218
Maar waar is nog niet zeker. Ik heb de heer Franken ook uitgebreid gesproken hierover en hij is
ook bezig met een ontwikkeling topsport, een soort klein Papendal, eventueel bij het Esso terrein.
En daar zou hij toch ook het ROC sport in plaatsen. Dus ik zie niet in hoe hij dan op twee plaatsen
tegelijk gaat huren.
WETHOUDER VAN YPEREN
De heer Franken heeft de plannen van het Esso gebouw, laat ik het zo noemen, verlaten en heeft
nieuwe plannen naar voren gebracht rond het NAC stadion en die zijn best heel goed voor de stad,
maar zijn nog in een dusdanige fase dat we nog nergens over kunnen spreken in dit geval.
MEVROUW VAN MAANEN:
Maar dan ga je toch nu geen geld reserveren om een sporthal te bouwen als die daarna op een
andere plek gebouwd
WETHOUDER VAN YPEREN:
Dat heeft niets te maken met de sporthal.
DE VOORZITTER:
Ik zou het volgende willen zeggen. Wat u hier krijgt is de opvatting, zoals die door de voorzitter
van het college van bestuur van het ROC aan een delegatie van het college is gemeld. Dat wordt u
bericht. Het is niet aan ons om nog eens datgene wat zich soms op particuliere niveaus, op
informele niveaus in onze stad voordoet, dat kan af en toe loyaal zijn, maar dat kunnen wij niet
berichten. Ik stel het volgende voor: Dit is de opvatting zoals die het college heeft bereikt, u vraagt
aan het college die opvatting en die krijgt u bij deze. Drie wethouders hebben aan dat gesprek deel
genomen. Er is terug gekoppeld in de laatste collegevergadering. Ik kan er niet meer en niet
minder van maken en al het andere wat elders gewisseld wordt, dat kan - daar is onze stad rijk in,
dat moeten we misschien ook blijven - maar u wisselt het nu in het dualisme met het college. En
zo nodig komen wij nog aanvullend bij u op terug, zodat u goed weet wat die informatie is. En dan
kunt u dat wegen naar uw eigen inzicht.
MEVROUW BOELEMA:
Toch vind ik het dan wel bijzonder voorzitter, dat die informatie ons dan volgens u in het informele
circuit moet bereiken en dat wij niet door u bericht worden daarover. Het is nu voor het eerst dat ik
hier officieel van de wethouder iets hoor. Ik vind het prettig om het te horen, daar gaat het mij niet
om, maar wij moeten dat dus wel al op voorhand horen. En daarbij komt de vraag: waarom kan
die sporthal niet wachten tot april 2010, tot dat het nieuwe college daarover een besluit kan nemen
of de nieuwe coalitie?
DE VOORZITTER:
Ik hecht er even aan om datgene wat recentelijk is gewisseld tussen het ROC bij monde van haar
voorzitter en de college delegatie, zeer recentelijk teruggekoppeld is, en ik vind dat u dat moet
weten. En al het andere is ook welkom, maar dat kunnen wij u niet leveren. En dat leidt mogelijk
tot enige differentie in het waarnemen en het opvatten. Dat is wel een element. En meer zeg ik
daar niet over. U moet dat straks verder wegen in uw tweede termijn.
Wethouder, kunt u naar een afronding komen?
WETHOUDER VAN YPEREN:
Ja, ik wilde afronden, maar ik wil toch nog een paar dingen aangeven.
Dat het sportcentrum aan vervanging toe is, is duidelijk. Het opknappen van het oude
sportcentrum wordt geschat op 5 miljoen. Ook dat zet bepaald geen zoden aan de dijk. En het is
een vergissing, wanneer men denkt dat het sportcentrum een topsporthal is. Het is een
sportcentrum met gedeeltelijk het formaat voor topsport. Dat betekent alleen maar dat het de
hoogte heeft voor bepaalde wedstrijden. De toeters en bellen die aan een sportcentrum zitten,
heeft het absoluut niet. Het is een breedtesporthal met inderdaad de hoogte van een topsporthal,
waardoor ook die wedstrijden er in gehouden kunnen worden. Dus het is geen topsporthal of
topsportcentrum. Het is een sportcentrum, een vervanging in wezen van wat we nu hebben en dat
daar op een gegeven moment voor de breedtesport wordt opgericht. Dat betekent gewoon dat de
bouw van een sportcentrum heel belangrijk is voor de gebruikers van vandaag. Er is ontzettend
veel vraag en zeker ook naar de toekomst toe, want het is de regering die juist de scholen wil
activeren om sport te bedrijven en de behoefte aan die ruimten is enorm groot. Ook dit
sportcentrum wat we dan zouden bouwen, is nu al bijna compleet gevuld met aanvragen. En dan
praat ik over de doodgewone jongens en meisjes die daar elke dag sport nodig hebben en niet over
topsportmensen. Het is dus een noodzaak binnen de stad. En het zou trouwens onbehoorlijk