140
besteedbaar is. Ik probeer dus heel duidelijk te zeggen dat dat dus niet het geval is. Dat bruto
resultaat is opgebouwd uit allerlei componenten, bijvoorbeeld de winst in het Grondbedrijf. Maar
die zit natuurlijk in de financiële context van het Grondbedrijf. Als je die daar nu uit trekt en een
andere bestemming geeft, dan heeft dat effecten op de exploitatie van het Grondbedrijf. In die
21,7 miljoen zit een afkoopsom voor het onderhoud rond de HSL. Die afkoopsom die nemen we,
die zetten we om in een jaarlijkse structurele bijdrage en daarvan moet de HSL lijn, althans de
omgeving daarvan, onderhouden worden. Dat zijn dus geen bedragen die je zomaar kunt
besteden, behalve de 5,8 netto resultaat. En daarvan hebt u bij de begroting 2009 al 5 miljoen aan
de algemene reserve toegevoegd. Die heeft u eigenlijk al grotendeels besteed.
Dan misschien toch nog even een reactie in de richting van de heer Vos want die daagde mij
natuurlijk ook wel een beetje uit en we zullen die discussie ongetwijfeld nog een keer met elkaar
gaan herhalen bij de kadernota. De heer Vos ging terug naar de discussie bij de begroting van
2009 en u zei: wij hadden al voorgesteld om 8 miljoen te bezuinigen en toen zei u dat dat niet kon.
Dat heb ik niet gezegd. Dat wil ik toch even heel scherp terug halen. Ik heb wel toen aan u
gevraagd, en ook aan mevrouw Van Maanen van de VVD, hoe u dat dan wilde vinden en waar. Dat
heb ik u met name gezegd, want dat is ook het vraagstuk watje op moet lossen. En u zei: nee, je
moet efficiënter werken. Toen heb ik gezegd: dat gaat niet zomaar, want dat heeft altijd
consequenties. En dat heeft het ook hier, want u ziet, als u de kadernota tekst gezien heeft, een
zorgvuldig verhaal waar ook gezegd wordt dat wij bij de begroting terug komen op de
consequenties die dit gaat hebben. Ik denk wel dat het heel belangrijk is om dat in die context te
blijven zien. Zomaar een beetje efficiënter werken brengt overigens in ons geval 4,2 miljoen op en
niet de 8 miljoen die u noemt, structureel. Daar hebben we het over, een structureel bedrag van 8
miljoen noemde u en ik noem 4,2 miljoen structureel. Dat gaat niet zomaar. Dat is belangrijk en ik
denk dat u iets te makkelijk dit naar u toe rekent, omdat wij daar wel een hele andere benadering
in gekozen hebben en in ieder geval ook met name antwoord hebben gegeven op de vraag die ik u
toen ook indringend gesteld heb: hoe gaat u dat dan doen. Waar gaat u dat geld vinden en ten
koste waarvan gaat dat? Dat gaat in dit geval ook echt wel ten koste van iets.
DE VOORZITTER:
Het woord is aan wethouder Heerkens.
WETHOUDER HEERKENS:
Ja voorzitter, er waren toch nog wel een aantal opmerkingen met betrekking tot het Grondbedrijf.
Allereerst het weerstandsvermogen. Die discussie heb ik toch in de commissie Bestuur ook al
gevoerd. Wat we in het verleden steeds gezegd hebben is dat we een prognose opgesteld hadden
en dat in die prognoses op dat moment met die becijfering het weerstandsvermogen in 2010 op 40
miljoen zou moeten kunnen staan. We hebben daarbij tegelijkertijd gezegd dat het eigenlijk heel
moeilijk is om het Grondbedrijf op jaarschijven te beoordelen. Dat doen we natuurlijk want we
zitten binnen de begroting van de gemeente Breda. Maar je zou moeten kijken naar het
meerjarenperspectief. Waar het om gaat is dat de grondexploitaties, die ook positief zijn binnen
het totaal perspectief van een aantal jaren, tot een aanvaardbaar weerstandsvermogen kunnen
leiden. Dat geld is dus ergens en dat komt een keer en dat moet niet te lang duren en dan is het
helemaal niet interessant - en die discussies heb ik ook met de accountant, ook met de mensen die
ons financieel controleren - het is helemaal niet interessant of het er precies in 2010 is. Als wij die
prognoses doen en het verschuift een jaar dan ziet u dat dat misschien net een miljoen of twee
miljoen is. Het ene jaar was het 39 miljoen geloof ik, en toen schoof het een jaar door zodat het
precies 40 miljoen was. Daar is iets anders aan de hand, en dat zijn de economische
ontwikkelingen. Daar maak ik me met het college wel zorgen over en die neem ik echt niet weg
straks met de voorlichting door het interventieteam. En daar heeft het Grondbedrijf natuurlijk
behoorlijk last van. Maar als u kijkt naar eind 2008, en daar gaat het vanavond over, dan is het
een zeer acceptabel meerjarenperspectief wat u daar te zien krijgt. Daar hoeft u zich niet voor te
schamen. En dat geld, stel dat de economische crisis er niet zou zijn, komt binnen een
aanvaardbare periode binnen. En als u daar niet tevreden over bent, dan moet u nu maatregelen
nemen. Dan moet u niet zeggen dat het allemaal toch zo erg is. Dan gaat het ten koste van iets
anders. Dan moet u zeggen: dat willen we niet als raad, er moet nu 40 miljoen zijn. Dan wens ik u
veel succes want dan heeft u nog een slag te slaan. Maar ik denk dat volgens mij binnen geen
enkele gemeente waar ze met een wat groter Grondbedrijf werken, ze op deze manier naar de
grondbedrijfontwikkeling kijken.
Tweede is het interventieteam. Die zorgen voor de economische ontwikkelingen zijn er. Het punt
is: hoe zorg je nou dat je zo veel mogelijk die economische ontwikkeling mee neemt in je
becijfering. En dat blijven natuurlijk interpretaties want dat laten wij doen door onze planeconoom,
door onze vastgoedmensen. Wij hebben daarvoor een landelijke instelling geraadpleegd, landelijke
ontwikkelingen en lokaal een aantal mensen, makelaars, projectontwikkelaars, noem maar op. Wij
willen verder uitleggen hoe wij alle 55 grondexploitaties van de gemeente Breda bekeken hebben.