141
Dit is de eerste stap. Waarom? Om direct bij de kadernota, en die heeft u nu allemaal geloof ik
gehad, dat meerjarenperspectief, wat aanzienlijk verslechtert ten opzichte van wat u nu ziet in de
jaarrekening, zo goed mogelijk te benaderen.
Maar ik voorspel u dat de cijfers over een paar maanden weer anders zijn en bij de begroting zal
het weer anders zijn. Wat we moeten proberen is, om dat goed te volgen, de risico's te beheersen,
op tijd maatregelen te nemen en in een goed samenspel tussen de verschillende directies, waarbij
bijvoorbeeld de directie economische zaken en de directie stedelijke ontwikkeling cruciaal zijn om
te kijken wat voor projecten extra moeten worden aangezet, wat moet worden ingediend bij de
provincie, wat zelf kan worden gedaan en waar ook fasering wordt ingezet. Al dat soort dingen
hebben te maken met het werk van het interventieteam. En wat ik zelf heel plezierig vind, en
volgens mij, met mij het hele college, is dat binnen de gemeente zo voortvarend met al die
disciplines aan een zaak gewerkt wordt. En gelooft u van me, dat de mensen hier echt dag en
nacht aan gewerkt hebben en dat er nu een heel boekwerk voor u ter visie ligt, weliswaar geheim
vanwege alle becijferingen, en dat komen we graag volgende week allemaal uitleggen.
Het derde wat ik toch nog kwijt wil, is dat de cijfers van het Grondbedrijf één zijn. Twee is
natuurlijk dat daaronder alle relaties liggen vooral met de grote projecten. En wethouder Snier zei
het ook al, de voortgangsrapportage Via Breda is er een, maar, en dat hebben we vanuit het
Grondbedrijf gezegd, ook gemeentebreed zullen op al die programma's in de verschillende
commissies dit soort voortgangsrapportages komen, want dat maakt het ook voor de mensen van
het Grondbedrijf makkelijker om de risico's te beheersen. Want als er ergens iets gebeurt met een
procedure of een bezwaar of een fout in het bestek of noem maar op, dan zult u onmiddellijk de
weerslag zien in het Grondbedrijf. En als u de teksten van de jaarrekeningen goed gelezen heeft,
dan ziet u ook een aantal dingen, bijvoorbeeld die in Teteringen Waterdonken gebeurd zijn, die een
weerslag hebben op een becijfering van het Grondbedrijf.
En het laatste, dat heb ik in de richting van de heer Vos gezegd. U zegt dat ik zelf ook heb gezegd,
dat het anders en beter moet. Maar ik heb natuurlijk tegelijkertijd gezegd dat als je kijkt naar de
informatievoorziening en je kijkt nu naar deze jaarrekening en je doet een beetje moeite om de
tekst gewoon echt goed te lezen, dan zie je dus dat er al echt veel meer aansluiting zit tussen alle
cijfers die iedere keer weer wisselen. Dat zal zo blijven. Ik heb de eerste bestuursrapportage die
het Grondbedrijf aangeleverd heeft daarvoor gezien en dan zie je een nog veel duidelijkere
verbetering van: wat is nu voorspeld bij de begroting, hoe ziet het er nu uit. Ik denk dat daar die
behoefte aan is, maar u moet niet denken dat de cijfers een soort constant beeld gaan vormen.
Dat is natuurlijk niet zo.
En als allerlaatste, als u straks naar de kadernota kijkt, zult u moeten beoordelen, als u kijkt naar
hoe het Grondbedrijf zich ontwikkelt, nogmaals met de interpretaties van deskundigen op dit
moment, en de reserveringen die het college daarvoor pleegt en de maatregelen die het college
neemt in de kadernota maar tegelijkertijd ook met de opdracht van de raad om te investeren, is
dat een bepaalde verhouding. En dan kan ik u nu alvast voorspellen dat daarbij het Grondbedrijf
nog bij lange na niet zijn 40 miljoen haalt. Als u wilt dat dat wel zo is, dan zult u bij de kadernota
wat anders moeten doen. Maar dat is niet wat het college aan u voor gaat stellen. Echter, die
discussie komt straks.
DE VOORZITTER;
Goed. Wie heeft behoefte aan een tweede termijn?
Mevrouw Vossenaar.
MEVROUW VOSSENAAR:
Heel kort voorzitter, wil ik de wethouders alvast danken voor hun antwoord. Wat mij erg plezierde
was dat wethouder Snier ook opmerkte dat er niet getornd zal worden aan de ambitie en de
kwaliteit van de projecten waar we mee bezig zijn. En als ik daar dan het antwoord van zijn collega
naast leg, dan denk ik dat het resultaat en het volgen van het resultaat van de voortgang van alle
projecten, ons bij de les zal houden en ons enerzijds zal kunnen laten zien dat die kwaliteit ook
inderdaad gewaarborgd blijft en anderzijds ons op de hoogte houdt van datgene wat financieel
gebeurt. En daarmee is dan in feite ook het tweede deel van mijn zorg weggenomen daar waar het
gaat over dat wat we nou gemakshalve maar even onder uitnutting noemen, maar wat evengoed
betekent het volgen van een financieel verloop in de loop van de jaren. Daar wilde ik het even bij
laten, voorzitter. Dank u wel.
DE VOORZITTER:
Mijnheer Vos.
DE HEER VOS:
Voorzitter, nog een kleine en korte reactie want de wethouder daagde mij ook weer een beetje uit.
De wethouder begon met het in ontvangst nemen van de complimenten. En ik dacht: dat is mooi