130
4. Raadsvoorstel Jaarverslag 2008 en het pre advies aan gemeenteraad ter attentie
van het jaarverslag 2008.
DE VOORZITTER:
Wie van u wenst hierover het woord?
Mevrouw Vossenaar. Wie nog meer, ik zie wat voorzichtige vingers.
Mevrouw Vossenaar, mevrouw Van Maanen, de heer Gansevoort, de heer Driehuijs, de heer
Vergroesen.
Het woord is aan mevrouw Vossenaar:
MEVROUW VOSSENAAR:
Ja voorzitter, het leek me al heel merkwaardig dat ik de enige zou zijn.
DE VOORZITTER:
Dat is ook een tactiek mevrouw Vossenaar. Dat heb ik inmiddels al geleerd in deze raad.
MEVROUW VOSSENAAR:
Zo is dat. Voorzitter, het jaarverslag en de rekening zijn eigenlijk de financiële sluitstukken. Wat
hebben we nu het afgelopen jaar waargemaakt van alle mooie voornemens en hoe hebben we die
financieel vertaald. Daar gaat het om. En die kernvraag is naar onze opvatting alleen maar op
hoofdlijnen te beantwoorden. En daar wil ik me dan ook nadrukkelijk toe beperken, misschien tot
teleurstelling van velen.
Het jaar 2008 heeft zich gekenmerkt als een jaar met veel onverwachte ontwikkelingen. Kon ik bij
de behandeling van de kadernota en de begroting over 2008, in 2007, - dus nog niet zo lang
geleden -, nog optimistisch zijn en ambitieuze plannen ontwikkelen, 2008 heeft ons duidelijk met
de neus op de feiten gedrukt en ons maar weer eens een keer geleerd dat de bomen echt niet tot
in de hemel groeien.
Vorig jaar hadden we nog een aardig saldo te verdelen over 2007. En nu stellen we zelfs de
besteding van het restant van 2008 uit tot de behandeling van de kadernota. Zo vegen we alle
stukjes bij elkaar. Dat willen we immers. We willen immers dat er zo min mogelijk wordt ingeleverd
op kwaliteit en op onze ambities. Dat is misschien iets om vast te houden in de richting van de
kadernota. Toch collega's, is 2008 in veel opzichten een goed jaar geweest, niet in de laatste plaats
omdat op het terrein van de financiële verantwoording grote stappen vooruit zijn gemaakt. Er is
een veel beter zicht ontstaan op de reservepositie van de gemeente. Dat is in deze tijd een heel
belangrijk gegeven. Allerlei potjes in hoekjes en gaatjes zijn uitgeschud en het resultaat daarvan is
ook aan de algemene reserve toegevoegd. De voortgang van projecten en reguliere diensten en
voorzieningen wordt steeds duidelijker in beeld gebracht, zodat wij als verantwoordelijk
controlerend orgaan steeds beter grip kunnen krijgen op de gang van zaken. En dat is toch niet
onbelangrijk. Het is duidelijk dat het einddoel nog niet bereikt is. Maar een compliment aan de
wethouder en zijn staf die zoveel stappen in de goede richting hebben weten te zetten, is volgens
mij absoluut op zijn plaats. Daarom, petje af, oftewel chapeau!
Voorzitter, in de diverse commissies hebben we de gelegenheid gehad om op allerlei details van dit
jaarverslag en deze rekening in te gaan. Daarom beperk ik mij nog tot een enkele algemene
opmerking. Onze zorg gaat vooral uit naar de onder uitnutting. Dat is op de eerste plaats het geval
omdat wij ons hadden voorgenomen in deze tijd van economische moeilijkheden zoveel mogelijk
projecten uit te voeren en naar voren te schuiven, anderzijds ook omdat het voor ons als raad
vreselijk moeilijk is om in de gaten te houden wat er nu echt gebeurt als dingen uitlopen en
waarom ze uitlopen. Soms begrijpen we dat. Dan gaat het op procedures, of onderhandelingen met
derden. Die vragen wel eens meer tijd dan gehoopt wordt. Maar willen wij onze controlerende taak
kunnen uitvoeren en bij kunnen houden wat er gaande is, dan hebben we toch een meer heldere
en nauwkeurige administratieve begeleiding nodig, natuurlijk wel op hoofdlijnen, we hoeven niet
van iedere cent af te weten.
We dringen aan op een goede verdeling in jaarschijven, zeker bij de grote projecten, op een
duidelijke en actuele rapportage bij grotere afwijkingen en op snelle melding als voorgenomen
projecten niet in het betrokken jaar kunnen worden uitgevoerd, bijvoorbeeld door gebrek aan
mankracht of door andere interne oorzaken. Daar zouden wij zeer mee gediend zijn. We willen dan
ook dat er een betere aansluiting komt tussen de bestuursrapportage en de uiteindelijke
jaarrapportage, zodat in ieder geval de kans op negatieve of positieve verrassingen aanzienlijk
wordt gereduceerd.
Het rapport wat zojuist is aangeboden door de voorzitter van de Rekenkamer zal een belangrijke
bron zijn voor onze opvattingen over het actuele grondbeleid. Wij konden ons vinden in de
zorgvuldig voorbereide Nota Grondbeleid waar de voorzitter ook al over sprak, de nota die door de
raad is vastgesteld. Maar het zou wel kunnen zijn dat de inmiddels veranderde omstandigheden