in de begroting, dat snap ik allemaal wel. Maar dat is toch wel een belangrijk punt. Maar ik ben blij met uw toezegging en ik ben blij dat u vindt dat we hier kritisch op moeten zijn als bestuur en dat het college een voorbeeldfunctie heeft. Ik vind het overigens wel mooi dat u het bij het volgend college legt als het gaat om de bezuinigingsslag. Je weet nooit wie daar straks in zitten, dus dat is ook weer een soort roulettespel. Maar laten we met elkaar maar de uitdaging aangaan, want het is natuurlijk zo dat de hele gemeentelijke organisatie terug moet. Ik denk dat het straks een mooie uitdaging wordt bij het bespreken van de kadernota om eens te kijken wat er in 2009 kan en wat er dan is voor een volgend college. Dank u wel. DE VOORZITTER: Goed. Anderen nog? Mijnheer Vergroesen. Gaat uw gang. DE HEER VERGROESEN: Ja dank u voorzitter. Het is nu 23.21 uur, dus als ik nog een half uur praat, dan zijn we een eind verder, maar dat gaat allemaal van uw zuivere borreltijd af, dus dat zal ik niet doen. DE VOORZITTER: Mijnheer Vergroesen, gaat uw gang. DE HEER LIPS: Even ter interruptie. Ik zou nog een half uur doorgaan mijnheer Vergroesen, want dan gaat dan weer van het drankgeld af. DE VOORZITTER: Mijnheer Vergroesen. DE HEER VERGROESEN: Ik wil me aansluiten bij de woorden van de heer Vos. De wethouder gaf net een voorbeeld inzake de budgetrapportages. Ik weet niet in hoeverre dat dit jaar al mogelijk is.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2009 | | pagina 49