274
U heeft het antwoord zelf al een beetje gegeven. Dit is geen visie; dat hebben we in de commissie
samen ook gesteld. Het is geen beleidsdocument wat grote visionaire lijnen uitzet naar de
toekomst. Het is een opsomming van een aantal projecten waarbij mensen uit de stad het gevoel
hebben van: dit is zinvol om iets te doen voor een aantal groepen. In dat opzicht, en inderdaad het
is misschien allemaal niet zo smart geformuleerd en het is misschien niet heel duidelijk wat de
doelstellingen zijn, maar op zich heeft dat hele proces in zichzelf al een waarde. Juist omdat dat
eigenlijk al een beetje een kanteling is ten opzichte van het beleid wat de afgelopen tijd gevoerd is,
minder visionair, minder alleen vanuit integratie gedacht, meer gedacht vanuit hoe breng je
mensen samen, hoe ben je samen een samenleving, het is al een beetje ons denken en niet meer
zo wij - zij, in die zin is volgens mij dit document al een lijn naar die toekomst waar je niet een
apart diversiteits- integratie-, of hoe je het ook wil noemen beleid hebt, maar een inclusief beleid
waarin je in allerlei deelsectoren, of het nou onderwijs is, of arbeidsmarktbeleid ,of allerlei andere
terreinen, ook een paragraaf moet opnemen waarin beschreven wordt hoe je dat beleid vorm moet
geven in een diverse samenleving, multicultureel in de breedste zin van het woord in Nederland,
anno 2013, straks 2014 enzovoorts.
DE VOORZITTER:
Goed.
MEVROUW VAN MAANEN:
Mag ik nog even iets vragen?
DE VOORZITTER:
Heel kort dan.
MEVROUW VAN MAANEN:
Als het over deze nota gaat, wordt deze straks gewoon vastgesteld. Ik denk dat wij de enigen zijn
die er tegen zijn. En dan is het straks 2010. Wanneer bent u nou tevreden?
DE HEER AKINCI:
Kijk, het is wel een beetje jammer. Ik kan me nog goed herinneren dat u in de commissie zei: dit is
eigenlijk een liberale nota. U had toen ook wel een aantal kanttekeningen, maar u zei ook: op zich
kunnen we het proces waarop deze nota tot stand gekomen is, als liberale fractie heel erg
toejuichen. Ik snap uw punt van smart, ik weet dat u daar heel erg op hamert. Ik vind het wel
jammer dat datgene wat u in de commissie zei, namelijk "wij kunnen daar als liberale fractie achter
staan, het is iets van de samenleving,", dat u dat niet heeft weten vast te houden en dat u hier
toch moet zeggen dat het wat u betreft toch iets beleidsmatiger had gemoeten. Ik had van u
misschien ook wel verwacht dat u zou zeggen dat de totstandkoming fantastisch is en dat u hier
aan vast wil houden en uw schouders onder wilt zetten.
MEVROUW VAN MAANEN:
Voorzitter, excuses, maar ik stel een vraag en daar wil ik op reageren.
DE VOORZITTER:
Korte reactie dan.
MEVROUW VAN MAANEN:
Maar wat is nu het antwoord op mijn vraag? Wanneer bent u tevreden?
DE HEER AKINCI:
Ik zou bijna willen zeggen: wanneer bent u tevreden?
Ik ben tevreden op het moment dat we met deze projecten aan de slag kunnen en dat we straks in
2012, 2013, 2014 kunnen zeggen: wij zijn in Breda één Breda, het gaat om ons en wij kunnen
alles wat met verschillen te maken heeft, kwijt in andere beleidsvelden. Dat zou mijn ideaalbeeld
zijn.
DE VOORZITTER:
Ik dank u zeer.
Het woord is aan mijnheer Gouka.
DE HEER GOUKA:
Dank u voorzitter. Ik blijf op deze plaats als u het goed vindt.
Voorzitter, in de commissie is er enige commotie ontstaan over de inbreng van de SP. Vooral de
woordvoerder van de PvdA ontplofte zo ongeveer als we BNDeStem moeten geloven. En ik geloof