258
Dank u zeer.
Het woord is aan mevrouw Vossenaar, Breda'97.
Excuses, eerst komt de heer Gouka, SP.
DE HEER GOUKA:
Ik ben wat groter en in ieder geval zwaarder dan mevrouw Vossenaar.
Voorzitter, er is een adviesbureau in de arm genomen om uit te zoeken wat de gevolgen zijn van
de voorgestelde ontwikkelingen rondom het NAC terrein. Dat document is een belangrijke, zo niet
de belangrijkste informatiebron voor de raad en het college. De conclusie van BRO is simpel
gezegd: ga rustig slapen, het zit allemaal wel goed. Nu is er ook nog een tegenrapport verschenen
van adviesbureau Cardol, net zo belangrijk en net zo goed als BRO, dat kort gezegd, het rapport
van BRO naar de prullenbak verwijst. Dat wordt weer bestreden door BRO, die overigens in de
gelegenheid gesteld is om te reageren. Vervolgens wordt Cardol dan niet meer in de gelegenheid
gesteld om daar weer op te reageren. En dat is jammer voorzitter, want ook dat hadden we heel
graag geweten. Gelukkig heb ik althans afgelopen dinsdag enkele raadsleden zien twijfelen en
gehoord dat wat BRO ons wil doen geloven, toch niet helemaal klopt. Vandaar mijn vraag
DE HEER AKINCI:
Kunt u namen en rugnummers noemen. Ik heb het niet gezien.
DE HEER GOUKA:
Ik heb even de vraag niet gehoord.
DE HEER AKINCI:
Kunt u namen en rugnummers geven. Ik heb die wankelende raadsleden dinsdag niet gezien.
DE HEER GOUKA:
Ik kom net aan het onderdeel toe waarbij u zult begrijpen dat het wel zo is.
Vandaar de vraag van enkelen om in ieder geval twee winkelcentra in de Haagse Beemden op te
pimpen, zodat ze meer kans hebben om te overleven. Snapt u het nu?
DE HEER AKINCI:
Dat zijn twee totaal verschillende zaken. Dat zijn volgens mij geen twijfelpunten geweest in de
commissie.
DE HEER GOUKA:
Dat is uw mening. Maar wie die miljoenen moet ophoesten om dat te realiseren, wordt niet
duidelijk. En al zou dat duidelijk zijn, alleen de megasuper zou een megaomzet moeten draaien om
rendement te hebben. En we praten dan over een omzet van rond de 30 miljoen. En dat is een
totale omzet van drie relatief grote supermarkten, die we hier in Breda ook hebben. Die 30 miljoen
komt niet uit de lucht vallen, die wordt wel degelijk weg gesnoept bij de bestaande supers. Ik kan
u ook wel beschrijven hoe ernstig dit is. Als een bestaande super een derde of de helft van zijn
omzet gaat missen, dan zult u begrijpen dat deze omvalt. En in Breda praatje dan over ongeveer
vijf en misschien wel meer supers. En mocht het zo zijn dat er meer supers een omzetdaling
hebben die wat minder is, ongeveer 10 of 15%, dan is het in ieder geval in de toekomst zo dat die
geen investeringsmogelijkheden meer hebben en op termijn dus ook in een achterstandsituatie
gaan komen. En dat zijn de werkelijke gevolgen. Overigens zullen de gevolgen niet alleen beperkt
blijven tot alleen het supermarktgebeuren. Ook andere zaken in de winkelcentra, maar ook in het
stadshart, zullen de gevolgen ondervinden, ondanks het verplaatsen van de Lunet, want dat
betekent ook niet dat al die winkels ook mee zullen verhuizen. Ze huren nu relatief goedkoop en
dat zal straks niet meer zo zijn. En het is ook maar de vraag hoeveel er straks zullen kiezen voor
Steenakker. En als er een deel niet mee gaat, betekent dat, dat er weer veel extra ruimte zal zijn
die toch ingevuld zal gaan worden. Vaak gebeurt dit door bedrijven die nu in het centrum gevestigd
zijn. De voorbeelden hebben we in overvloed in het buitenland. We zullen allemaal wel weten hoe
dat in Frankrijk zit en zeker ook in de Verenigde Staten. Dat zullen enkelen van u wel weten. Daar
zijn lege binnensteden, die dan verpauperen en grote winkelcentra aan de randen van de stad. Je
moet het willen. Ik wil dat niet.
DE VOORZITTER:
Het woord is aan mevrouw Vossenaar, Breda'97.
MEVROUW VOSSENAAR:
Voorzitter, Breda'97 heeft in de commissievergadering van afgelopen dinsdag een aantal vragen
gesteld en haar zorgen uitgesproken over de economische en sociale gevolgen die deze
