72 SBIMMBaHSS^BSa ■HaBiiiiinni ■■bmhbhhnbmrhhm SsaSB plek die wij eigenlijk voorstaan. Dan is het eigenlijk onverklaarbaar waarom dat niet nu kan gebeuren en waarom dat nog een halfjaar moet aanlopen. Want de mensen die er nu echt overlast van hebben, hebben niets met die renovatie te maken. Het betreft daar gewone koophuizen en die doen dat zelf. DE VOORZITTER: Een korte reactie nog wethouder? WETHOUDER OOMEN: Ja voorzitter, nog heel kort. Wat de heer Gouka zegt, klopt in zoverre dat het terrein en de huizen waar de heer Gouka op doelt aan de beurt komen na de periode waarin op dit moment gerenoveerd wordt. Kijk, de heer Gouka heeft in zoverre wel gelijk, dat daar waar er gerenoveerd wordt, eigenlijk ook de overlast thuis hoort. Maar dames en heren, nogmaals, ik heb er ook zelf nog een bezoek gebracht, en ik vind de locatie die nu is gekozen met betrekking tot de werkzaamheden die nu worden uitgevoerd, de beste locatie die ik kan bedenken. En ik denk dat wij daarin van mening blijven verschillen. De locatie die de heer Gouka bedoelt, is de locatie die aan de beurt komt, wanneer het tweede deel wordt gerenoveerd. DE VOORZITTER: Goed. We hebben hier in twee termijnen over gesproken. Ik dank u daarvoor. Aan de orde is nu: verkoop van aandelen Essent. Wie van de SP licht het toe? Mijnheer Vergroesen, gaat uw gang. DE HEER VERGROESEN: Voorzitter, geacht college en leden van de raad. Diverse provincies en gemeenten, waaronder Breda, zijn in het bezit van aandelen van Essent. De komende maanden, - de provincie vergadert daarover eind april - zal duidelijk moeten worden of genoeg aandelen ter verkoop aan RWE worden aangeboden. Zij stellen immers (RWE) dat 80% van de aandelen aangeboden moet worden, wil de overname doorgaan en indien dat minder is dan 95%, dan wordt de verkoopprijs met 125 miljoen verlaagd. Nu is het zo dat de gemeente Breda geen grootaandeelhouder is. Maar zij bezitten wel aandelen. Tot nu toe heeft het college geen duidelijk standpunt bij de gemeenteraad verwoord of zij die aandelen willen aanbieden voor verkoop. De SP was en blijft van mening dat nutsbedrijven in overheidshanden thuis horen, en zo dat niet het geval is, dat dan in ieder geval de overheid rechtstreeks controle uitoefent door middel van bezit van die aandelen. De eerste vraag: Is het college bereid om de aandelen Essent wel of niet te verkopen aan RWE? En de tweede vraag: Wat is de onderliggende motivatie? DE VOORZITTER: Het woord is aan wethouder Snier. WETHOUDER SNIER: Dank u wel voorzitter. Misschien is het volgende toch even goed voor het begrip. De splitsingswet die op 1 juli 2008 in werking is getreden, heeft bepaald dat energiebedrijven gesplitst moeten worden in een publiek en een privaat deel. Dat betekent voor Breda dus dat wij aandelen hebben in het netwerkbedrijf Enexis en in het leveringsbedrijf Essent. Dat is de situatie. Het netwerkbedrijf blijft ook in publieke handen en wij blijven dus ook gewoon ons aandeel in Enexis hebben. Wat aan de orde is, is de verkoop van het leveringsbedrijf. Redenen die daarvoor in ieder geval in de discussie gegeven worden zijn dat Essent ook in de toekomst moet kunnen blijven concurreren en dat er een grote consolidatiegolf in de energiesector op gang is. En daarom wordt op dit moment gesproken over de verkoop aan het Duitse RWE. En de redenering is dan dat op dat moment Essent als onderdeel van RWE groot genoeg zou zijn om te kunnen concurreren met bedrijven als EON Benelux en dergelijke. En het is dan de bedoeling dat wij, de consumenten, daarvan profiteren, doordat er een concurrerend tarief voor energielevering komt. Het is volgens mij goed om daar heel duidelijk over te zijn. De grote aandeelhouders, en dan praat ik met name over de zes provincies die samen 73% van de aandelen in bezit hebben, hebben al ingestemd met de voorgenomen strategie. Dus dat is vrij helder. Als je er dan nog twee steden bij telt als Den Bosch en Tilburg, zit je in ieder geval op de 80% die benodigd is om überhaupt met de verkoop in te stemmen. Wel is het zo, en daar heeft de heer Vergroesen gelijk in, dat de formele besluitvorming voor wat betreft Breda nog moet volgen en het college zal daarvoor ook een voorstel moeten doen. Ik denk wel dat het belangrijk is

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2009 | | pagina 6