128 DE VOORZITTER: Dank u wel. Ik wil aan de leden van de raad vragen of men kan instemmen met dit voorstel. (Applaus) En dan wil ik graag de studenten van het Prisma Graaf Engelbrecht college vragen om naar voren te komen. Ik wil het besluit, wat ik inmiddels al getekend heb, - omdat de jury zo eendrachtig en unaniem was dat ik dat voor deze keer wel aandurfde -, graag aan jullie overhandigen. Ik wil me graag aansluiten bij de woorden van mevrouw Lucassen. Ik denk dat jullie een topprestatie hebben geleverd. En ik hoop dat het ertoe mag bijdragen dat jullie op een wat andere wijze naar het werk van de gemeenteraad kijken. En wie weet, en dat hoop ik zeer, dat nog een aantal van jullie nadrukkelijk belangstelling krijgt voor het actieve raadswerk. Nogmaals proficiat. Ik wil jullie vragen hier naar voren te komen voor het uitreiken van het besluit. (Het besluit wordt uitgereikt.) 3. Grondbeleid onder constructie. DE VOORZITTER: Dan is nu aan de orde het Grondbeleid onder constructie, een onderzoek naar het grondbeleid van de gemeente Breda. Ik wil graag de heer Roebroek uitnodigen om een toelichting te geven bij de uitreiking van het rapport. Aan u het woord. DE HEER ROEBROEK: Dank u wel voorzitter. U heeft het al een paar keer over NAC gehad. De Rekenkamer bestaat uit vier leden die van buiten Breda komen. Dus ik kan het niet laten om u en de Bredanaars te feliciteren met het behaalde resultaat. Het is niet niks om drie wedstrijden te winnen en een keer gelijk te spelen in de nacompetitie. En morgen zijn de verkiezingen voor Europa. NAC heeft al eerder dan de verkiezingen zijn de stap naar Europa gezet. Dat is toch prachtig. Twee leden van de Rekenkamercommissie moeten vanavond nog heel erg bang zijn voor wat er in Leeuwarden gebeurt, want dat is hun favoriete club. Maar ik ben hier voor het aanbieden van het rapport over het grondbeleid. Toen wij als Rekenkamer begonnen met na te denken over het grondbeleid, waren er een aantal redenen waarom wij dachten dat het belangrijk was om in ieder geval in het vooronderzoek eens naar het grondbeleid te kijken. Dat heeft natuurlijk alles te maken met het feit dat er een nieuwe Wet ruimtelijke ordening tot stand is gekomen. Ook het college had aangekondigd om een traject in te zetten rond het grondbeleid. Verder kun je zien dat Breda een aantal ambitieuze belangrijke ruimtelijke projecten heeft lopen waar grote bedragen mee gemoeid zijn en daar zijn ook belangrijke risico s aan verbonden. Ik denk dat een goede beheersing en sturing van die projecten natuurlijk van groot belang is. En verder is het zo dat grondbeleid, en dat blijkt niet alleen voor de gemeente Breda maar dat geldt voor veel gemeenten in het land, een complexe en lastige materie is, zeker wanneer je dat bekijkt vanuit het perspectief van de controlerende, sturende rol van de gemeente. Dus het was ons plan om een vooronderzoek te doen. Afgelopen jaar is er behoorlijk wat gebeurd. Je ziet dat het grondbeleid in toenemende mate in den lande in de belangstelling komt. Als je de verslagen van de VNG leest of Binnenlands bestuur, grondbeleid is echt belangrijk op de agenda is gekomen. Je ziet ook dat er vrij kritisch gekeken wordt naar het grondbeleid in termen van: is de informatie rondom het grondbeleid voldoende aanwezig, wordt de informatie goed up to date gehouden. Dat lijken mij hele belangrijke zaken. Ik heb zelfs gemerkt dat binnen de accountantswereld op dit moment een discussie plaats vindt rond de vraag of je de financiële kant rond het grondbedrijf niet binnen de lopende begroting zou moeten opnemen. Dat zijn allerlei nieuwe discussies. Uiteraard de veranderde economische omstandigheden, aangeduid als de kredietcrisis. Wanneer je dan in de gemeente zit zoals Breda met flink wat ruimtelijke projecten, dan is dat een reden te meer om eens goed naar het grondbeleid te kijken. En dat heeft er toe geleid, om het zo maar eens te noemen, dat de Rekenkamer, zo hebben we dat uitgedrukt, de tekenen des tijds begrepen heeft, en van mening was dat het beter was om met een volwaardig rapport te komen en op die manier ook een bijdrage te leveren aan het project dat loopt, en dat uw raad en college reeds hebben ingezet. Vandaag wil ik dat rapport aan de raad, aan het college, aanbieden. Ik wil toch heel even van de gelegenheid gebruik maken om onze secretaris Juliët, te complimenteren met dit rapport. Je zou kunnen zeggen, rapporten zijn van de Rekenkamer, ik zou in dit geval Juliët even willen noemen. Het was een heel moeilijk traject, het is ook een hele ingewikkelde materie. Iedereen die met grondbeleid te maken heeft, zal beseffen dat dit zo is. En ik vind dat zij in dit kader een hele mooie

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2009 | | pagina 8