196
gaat ook naar onze inwoners. Want ook zij profiteren van de instroom van buiten en daar laat ik
het dan maar even bij.
DE VOORZITTER:
Goed. De motie. Verzoekt het college om het concept beleidsvisie van de bibliotheek Breda zodanig
aan te passen dat er sprake is van een goed spreidingsbeleid, waarbij een goede bereikbaarheid
voor de bibliotheekfunctie voor alle wijken en dorpen en dus ook voor de wijk IJpelaar wordt
gehandhaafd. Op basis van het spreidingsplan een plan op te maken waarin functieverandering,
medegebruik van ruimtes en efficiency oplossingen, leiden tot een sluitende begroting van de
bibliotheek Breda, dit plan voor te leggen aan de commissie, de raad, voor het einde van dit
kalenderjaar, eenmalig 150.000,— voor het jaar 2010 aan te wenden uit het werkbudget
gemeenteraad, teneinde de bibliotheek Breda de gelegenheid te geven de overgang naar een
nieuwe situatie in gang te zetten.
Het woord is aan de heer Akinci, GroenLinks.
DE HEER AKINCI:
Voorzitter, collegae, toen we een dikke drie jaar geleden begonnen aan deze coalitieperiode, was
dat een doorbraak. De vaste coalitie van VVD, CDA en PvdA viel uiteen en er kwam een nieuwe
rooms-rood-groene coalitie. Dat was een novum, in ieder geval voor mijn achterban. Voor mij toen
als kersverse lijsttrekker, maar ook voor GroenLinks, de in Breda op dat moment nog steeds
gedoodverfde oppositiepartij, was dat een trendbreuk. Ik kan mij herinneren dat ik op een gegeven
moment tijdens die coalitieonderhandelingen 's nachts badend in het zweet wakker werd, uit een
droom waarin mij in het rokershok van het gemeentehuis door de heer Haarhuis en de heer Snier,
of zoals wij ze wel eens liefkozend noemen, de beide Henkjes, de huis vol gescholden werd en mij
weer werd gevraagd waar GroenLinks nu weer mee bezig dacht te zijn. Andere dromen over
kritische ledenvergaderingen, heftige fractievergaderingen op het stadhuis en boze brieven in de
krant, bleven mij als droom bespaard. Dat zijn zaken die ik in het echt heb mee gemaakt.
Nu drie jaar later, behandelen we de Kadernota 2010, de laatste Kadernota die in deze periode de
revue passeert. Het is een Kadernota light. Allereerst omdat het een scheidende coalitie en een
scheidend college past om bescheiden te zijn in het presenteren van nieuwe plannen. Dat is
immers straks voorbehouden aan de nieuwe raad. Maar de financiële vooruitzichten voor de
komende jaren nopen ook tot terughoudendheid.
Voorzitter, kijkend naar de Kadernota 2010, wil ik beginnen met een paar zaken die mij deugd
doen. Al jaren is het GroenLinks een doorn in het oog dat structurele uitgaven incidenteel gedekt
worden. Voor een deel wordt daar met deze Kadernota een oplossing voor gevonden. Het meest in
het oog springt dan de ophoging van het budget voor de daklozenopvang met 270.000,—, een
goede start voor het sociaal pension, wat moet leiden tot een fatsoenlijke opvang voor dak- en
thuislozen, begeleiding van verslaafden en ook vermindering van de overlast in buurten en wijken.
Andere positieve punten - ik som er een aantal kort op - zijn gelden voor de restauratie en de
herontwikkeling van de Heilig Hartkerk, de uitvoering van het klimaatbeleid, het dierenasiel,
verbeteringen aan de loods en de gelden die nu aanvankelijk al gereserveerd zijn voor het traject
Brabant culturele hoofdstad.
Wat we vooralsnog missen in de kadernota, zijn een tweetal zaken die in het pre kader nota debat
uitdrukkelijk door de raad zijn gevraagd.
Dat zijn enerzijds de speelveldjes, waarvan een aantal dringend behoefte heeft aan een
opknapbeurt en anderzijds de aanpak van het Jan Ingenhouszplein. We hebben het al heel vaak
gezegd in deze raad, maar ik krijg het nog steeds niet goed uitgesproken. En iets makkelijker uit te
spreken is: de Haagweg. Andere fracties hebben dit al genoemd. Voor de speelveldjes heeft
mevrouw Haagh mede namens ons al een motie ingediend en met betrekking tot de aanpak van
het Ingenhouszplein onderschrijven we haar oproep om in ieder geval in 2010 al een traject met de
bewoners in te zetten, om zo tot planvorming te komen. De daadwerkelijke uitwerking daarvan, -
en dat is misschien ook meteen in de richting van mevrouw van Maanen belangrijk - kan dan in
2011 of 2012 ter hand genomen worden.
Het Regiofonds. Ik ga alvast een aantal dingen die ook door andere fracties gezegd zijn
behandelen. De economische krimp betreft vooral ook dit jaar het bedrijfsleven en daarmee ook de
werknemers. Kredietverlening valt weg, waardoor bedrijven hun orderportefeuille niet meer
gefinancierd kunnen krijgen. Het is een illusie, en laat ik dat heel nadrukkelijk zeggen hier in deze
raad, als wij als Breda, of wij als West Brabant, denken dat wij deze ontwikkeling kunnen stoppen.
Wat we wel kunnen doen, is een aantal activiteiten of ontwikkelingen die stil dreigen te vallen, net
dat ene zetje geven wat nodig is. Het heeft dan geen zin om alleen maar de oude industrie die in
de problemen zit, te ondersteunen. Het gaat juist om nieuwe activiteiten, innovatie en met name
om zaken die passen binnen een duurzame groene toekomstbestendige economie. Zo kan een
Regiofonds, al dan niet als een revolving fund, eraan bijdragen dat we steeds sterker uit deze crisis