139 Een aantal mensen heeft gesproken over onder uitnutting, om het even in die termen te zeggen. Het is een punt wat in ieder geval ook door het college onderschreven wordt. U vindt dat ook in onze reactie duidelijk terug. We hebben daar natuurlijk wel stappen mee gezet. Projectbeheersing en projectcontrole is verbeterd. Grondbedrijf en risicomanagement is op een gegeven moment benoemd. Voorbeeld van projectbeheersing zoals met Via Breda uitgewerkt is en nu gebruikt wordt ook binnen andere projecten. Dat is in ieder geval een punt wat onze blijvende aandacht heeft. Het is een speerpunt en moet dat wat ons betreft ook blijven. Als je kijkt naar het resultaat, zijn daar in brede zin wat dingen over gezegd. Specifiek trouwens over de overhevelingen: dat is in een apart besluit aan de orde geweest, niet in de afgelopen commissie Bestuur, maar in de vergadering daarvoor. Toen hebben we ook met elkaar afgesproken dat we dat zo zouden doen. En in dat besluit zijn overhevelingen nader toegelicht. Als u dat precies wilt duiden, dan moet u met name naar dat besluit terug kijken. Die vergadering werd volgens mij wat overschaduwd door discussies over auto's. Daar ging vooral erg veel aandacht naar toe. Als je dan kijkt naar het resultaat, de heer Gansevoort heeft het daarover gehad, de heer Vergroesen heeft het erover gehad en een aantal andere mensen heeft het ook genoemd, dan blijf je toch een beetje zitten op: wat is nou structureel aan het resultaat. Dat blijf ik toch benadrukken. Dat resultaat is grotendeels incidenteel. En met name als ik dan de heer Boer hoor zeggen dat er 21,7 miljoen over blijft, dan denk ik: was het maar zo. Want dat is natuurlijk niet zo. Dat netto resultaat wat daar in zit, is een bedrag van 5,8 miljoen. Als je dat overigens in relatie brengt met onze omzet, 580 miljoen, dan praat je over 1%. Misschien een beetje ondeugend van mij om het zo te stellen, maar dan lijkt het eigenlijk al weer wat kleiner. DE HEER BOER: Op de begroting van Amerika is het nog niks. WETHOUDER SNIER: Maar ik breng het ook in relatie met onze eigen begroting en dan is het ongeveer 1%. MEVROUW VAN MAANEN: Even ter interruptie, mijnheer de voorzitter. De wethouder zegt zelf altijd dat 85% van de begroting onbeïnvloedbaar is en als je uitgaat van dat deel wat wel beïnvloedbaar is, dan is het wel ineens 25%. WETHOUDER SNIER: Ja, zo zou je het kunnen zeggen. Maar het gaat even om het duiden van die grootheid in zijn totaliteit en dan kom ik op 1%. Vergeet u maar wat ik gezegd heb. Het gaat om 5,8 miljoen. En nog even terug komend op die zin van: het blijft over. Van die 5,8 miljoen heeft u bij de begroting 2009 al 5 miljoen op basis van uw eigen besluitvorming toegevoegd aan de algemene reserve. Dus uiteindelijk is dat netto resultaat dan nog 8 ton, als je dat nu op de lat zet. In die zin wil ik met name die discussie van al dat geld wat over blijft wel duidelijk even in een ander daglicht zetten. Overigens, in zijn algemeenheid, gaat het er natuurlijk wel om en daar blijft het om gaan, dat wij op zijn minst het rekening resultaat goed moeten voorspellen. En dat is met name een punt wat we ons zeker aan willen blijven trekken en ook willen blijven verbeteren. Het verschil ook tussen de voorspelling die wij bij de tweede voortgangsrapportage deden, 12,3 miljoen, en de 21,7 bruto resultaat die uiteindelijk gehaald worden, wordt wel door meer factoren veroorzaakt die we goed kunnen uitleggen. Maar goed, dat is natuurlijk een tweede. Maar dat gaat dan met name om de staat van het Grondbedrijf, extra overhevelingen, waar al het nodige over gezegd is, en om voorzieningen, die op dat moment verslagtechnisch moeten worden toegevoegd, maar nog niet plaats gevonden hadden ten tijde van de tweede voortgangsrapportage. Zo zie je dus dat we het wel degelijk kunnen uitleggen, maar wel tegen de achtergrond - en dat heb ik ook gezegd -, dat we moeten blijven proberen om die voorspellingen te verbeteren. DE HEER BOER: Dan heb ik, als het mag mijnheer de voorzitter, toch nog wel een kort vraagje. Het begint me nou een beetje te duizelen en misschien wel bij een heleboel met mij. We hebben nou net het voorstel, de resultaatbestemming, dat doen we bij de kadernota, of dat was al eerder besloten. Tegen de burgers hebben we gezegd dat er niks is. Dan komt naar boven dat er 21,7 miljoen is. Dan zegt u dat die niks voor stelt en dat is dus eigenlijk weer niks. Dan krijg je toch een beetje het heen en weer van dat verhaal. WETHOUDER SNIER: Het gaat mij heel duidelijk om het verschil tussen het feit dat we een resultaat behalen als gevolg van ons jaarverslag en het feit dat u daar de conclusie aan hecht dat die 21,7 miljoen dus

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2009 | | pagina 19