272
DE VOORZITTER:
Mag ik even vragen de deur te sluiten daar. Het is wel erg rumoerig.
Mag even de deur dicht. Het is heel vervelend maar zo gauw het rustig is, kan de deur weer open.
Want dat is eigenlijk onze airco voorziening. Mevrouw Van Maanen.
MEVROUW VAN MAANEN:
Voorzitter, zoals ik al zei, was het voor ons lastig om tot een standpunt te komen. Het
hartverwarmende enthousiasme van de betrokkenen in het proces en de goede bedoelingen die
eruit spreken zouden je hierbij automatisch voor doen zijn. Maar het argument: het komt uit de
stad en de mensen willen het zo, zou voor deze raad niet voldoende moeten mogen zijn. Dat is het
in ieder geval niet voor de VVD. Dat zou namelijk betekenen dat alle voorstellen die via
Waarderend Vernieuwen tot stand komen, aangenomen moeten worden, ongeacht de kwaliteit van
het voorgestelde. En dat is niet waarvoor deze raad is aangenomen. Wat de VVD betreft, voldoet
het diversiteitsbeleid niet aan de benodigde kwaliteitseisen. Het is namelijk geen beleid. De
definitie van beleid is: het streven naar het bereiken van bepaalde doeleinden met bepaalde
middelen en bepaalde tijdskeuzes. Deze nota bevat alleen een actieprogramma en geen
doelstellingen. Wanneer zijn wij tevreden? Wanneer is het beleid succesvol? Wil je deze
problematiek serieus nemen, en dat wil de VVD, dan is een bredere aanpak nodig die integraal bij
al het beleid wordt meegenomen. Voorzitter, de VVD vindt het dan ook vreemd dat iets wat zo
breeds en gevarieerd is als diversiteit - het woord zegt het al - in deze nota wordt verengd tot
allochtonen en autochtonen. Eigenlijk praten we hier over het integratiebeleid van niet westerse
allochtonen en niet over diversiteitsbeleid. Daarmee worden naar onze mening heel veel mensen te
kort gedaan. En als we dat even achterwege laten en focussen op het voor de VVD belangrijke punt
van integratie, dan blijkt nergens uit de nota dat die activiteiten daaraan echt bijdragen. Voor de
VVD is het niet genoeg om een probleem te benoemen en "er iets aan te willen doen". De VVD wil
helder en effectief beleid. Er zijn vele onderzoeken verricht naar de effectiviteit van het
integratiebeleid. Een belangrijke conclusie uit die onderzoeken is dat losstaand beleid nauwelijks
effect heeft op de mate van integratie. Taalkennis, opleidingsniveau en het hebben van betaald
werk zijn de succesfactoren bij integratie van minderheden, zo blijkt uit diezelfde onderzoeken. En
een echt effectief integratiebeleid, een echt effectief diversiteitsbeleid betekent voor de VVD
investeren in taalkennis, onderwijs en het verkrijgen van betaalde banen.
Samenvattend voorzitter, de VVD heeft veel waardering voor de inzet van de mensen van de
Bouwgroep, maar het is onze mening dat de gemeente geen aparte integratiepolitiek moet voeren,
maar moet investeren in taalkennis, onderwijs en het verkrijgen van een betaalde baan voor alle
Bredanaars. Het gaat voor de VVD niet om je afkomst maar om je toekomst.
DE VOORZITTER:
Dank u zeer. Het woord is aan de heer Ugerler, CDA.
DE HEER UCERLER:
Dank u wel voorzitter. We hebben deze nota in de commissie besproken. Maar toch wil ik namens
de CDA fractie een aantal zaken naar voren brengen. De reden is dat integratie of
diversiteitsbeleid, na veiligheid het tweede maatschappelijke thema is waar onze burgers zich
zorgen over maken. Ruim anderhalf jaar geleden hebben een aantal migrantenorganisaties gezegd
dat wat het college had voorgesteld als nota, niet met hen is besproken. Men zegt dus: Zonder
onze betrokkenheid willen wij die ook niet accepteren en daarom heeft het college de moed
getoond om de nota terug te trekken. Ik heb in de commissie ook gezegd dat we dat zeer hebben
gewaardeerd. Maar als wij de nota bekijken voorzitter is die eigenlijk een beschrijving van een
proces van anderhalfjaar en een 15-tal projecten die zijn uitgekomen.
Wij denken dat wij toch in een politiek gevoelige tijd leven waar diversiteit of integratie aan de
orde zijn. We weten niet hoe de Tweede Kamer er over twee jaar uit zal zien en welk beleid
gevoerd zal worden. Eigenlijk zouden wij dus willen weten wat de visie en het antwoord van het
college op dit vraagstuk zou zijn. Het feit dat daar geen antwoord op gekomen is, vindt het CDA
een gemis.
Er is nog een tweede opmerking. Het is natuurlijk prima dat de migrantenorganisaties er sterk bij
betrokken zijn en ook gehoord. Maar wat wij missen, zijn de maatschappelijke organisaties van de
autochtonen. Ik kan mij niet indenken dat het diversiteitsbeleid zal slagen zonder de inzet van de
werkgevers, scholen, sportverenigingen en culturele verenigingen. Het is natuurlijk goed dat de
migranten hun eigen verantwoordelijkheid nemen. Dat is een must bij het slagen van het
diversiteits- of integratiebeleid. Maar zonder de inzet van die andere organisaties zal het beleid
weinig kans van slagen hebben.
Voorzitter, ik en mijn fractie spreken hier ook enigszins uit eigen ervaring. Ik zou hier niet hebben
gestaan zonder de ondersteuning van mijn zogenaamde autochtone fractiegenoten en bestuur.