277
Dan is het woord aan wethouder Heerkens.
WETHOUDER HEERKENS:
Ik zou kunnen zeggen dat de heer Akinci in een aantal zinnen al uitstekend weergegeven heeft wat
er bedoeld wordt met deze nota. Het gaat om een nota culturele diversiteit. We hebben wel een
onderscheid gemaakt. Want inderdaad, als je het over diversiteitsbeleid hebt, dan is het veel
breder en dan zou je moeten kijken naar het WMO beleid, naar de maatschappelijke visie, het GWI
beleid. We hebben natuurlijk heel veel op basis van allerlei doelgroepen en dan heb ik het ook over
mensen met beperkingen, dan heb ik het ook over mensen met een psychische problematiek,
noem maar op. We hebben het hier over culturele diversiteit en dat ziet u ook op de nota staan.
We hebben in deze nota inderdaad op twee gedachten gehinkt. We hebben gezegd, laten we het
heel praktisch insteken met een actieplan, de allochtone gemeenschap samen met een aantal
autochtonen. Want in de stadsgesprekken - en een aantal van u is er geweest - heeft u gezien dat
een breed gezelschap steeds deelgenomen heeft en die steunen ook een aantal acties. Maar het is
heel goed dat ook een aantal zelforganisaties en individuele mensen uit de gemeenschappen dit
zelf mee willen dragen en juist ook zelf voor verbinding willen zorgen. Dat is misschien ook wel de
emancipatie waar mevrouw Boelema op doelt. Tegelijkertijd hebben we ook nog een paragraaf
geschreven die de verbinding legt met een aantal belangrijke beleidsterreinen waar u het over
heeft. Laten we maar even heel gemakkelijk zeggen: de participatie agenda, maar dan breed. Het
gaat dus niet alleen om werk en onderwijs, maar ook om sport en om allerlei terreinen waarop
burgers ook actief zijn. In de commissie heb ik het ook wel actief burgerschap genoemd. Dat ziet u
dus ook in deze nota. Maar u ziet daar niet heel dat beleid overgeschreven. Want eigenlijk zou je
willen dat wij op al die beleidsterreinen de totale diversiteit steeds bespreken en dat vind ik een
uitdaging, zowel voor het college als voor de raad om bijvoorbeeld - ik noem maar een onschuldig
voorbeeld -, als hier de plannen voor wijk- en dorpsraden besproken worden, ook de vraag te
stellen in hoeverre daar de allochtone gemeenschap bij betrokken is en serieus genomen wordt.
Dat geldt dus wel in beide werelden. In die zin zou ik toch de oproep van mevrouw Boelema willen
ondersteunen in de richting van de VVD: als u het nou eens zo ziet dat het juist zo is dat die kracht
van die gemeenschap nou in die projecten die hier gepresenteerd worden en samen uitgewerkt
gaan worden tot smart doelstellingen - dat hebben ze zich zelf opgelegd - dat u dat ondersteunt en
dat wij tegelijkertijd elkaar beloven dat we juist in allerlei belangrijke beleidsterreinen aandacht
besteden aan het diversiteitsbeleid, breed ingevuld. Daar zou wellicht een argumentatie in zitten
om deze nota toch te ondersteunen.
Dan wil ik iets zeggen in de richting van het CDA. U zegt dat het gaat om de inzet van werkgevers,
van scholen, van culturele verenigingen. Inderdaad, en als u goed kijkt naar die projecten, dan
verbinden die ook met bijvoorbeeld werkgevers, dan verbinden die ook met scholen en met het
onderwijs, dan verbinden die met sportverenigingen. Dat is juist de kracht van het feit dat een
aantal mensen nu ook die verbinding zelf zoekt. U heeft dat gezien bij de verbinding tussen jong en
oud waarin een aantal groepen van verschillende scholen kinderen op visite laten gaan bij ouderen
in zorgcentra, waardoor prachtige gesprekken naar voren komen. Ik wijs u op de
inburgeringsprojecten, ik wijs u op het feit dat ik afgelopen week EVC certificaten mocht uitreiken
aan allerlei vrouwen met allerlei achtergronden die verschrikkelijk trots waren op het feit dat zij al
zo ver waren gekomen en die overal vrijwilligerswerk doen. Ik wijs u op jonge mensen, allochtone,
maar ook autochtone vrouwen in ons participatieteam, ik wijs op de jongerenambassadeurs, ik wijs
op allerlei FMO projecten die verbindingen zoeken tussen allerlei mensen. Dus ik zie juist dat de
Bredase samenleving veel gekleurder geworden is. Niet alleen de autochtonen zijn actief, maar je
ziet ook de allochtone gemeenschap vanuit de eigen kracht, en inderdaad ontstaat in een aantal
gevallen die verbinding. Dat zie je ook al. Maar dat mag nog beter. Maar volgens mij is het ook aan
ons om daarvoor een steuntje in de rug te bieden. Het gaat niet vanzelf. Het is niet zo dat wanneer
wij op een paar beleidsterreinen wat impuls geven, dat dan als vanzelf de mensen elkaar hartelijk
op gaan zoeken in wijken en buurten. Ik denk dat dan de problematiek toch een beetje onderschat
wordt.
Ik ben heel blij met de steun van in ieder geval het overgrote deel van de fracties. Als ik het goed
begrijp, geldt dat ook voor de SP en voor Leefbaar. Dat waardeer ik zeer. Ik denk dat dit zeker
voor de mensen waar het hier om gaat, een extra steuntje in de rug is. Ik weet zeker dat zij met
volle kracht doorgaan met de Bouwgroep om allerlei zaken uit te werken. Daar gaat het vooral om.
De Partij van de Arbeid zei dat de kracht van diversiteit volop benut wordt. Ik hoop dat dat zeker
met deze nota nog eens een verdere impuls krijgt. En mevrouw Boelema zegt eigenlijk ook op haar
manier dat juist die praktische insteek nu eens voorop gestaan heeft en mag dat dan ook eens een
keer. Ook ik hoop dat we volgende keer niet een culturele diversiteitsnota meer nodig hebben,
maar dan is het wel zaak dat ook de allochtone gemeenschap zich voldoende herkend voelt in onze
Visie Arbeidsmarktbeleid, in onze nota Informele Zorg, in allerlei andere dingen en ook als die
plannen voorliggen voor bijvoorbeeld wijk- en dorpsraden, noem maar op. Ik hoop dat uw raad dan
ook alert is op de gevarieerdheid van het gezelschap.