149
DE HEER SCHELTENS:
Ik blijf zitten want ik houd het heel kort en wel hierom: er is bij de voorbereiding van deze
vergadering bij mij iets mis gegaan. Ik dacht op basis van de bespreking in de commissie me te
kunnen scharen achter het betoog van de heer Vos van D66, maar die gaat helemaal geen betoog
houden, dus dat is een beetje moeilijk. Hij was waarschijnlijk van plan om zich te scharen achter
mijn betoog. Ik moet dus een keuze maken uit een van de vorige sprekers. Laat ik mij deze keer
eens aansluiten bij het gloedvolle betoog van de heer Bergkamp van het CDA.
DE HEER VOS:
Voorzitter, mag ik dan meteen ook even aanschuiven, want ik was al dik tevreden over dit
voorstel. Dus ik dacht me gewoon aan te sluiten bij mijnheer Scheltens, maar nu die zich aansluit
bij mijnheer Bergkamp, doe ik dat ook.
DE VOORZITTER:
U heeft goed in de commissie gesproken en dat houdt niet in dat per definitie wederom hier
gesproken moet worden. Dus wat dat betreft kan ik het zeer wel volgen.
Het woord is aan de heer Hardorff, Partij van de Arbeid.
DE HEER HARDORFF:
Ik vind het wel erg dat er al aangesloten wordt bij een bijdrage terwijl die van mij nog niet gehoord
is, maar oké.
DE HEER SCHELTENS:
Dat kan altijd nog mijnheer Hardorff.
DE HEER HARDORFF:
We willen toch redelijk kort zijn. Er is in de commissie al veel gezegd. Voor een deel kan ik me
aansluiten bij de woorden van de heer Bergkamp, maar niet helemaal. En daar kom ik zo meteen
heel even op terug.
We vinden het goed dat de wijkmonitor wordt ingevoerd. Ik denk dat het goed is dat je een steeds
scherper beeld krijgt van wat er nu in de wijken gebeurt en wat de voortgang is, juist als het gaat
om de persoonlijke leefomstandigheden van de mensen die daar wonen. We hebben daar ook in de
commissie de discussie over gevoerd. Een aantal indicatoren zouden we daar aan toe kunnen
voegen, zoals het doen van vrijwilligerswerk of bijvoorbeeld sportbeoefening, die er op dit moment
niet in zitten. Misschien helpt dat dan om doelstellingen smarter te formuleren en wordt aan de
wensen van mevrouw Van Maanen tegemoet gekomen.
We willen ook deze gelegenheid gebruiken om te benadrukken dat keihard doorpakken nodig blijft,
want we hebben het hier over projecten met een lange adem en achterover leunen is niet echt op
zijn plaats. In Heuvel en Driesprong zijn flinke stappen gezet, maar in Breda Noord, ondanks het
feit dat er veel gebeurd is, is er ook nog wel een lange weg te gaan, juist ook om de participatie en
het vertrouwen van de bewoners te doen toenemen. Er doen heel veel mensen mee met die
wijkontwikkeling, maar er zijn ook heel veel mensen nog niet betrokken en ik denk dat we daar
echt nog wel flink op in moeten zetten. En het helpt wel als je ziet dat er voorzieningen
gerealiseerd worden, fysieke voorzieningen. En dan heb je het over Brede Scholen, de upgrading
van winkelcentrum Hoge Vucht, het Dr. Struijckenplein, zorgkruispunten, de bibliotheek in de
Heuvel, speelvoorzieningen en trapveldjes, etcetera.
Onderzoek van de universiteit in Utrecht wijst ook uit dat juist die voorzieningen heel erg
belangrijk zijn als het gaat om het gevoel of mensen vinden dat hun wijkontwikkeling slaagt.
Overigens staat in datzelfde onderzoek de Heuvel genoemd als een voorbeeld voor
wijkontwikkeling of stedelijke ontwikkeling en de manier waarop bewoners daar een rol in spelen.
Dus laten we daar trots op zijn.
Ik kom terug op een opmerking van de heer Bergkamp. Hij heeft het over verschuivingen en een
discussie die we daarover moeten voeren. Aan de andere kant, als je kijkt wat er nu in die wijken
gebeurt en wat er nog nodig is, zouden wij als Partij van de Arbeid niet willen praten over
verschuivingen, maar wellicht over extra accenten. Ik zou niet naar de mensen in de Heuvel, naar
de mensen in de Driesprong en naar de mensen in Breda Noord willen zeggen: het kan wel een
tandje minder, we gaan onze energie ergens anders besteden van jullie geld. Want die discussie
gaan we dus voeren.
DE VOORZITTER:
Dank u zeer. Het woord is aan de heer Spapens, SP.
DE HEER SPAPENS:
