Een korte vraag aan de wethouder. U spreekt net uit dat bij de Kadernota geen geld uitgegeven wordt. Dat klopt. Maar als wij iets willen wijzigen, wilt u van ons wel een dekking weten. Hoe wilt u dat rijmen? WETHOUDER SNIER: De Kadernota is een verhaal op hoofdlijnen, waarbij we proberen om in ieder geval de prognoses van de inkomsten en de uitgaven die we daartegenover willen zetten, bij elkaar te brengen. Daar moet je dus niet een gat in willen schieten. Je moet wel altijd proberen om die prognoses en de uitgaven die je daartegenover zet, met elkaar te laten overeenstemmen. Anders heb je echt een probleem op het moment dat je bij een begroting aankomt, want dan is het onduidelijk wat je dan zou moeten schrappen. DE VOORZITTER: Goed. Mevrouw Boelema. MEVROUW BOELEMA: Ik hecht er toch wel waarde aan om als eerste indiener nog wel wat te vertellen, want het is, zoals we van de wethouder gewend zijn, een heel technocratisch verhaal, maar wel de halve waarheid. Want u suggereert nu voor de kijkers thuis dat wij ons huiswerk niet goed doen. Dat is absoluut niet het geval. Als ik wat langer de tijd heb, en dat zal ik bilateraal wel doen, zal ik toelichten hoe wij wel aan die bedragen komen en waarom wij denken dat het niet klopt. Juridisch heeft u gelijk als u zegt: hiermee geven we geen geld uit, het is een richtinggevend document. Maar het zou de allereerste keer zijn als alle voorstellen die in deze Kadernota staan en waar we nu op doelen, waar het gaat om de financiën, in de begroting niet gecontinueerd worden. Dus het is zeker een richtinggevend document dat geen juridische status heeft om dingen uit te geven. Maar het is wel de richting die het college op gaat en dat is een richting die ons absoluut niet bevalt. We kunnen juridisch gaan haarkloven, maar het gaat om de geest van de motie en wel degelijk de feiten die er in staan en die gewoon kloppen. DE VOORZITTER: Een korte reactie van de wethouder en dan stel ik voor dat we het afronden want we hebben het nodige denk ik met elkaar gewisseld. WETHOUDER SNIER: Wij hebben overigens juridisch niet met elkaar van gedachten gewisseld. Dat heb ik niet gedaan. Wat ik gedaan heb, is gewoon op een aantal onjuistheden in uw motie gewezen en als u dan met die feiten geconfronteerd wordt en dat dan technocratisch noemt, is dat voor uw eigen rekening. DE VOORZITTER: Het woord is aan wethouder Van Yperen. Straks komt wethouder Heerkens nog aan het woord want er ligt ook nog een vraag van de WMO en de Thuiszorg. Wethouder Van Yperen. WETHOUDER VAN YPEREN: Er zijn eigenlijk drie belangrijke vragen in mijn richting gesteld en daar wou ik op ingaan. Allereerst de vraag van het CDA naar een eenvoudig onderzoek van de voetbal, de kleedkamers van de voetbalvereniging. Dat zeg ik u toe voor de begroting om daar kennis van te nemen. Maar het is wel een eenvoudig samenraapsel van hetgeen we daar met elkaar in tegen komen. Het tweede is de sporthal. Ik beloof u na de zomervakantie maximale inspanningen te verrichten om u in ieder geval op de hoogte te stellen van de stand van zaken. Dat betekent dus dat ik u na de zomervakantie direct laat weten, in dezelfde geest als mevrouw Aarts, hoe het er in wezen met de sporthal ten opzichte van het ROC erbij staat. Een derde vraag die op me af komt is de nieuwe motie, ingediend door de VVD namens allen. Ook dan wordt aan mij gevraagd voor de begroting 2010 een locatie onderzoek inclusief de financiële consequenties op tafel te leggen. Ik zal mijn uiterste best doen om daaraan te voldoen. DE VOORZITTER: Het woord is aan wethouder Heerkens. MEVROUW BOELEMA:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2009 | | pagina 73