181 blijdschap uit over de ombuiging. Ik kan dat eigenlijk niet zo goed rijmen. Volgens mij moeten we helemaal niet zo blij zijn, want het is geen herbestemming maar meer een verbreding. DE HEER LIPS: Dat zie ik niet zo. Het is geld uit het FMO dat dus ook voor werkgelegenheid en voor de economie is en wordt ingezet. Dat hebben we ook met z'n allen besloten en ik denk dat we met z'n allen daar heel erg blij mee moeten zijn. DE HEER ERNST: Om kort te gaan: u heeft liever een verbreding dan een herbestemming? DE HEER LIPS: Ja, ik heb liever een verbreding. DE VOORZITTER: Mevrouw Haagh, Partij van de Arbeid. MEVROUW HAAGH: Ik wilde u even nog iets vragen met betrekking tot het sportcentrum, want u noemt dat inderdaad. Er is een proces gaande met het ROC, met Vitalis. Het is belangrijk dat de partijen hebben uitgesproken dat ze er allemaal positief in staan. Maar u zegt tegelijkertijd dat er nog een aantal struikelblokken zijn en u daar nog even mee wil wachten. Maar wat nou als binnen een paar weken die struikelblokken verholpen zijn, het proces gewoon heel mooi door kan, de zo gewenste synergie die u ook wenst in een sportcentrum op deze manier gerealiseerd kan worden, en daarmee de schop in 2010 prima in de grond kan? We gaan hopelijk geen processen die werkgelegenheid creëren, tegen houden? DE HEER LIPS: Als het zo is dat binnen een paar weken plannen concreet worden, dan kunnen we daar bij de begrotingsbehandeling een besluit over nemen. DE VOORZITTER: Nog anderen? Dan geef ik het woord aan mevrouw Van Maanen, niet nadat ik even het dictum van de moties heb voorgelezen. CDA verzoekt het college bij de voetbalvereniging Bavel in 2010 alsnog een kunstgrasveld aan te leggen, deze te bekostigen met 200.000,— uit de bestaande middelen van kunstgrasvelden van 2009. 50.000,— restant van 2009 en nog 150.000,— teruggave van de BTW en 200.000,— het raadsbudget. En dan: Verzoekt het college onderzoek te doen naar tekorten bij kleedlokalen bij voetbalverenigingen en de resultaten van dit onderzoek uiterlijk 9 september 2009 voor te leggen aan de raadscommissie Mens en Maatschappij en verzoekt 50.000,— uit het werkbudget van de gemeenteraad ter beschikking te stellen aan het voornoemde comité ter realisering van het dorpspark Ulvenhout. Het woord is aan mevrouw Van Maanen. MEVROUW VAN MAANEN: Geachte voorzitter, collega's, raadsleden en kijkers. In eerste termijn zal de VVD de stelling onderbouwen dat het college zich niet houdt aan de opdracht en de gemaakte afspraken. De VVD vindt dat dit wel zou moeten. Ik zal dit onderbouwen aan de hand van drie onderwerpen. Ten eerste, de keuzes die het college in de kadernota voorstelt en voorlegt aan ons en ten tweede de afspraken uit het coalitie akkoord en ten derde de financiële afwikkeling van de kadernota. Maar eerst voorzitter, wil ik het hebben over de reservepositie van de gemeente. Ondanks het feit dat het college zegt trots te zijn op haar degelijke financiële beleid, is de reservepositie niet florissant te noemen. Op bladzijde 47 staat dat de echte vrije ruimte voor onvoorziene risico's afneemt met 4 miljoen, van 12,5 miljoen naar 8,5 miljoen. Daarnaast wordt een bedrag van 16 miljoen geblokkeerd als risicoreserve voor het Grondbedrijf. Door dit bedrag te reserveren in plaats van te boeken naar het Grondbedrijf, wordt het plaatje mooier gemaakt dan het is. Verder wordt een bedrag van in totaal ruim 19 miljoen euro ingeboekt die volgens de bestendige gedragslijn niet de afspraak is. Zie hiervoor de antwoorden van de wethouder op schriftelijke vragen van D66. Het betreft namelijk voor een deel, zoals het college zelf al aangeeft, een voorschot op het resultaat van 2009. Daarbij kan serieus de vraag gesteld worden in hoeverre deze

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2009 | | pagina 12