243 Ik had ook nog twee vragen gesteld voorzitter. Het spijt me. Een vraag ging over de datum waarop wij een besluit zouden hebben genomen over de sporthal. Dat wilde ik graag weten van wethouder Van Yperen. En ik heb een vraag gesteld over de monumentale status van De Scharen. WETHOUDER VAN YPEREN: Een datum van een besluit van de sporthal hebben we nooit genomen. We hebben in wezen een voorbereidingsdebat gehad om dit op te pakken. Ten tweede hebben we op een gegeven moment een haalbaarheidsonderzoek gehad en een besluit om een sporthal te gaan bouwen, dat komt nog. Dat moet nog genomen worden. DE VOORZITTER: De monumentale status. WETHOUDER VAN YPEREN: De monumentale waarde van de sporthal bij De Scharen. Het advies aan het college is dat het een gemeentelijk monument is, maar de constructie is gemeentelijk monument. Dat betekent niet dat de gebouwen die daarnaast staan, daarbij horen. Dus op dit moment is de constructie inderdaad een gemeentelijk monument. Er zijn onderhandelingen met een corporatie om de zaak aan hen te verkopen. Zij zien mogelijkheden om het te gebruiken. DE VOORZITTER: Goed. Dan is het woord aan wethouder Heerkens. WETHOUDER HEERKENS: Ja voorzitter, door het CDA is naar voren gebracht dat zij zorgen hebben over de WMO en dat deel ik met hen. Tot meer inzicht ben ik in de commissie natuurlijk altijd bereid. Ik heb ook getracht om dat met een uitgebreidere brief aan de raad mee te geven, omdat er landelijk nogal wat gebeurd is. In de richting van GroenLinks: het aanbestedingstraject loopt nu. Dat moet ook omdat we natuurlijk per 1 januari 2010 met een nieuwe thuiszorgorganisatie komen te zitten. Daarom heb ik u ook zo goed mogelijk met een brief inzicht gegeven. Wij zijn nu bezig en hopen na de zomer dat te kunnen afronden. Maar het is toch goed om dat nog even te zeggen, mede omdat ook mevrouw Van Maanen er nogal fel op reageerde. Zij zei, een tijd terug, dat was eigenlijk ten tijde van de lerende coalitie, dat is toch al weer even geleden, heeft het college een voorstel gedaan, of eigenlijk ook de coalitiepartijen in die zin. Uiteindelijk is dat door de raad overgenomen om een deel van de Centrum voor Jeugd en Gezin middelen en het Accommodatiebeleid, die versterking daarvan, om dat uit deze risicoreserve te betalen. Nu zijn dat onderwerpen op zich, zeker ook het Centrum voor Jeugd en Gezin, een prestatieveld van de WMO, die gewoon onder de WMO vallen. In die tijd was er breed in de raad een behoorlijke kritiek op de hoogte van deze risicoreserve. Die was toen behoorlijk veel hoger dan nu en ik heb er steeds op gewezen dat deze risicoreserve niet alleen voor de WMO was, maar ook voor het I deel. Maar omdat u hem vrij hoog vond, vonden we het ook goed om te kijken - en dat is breed gedeeld - toch delen van zaken die ook belangrijk geacht werden door deze raad zo te financieren dat die reserve aanzienlijk kon worden afgebouwd, op verzoek van de raad. Inmiddels, en dat is pas een maand of twee bekend, zijn wij bij de WMO van neutrale gemeente naar een min gemeente gegaan. En dat kan ik nu helemaal uit gaan leggen, maar dat heeft te maken met het feit dat blijkbaar een aantal gemeenten landelijk geld over houden en de staatssecretaris, het kabinet, heeft gezegd: u zou eigenlijk geld bij krijgen via een Verdeelmodel, maar u houdt ook over. Dus landelijk geef ik u niks bij in het gemeentefonds. Daarnaast heeft ze in de Verdeelsleutel een groei van ongeveer 2%, terwijl wij bijna 5% groeien met onze vergrijzing. En we zijn in Brabant al bezig met het beleid, in heel Brabant, de grote gemeenten, allemaal al in de min te zitten, allemaal met deze aanbesteding bezig zijn. Dat betekent dus ook dat we nu gaan protesteren bij het rijk en hopen over 2 jaar, want het rijk rekent met 2 jaar terug, geld bij te krijgen. Anders gaan wij naar een structureel groot probleem van ruim 2 miljoen, 2,5 miljoen. En anders gaan we de zorg echt uitkleden. Dat is waar ik zeer recent van op de hoogte ben en waar we ook erg van geschrokken zijn. En ik werp verre van me dat ik dat geweten heb ten tijde van het onttrekken van gelden voor het Jeugd- en Accommodatiebeleid. BESLUITVORMING. DE VOORZITTER: We hebben gesproken in de termijnen en we gaan nu met elkaar spreken en de stemmingen aan. s£6SS?#£Bï Tt.-tJ-5§£m£!üsixü

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2009 | | pagina 74