136 een gegeven moment ambtelijke mensen gebeld heb en gezegd heb dat dit volgens mij fout is. Als daar staat 127,356 miljoen bij de begroting en dat staat ook zo in de jaarrekening, dan lijkt dat heel erg goed en dat is dan ook precies zo gehaald, maar bij mij gaan dan alle haren overeind staan. Ik vraag me dan af of dat wel klopt. Het is mij uitgelegd dat dat juist het goede werk is wat de ambtenaren dan gedaan hebben, dat ze op een gegeven moment een jaarrekening maken die precies een op een past op de begroting en dat ze hun werk dus goed gedaan hebben. Ik heb dus ook gezegd dat ik dat heel erg knap vind en zeker ook omdat je op het eind van de jaarrekening als al die cijfertjes dan zo precies kloppen met de begroting en de jaarrekening, er dan ook nog 20 miljoen over is. Want als alles op die manier precies klopt kan je ook niks meer over houden, ook geen 20 miljoen, of zelfs 21,7 miljoen. Dat is ook wat de heer Vergroesen van de SP gezegd geeft. We hebben het pre kadernota debat gehad en tegen de burgers gezegd dat er geen geld was. Iedereen zat in de crisis en men veronderstelde dus dat er dan geen geld was. Dat was gewoon pech. En nou blijkt er toch in een keer weer 21,7 miljoen over te zijn. Dus hebben wij de burgers een beetje voor zitten liegen want er is wel geld. Er is zelfs veel geld. En het is terecht dat u dat doorsluist en niet vanavond laat besluiten want dat zou veel te vroeg zijn. Dan wil ik het hebben over de resultaatbestemming. Wat gaan we met die 21,7 miljoen doen. Wij hebben een aantal hoofdpunten. Punt 1 was dat bij pre kadernota debatten met de burgers er wordt gezegd dat er geen geld is en dan toch blijkt dat het er wel is. Dat is altijd een trend. En dat geld gaat dan een hele andere kant op dan al die wijk- en dorpsraden waarmee we gesproken hebben zouden willen. Een enkele keer lukt het om daar wat geld voor vrij te maken, zoals bij de de Ginnekenweg-noord. Dat is wel goed besteed geld, maar dat is maar een onderdeel van wat al die mensen vragen en waarvan wij zeggen dat er gewoon geld voor is. We hebben herhaaldelijk gezegd dat wij vinden dat 10% van het vrije budget wat dan overblijft na de jaarrekening bepaald moet worden voor de wijk- en dorpsraden. Dan heb je in ieder geval wat om te verdelen. Dan moeten ze zelf maar uitmaken hoe dat verdeeld moet worden. Wij vinden dat 10% van dat bedrag naar de pre kadernota moet gaan. DE HEER AKINCI: Ik hoor een punt, althans grammaticaal gezien dan. U zegt de hele tijd dat er geen geld is en er niets wordt gedaan. Volgens mij, - en ik probeer me even de hoorzitting en de pre kadernota te herinneren -, hebben wij toen gezegd, en ik weet niet wat u gezegd heeft maar ik probeer even het algemene beeld van de raad naar voren te halen, er is geen geld om alle wensen die hier in de stad leven in een keer te honoreren. Ik heb ook een heleboel fracties een aantal punten horen noemen, uw fractie ook, waarvoor wij belangstelling hadden en waarvan wij aan het college vroegen om te proberen die punten in ieder geval als extra mee te nemen in de kadernota. En ik heb vervolgens ook een brief thuis gehad en die heeft u ook gehad, waarin die punten vervolgens opgesomd werden en meegenomen. Ik noem maar een ding wat unaniem door de raad genoemd werd: het Streat League project van NAC. Dat is een van de zaken die direct werd ondersteund vanuit de raad. U heeft misschien de kadernota al gezien die op de mat is gevallen. Ik niet, want dat is vandaag gebeurd. En volgens mij staan een aantal van die voorstellen daar gewoon in. Dus het beeld wat u nu schetst, dat er geen geld is en dat er geen enkele wens gehonoreerd is, is volgens mij niet juist. DE HEER BOER: Het vervelende is natuurlijk dat ik na een uur nooit meer thuis kom als ik naar de vergadering ga. Want er zijn blijkbaar een paar belangrijke dingen op mijn mat gevallen, inderdaad ook de kadernota. Maar ik kan dat ook niet weten. Ik zal het gaan bekijken. Maar het punt is toch, het beeld wat wij hebben, en dat is echt niet mis, is dat toen we heel veel geld hadden er ook maar een heel klein gedeelte bestemd was voor de wijk- en dorpsraden. En de afspraak was dat we die wijk- en dorpsraden serieus zouden nemen. En als we die serieus nemen moeten we ook geld geven als zij dingen willen hebben. Dat doen we nog steeds veel te weinig. DE HEER AKINCI: Mijnheer Boer nogmaals - want u maakt het steeds gekker - u zegt ik ben na een uur niet meer thuis dus ik mis het belangrijke document van de kadernota. En zelfs zonder de kadernota gezien te hebben zegt u al dat we helemaal niks besteden aan de wensen van wijk- en dorpsraden. Dat kan toch niet als u het document niet gezien heeft. DE HEER BOER: Kijk als je drie keer liegt, is de veronderstelling datje de vierde keer liegt makkelijk. DE HEER AKINCI: Dat is niet waar. U weet donders goed dat we de afgelopen drie jaar af en toe best wel wensen, een fors aantal wensen..

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2009 | | pagina 16