118
tMIJilW II
U, broeder Martinus, monseigneur Muskens, u bent zo iemand. Uw bijdrage aan de stad was
meerdere keren nieuws dat iedereen in het land, maar ook over de landsgrenzen bereikte.
Ook ver daar buiten kennen velen uw uitspraken over kerk en maatschappij, uw daden voor
minder bedeelden, uw zorg en oprechte warme toewijding aan mens en samenleving.
Ik ga vanavond geen nieuwsberichten herhalen. Ik wil vanavond specifiek uw verdiensten voor de
stad belichten met zijdelings uitstapjes naar andere verdiensten.
In 1994 werd u door paus Johannes Paulus II benoemd tot bisschop van Breda. Het begin van uw
vierde leven, las ik in uw gebundelde beschouwing. Dit vierde leven kende een stormachtig begin
want korte tijd later werd u in een klap een bekende Nederlander toen u zei dat een arme als hij te
weinig te eten heeft, voor zichzelf en voor zijn kinderen een brood mag wegnemen. En, zo voegde
u er aan toe, er zijn ook in Nederland armen. Het bisdom schudde kortstondig op haar
grondvesten, maar de rust keerde echter spoedig weer.
In de loop van de jaren heeft u als bisschop van Breda en als boegbeeld van dit bisdom veel goeds
opgebouwd. Uw ervaringen, opgedaan in Indonesië en op verschillende plaatsen in Nederland,
hebben ertoe geleid dat u in Breda uw verantwoordelijkheid nam, of beter gezegd, dat u vond dat
u die moest nemen.
Ik noem twee voorbeelden maar er zijn er meer. Ik denk dan aan de bestrijding van aids en van
armoede. Dat zijn twee hele verschillende zaken, maar wel van wezenlijk belang.
Over de bestrijding van aids heeft u tegen de stroom van de kerk in, krachtige uitspraken gedaan
over manieren om deze afschuwelijke ziekte te bestrijden door te propageren, - en dat blijft een
heet hangijzer, dat zagen we ook nog dit jaar, toen de paus daar uitspraken over deed, - tegen de
stroom in, het gebruik van condooms om deze ziekte in te dammen. Dat vind ik nog steeds dapper,
maar ook getuigen van gezond verstand. Maar dit zal zeker binnen de kerkmuren wel eens een
stormpje hebben laten woeden. U vond echter dat u daar een zelfstandige verantwoordelijkheid in
had en dat prijs ik zeer.
Als bisschop heeft u zich ook zeer sterk ingezet voor wat u zelf noemt de arme kant van Nederland.
Het bisdom heeft ook onderzoek gedaan naar deze kant van de samenleving en helaas, de feiten
logen er niet om. Een op de negen Brabanders leefde onder de armoedegrens. Dat is veel. Dat is
11%. Met deze cijfers, maar ook met uw oplossingen, bereikte u een groot publiek, hier in ons
eigen Breda maar zeker ook in het gehele land. Politici kwamen in het geweer evenals de minister
president en talloze andere ministers. En meerdere malen heeft u ernstig met hen gesproken. Het
leidt niet tot acties van de overheid maar wel tot het besef dat armoede realiteit is. Dat is
belangrijker dan het op stel en sprong doorvoeren van allerlei pragmatische veranderingen.
Deze start typeert u; bisschop Muskens ten voeten uit.
U weet als geen ander de katholieke kerk in de schijnwerper te zetten door u telkens weer als
bisschop van Breda in het publieke debat te mengen. In het kader van het ereburgerschap zou ik
het anders willen formuleren. Het is zeer waardevol dat u vanuit de kerk in Breda zulke bijzondere
verdiensten richting de samenleving heeft gehad. Maar ook binnen de kerk heeft u veel teweeg
gebracht. De 13 jaar dat u als bisschop verbonden was aan het bisdom Breda, hebben vernieuwing
gebracht. Uw benadering was dat de kerk mee moet werken aan een mentaliteitsverandering. De
kerk speelt dus ook een rol in het wakker schudden van mensen. En daarmee doelde u niet alleen
op de katholieke kerk. Nee, u heeft meerdere malen onderstreept dat het een taak is van alle
kerken en van alle geloven.
En dat brengt mij tot de volgende typering, namelijk die van bruggenbouwer tussen kerken en
geloven. Bij uw tienjarig jubileum heeft u gezegd dat christenen, moslims en joden dezelfde God
aanbidden, een uitspraak waarmee u ook meer begrip tussen verschillende kerken en geloven
wilde laten opbloeien. En in Breda is dat zeker op verschillende plaatsen gelukt. U heeft de relatie,
de dialoog tussen religies geïnitieerd en daarmee zeker een bijdrage geleverd aan een groter
wederzijds begrip. Als leidinggevende in de kerk is het altijd balanceren tussen de wereld van
spiritualiteit, van idealen maar ook de zakelijke of de concrete harde wereld. Want ook dat is
natuurlijk aan de orde bij het leiden van het bisdom. Geen gemakkelijke opgave, maar het is u
absoluut gelukt. U hield stevig vast aan uw overtuiging dat leven vanuit geloof belangrijker is dan
besturen, studeren of preken. Dat siert u en dat heeft uw omgeving veel gebracht. Temeer daar u
gekozen heeft om met mensen om te gaan en de ruimte te geven en vanuit andere invalshoeken te
werken. Dat heeft ook veel gebracht. Ik denk aan de verhuizing van de kathedraal vanuit een
buitenwijk naar het centrum van onze mooie binnenstad of aan de verbeteringen die u heeft
aangebracht in de huisvesting van het bisdom zelf en ook aan de mooie kathedraal.
Dames en heren, leden van de raad, ik heb zojuist de meest prominente aspecten van het
bisschopsambt kort belicht; de verdiensten van bisschop Muskens vanuit de kerk naar de
samenleving toe, maar ook uw verdiensten binnen de kerk. Ik geeft direct toe dat ik hier zeker niet
volledig in ben geweest. Maar dat is ook bijzonder moeilijk in uw geval.
Ik raak nog wel aan een derde aspect. En daar kan ik enigszins volledig in zijn. Dat is namelijk mijn
persoonlijke waardering voor uw inzet. Ik heb u meerdere keren ontmoet, in zeer verschillende