207
maken. Wij maken die keuzes wel, omdat bij de begroting natuurlijk ingevuld gaat worden welke
reële consequenties dit ook gaat hebben. Kijk, op het moment datje een organisatie als de
gemeente op de nullijn zet, dan betekent dat, datje reële capaciteit terug gaat. Er wordt nu een
nullijn voorgesteld voor 4 jaar. Moet u eens bedenken, 4 jaar. Stel dat de loon- en
prijscompensatie 2% blijft, dan betekent dat, dat de reële capaciteit van de organisatie met ruim
8% afneemt gedurende de komende 4 jaar. Dat is de consequentie. Dat betekent dat wij als
college aan u vragen: geef ons de tijd om die consequenties zorgvuldig in kaart te brengen en die
uitwerking ook op een zorgvuldige wijze te kunnen presenteren. Dat is wat ik gezegd heb.
MEVROUW VAN MAANEN:
Voorzitter, dat betekent dus dat u nu een handtekening vraagt van deze raad voor een bezuiniging
van 40 miljoen en dat u later daar de onderbouwing bij geeft. En dat is natuurlijk toch een beetje
lastig. Want hoe kan je daar nou voor tekenen als je niet weet wat het betekent.
MEVROUW BOELEMA:
En ondertussen wordt het geld wel uitgegeven in deze Kadernota.
WETHOUDER SNIER:
U kent de systematiek natuurlijk net zo goed als ik. Bij de begroting 2010 is het definitieve
moment waarop wij bestemmen. Overigens mag ik u erop wijzen dat er ook nog een september
circulaire tussen zit. Dat kan ook nog een betekenis hebben voor de begrotingsbehandeling. Dus ik
denk dat wij meer dan voorheen - en ik denk dat we dat we ons dat met elkaar goed moeten
realiseren - meer dan voorheen leven wij in onzekere tijden, ook in gemeenteland. En meer dan
voorheen moet je heel zorgvuldig, op elk moment waarop je een afweging maakt, bij je Kadernota,
na je mei circulaire, bij je begroting, na je september circulaire, met alles wat daar nog tussendoor
komt, aan informatie en maatregelen die op je af komen. Wij leven tot op zekere hoogte, ik wil niet
overdrijven, bij dagkoersen klinkt te zwaar, maar wij leven veel meer in onzekerheid. En wij zullen
bij de begrotingsbehandeling 2010 dus veel meer dan dat wij dat in voorgaande jaren moesten
doen, nog veel meer integraal naar de afwegingen kijken die we nu gemaakt hebben.
MEVROUW VAN MAANEN:
Voorzitter, om nog heel even op dat onderwerp terug te komen. Want u geeft nu net het geld uit.
En u zegt: we gaan het straks terugverdienen. Maar als je daar consequent in bent, zou ik zeggen:
we houden ook even de hand op de knip. Maar dat doet u niet.
WETHOUDER SNIER:
Wij doen wat wij altijd doen. Dat is namelijk kijken naar de ruimte die er is en proberen daarmee
een verstandige match te maken in de richting van de uitgaven en daarnaast - en dat blijf ik
uiteindelijk toch herhalen - bouwen wij in relatie tot de onzekerheid van deze tijd, in relatie met
voorgaande jaren, een enorme risicopositie op in de algemene reserve. En dat is iets wat met
name ook als een hoeksteen gezien mag worden van hoe wij als college hierin keuzes maken. Wij
vinden dat zorgvuldig en wij denken dat het een zorgvuldige manier is om straks bij de begroting
indringend met elkaar een debat te voeren tegen de achtergrond van wat er op dat moment
actueel is.
DE VOORZITTER:
Mevrouw Boelema:
MEVROUW BOELEMA:
U citeert ook uit dezelfde begrotingsnotulen als die waaruit wij geciteerd hebben. En als ik u goed
begrijp, zegt u daarin: nee, de kaasschaafmethode kunnen we niet toepassen. Nu geef ik u een
aantal opties die u zelf net genoemd heeft. Ik heb met u meegeschreven en die opties kan ik alleen
maar interpreteren als kaasschaafmethode, namelijk 70% van de vacatures wordt niet ingevuld.
Dat gaat over de hele organisatie. Dat betreft dus alle velden. Dat is geen keuze voor beleid. Nog
eentje. Inhuur derden betreft de hele organisatie. Dat is dus geen keuze voor een bepaald beleid,
datzelfde wat u ons verweet. Nog een keuze. Geen loon- en prijscompensatie betekent de hele
organisatie. Dat is dus een kaasschaafmethode. En nu wil ik van u weten wat het verschil is tussen
wat wij voorstellen en wat u nu voorstelt. Want volgens mij komt het op hetzelfde neer.
WETHOUDER SNIER:
Nee, dat komt niet op hetzelfde neer, omdat wij bij de begroting 2010 aan u zullen presenteren
waar vacatures niet ingevuld zullen gaan worden. Wij gaan daar man en paard noemen. En dat is
het grote verschil. Daar worden wel degelijk op een bepaald moment, dus waar het om
beleidsvoorbereiding gaat, straks keuzes gemaakt.