157
DE HEER BERGKAMP:
Mijnheer Taks u heeft zich blijkbaar toch erg laten inspireren door een bijdrage van de heer Vos in
de commissie.
DE HEER TAKS:
Wacht even, zegt u dat de VVD en D66 hetzelfde over dit onderwerp denken.
DE HEER BERGKAMP:
Ja, want die proberen dat volgens mij in de commissievergadering ook twee tot drie keer op tafel
te leggen. Dit voorstel gaat uitdrukkelijk over fase 1. Wij kunnen ons in fase 1 prima vinden. En wij
maken op voorhand bezwaar tegen het feit dat wij de verbeteringen van de straten die net
genoemd zijn niet zouden kunnen doorvoeren.
Dus de oproep aan het college is om alles op alles te zetten en volgens mij is dat ook de inzet van
het college. Dat hebben in ieder geval de betrokken wethouders in de commissie aangegeven. Dat
zullen ze zo meteen nog wel een keer doen. We hebben wel een superproject, maar het is ook een
sleutelproject. We moeten alles op alles zetten om de partners die in dit project betrokken zijn te
overtuigen van het feit dat zij ook een verantwoordelijkheid hebben in het nakomen van hun
afspraken. En het CDA heeft er alle vertrouwen in dat die inzet - en die notitie geeft al een aantal
richtingen aan waarheen die inzet gepleegd wordt - ook resultaat gaat opleveren. Maar laat helder
zijn dat het wat het CDA betreft, het aanleggen een openbaar vervoer voorziening, van een nieuw
station om het maar eens in eenvoudige woorden te zeggen, zonder dat we iets doen aan de
verbetering van de omgeving, een optie is die onze steun absoluut niet heeft. We gaan er ook van
uit dat die optie ook niet in beeld hoeft te komen.
DE HEER TAKS:
Maar fase 2...
DE HEER BERGKAMP:
Nu voor de derde keer, dus in die zin heeft u die drie nu al gehad.
Het voorstel gaat nogmaals over fase 1. In de notitie wordt aangegeven dat als dit en dit niet kan,
het dan de optie is dat dat en dat zou moeten, en het CDA geeft aan dat dat een optie is die onze
steun niet heeft.
En als de heer Boer dan gaat vragen hoe we dat gaan financieren, dan heb ik hetzelfde antwoord
als wat de heer Szablewski ook gegeven heeft, dan krijgen we dat aan de orde op het moment dat
we over de nieuwe fase praten, zeg maar in 2011, 2012 en 2013. Dan gaan we op dat moment de
consequenties van die uitspraken met elkaar vertalen in beleid en in geld.
DE HEER BOER:
U schuift het door.
DE HEER BERGKAMP:
Wat zegt u?
DE HEER BOER:
U schuift het probleem door.
DE HEER BERGKAMP:
Ik schuif het probleem niet door. Ik geef op voorhand aan wat onze positie is in de discussie die
wellicht gevoerd moet worden en we hopen dat dit niet hoeft. Maar als die discussie gevoerd moet
worden, dan wordt die later gevoerd. Niet omdat wij het probleem doorschuiven, maar omdat die
discussie later aan de orde is. En ik geef op voorhand aan wat onze inzet is in die discussie.
Helderder dan dat kan ik het in deze wereld, waarin we al twee jaar bezig zijn met een
speelpleintje bij de Zon, voorC 20.000,—, in deze discussie met deze omvang denk ik niet maken.
En daar wil ik het ook bij houden.
Nog even de puntjes op de i over onze inzet ten aanzien van het voorstel. Ik heb het belangrijkste
al aangegeven. Wij willen nadrukkelijk steun geven en doen nogmaals een oproep aan het college
om de partners aan te spreken op hun verantwoordelijkheid. We zien de uitkomsten daarvan graag
tegemoet. Ook wij zijn erg nieuwsgierig. De heer Szablewski heeft al gevraagd naar de uitkomsten
van het overleg met ProRail. Toen we daar in de commissie over spraken was dat nog niet helder.
We hebben wat uitlatingen van de wethouder in de krant gelezen, maar ik zou het op prijs stellen
om uit haar mond hier tijdens de vergadering nog iets over te horen.
De actieve informatievoorziening aan de direct betrokkenen is ook door het CDA als belangrijk item
gemeld. Ik vind de actie die ingezet is om de dag na de commissievergadering direct een
uitgebreide brief te sturen aan alle belanghebbenden in de omgeving, vanuit het college een goede