278 DE VOORZITTER: Is er nog behoefte aan een tweede termijn met nieuwe gezichtspunten? Mevrouw Van Maanen. MEVROUW VAN MAANEN: Voorzitter, nog even een reactie op wat door anderen gezegd is. Natuurlijk is een praktische insteek een hele goede. Maar je kunt een praktische insteek ook hebben met doelen. Ik zie dus helemaal niet in waarom dat elkaar moet tegenspreken. Verder wil ik MEVROUW BOELEMA: Mag ik wat vragen voorzitter, aan mevrouw Van Maanen? Welk doel zou u dan willen formuleren? Daar ben ik wel benieuwd naar. MEVROUW VAN MAANEN: Ik zou hier helemaal geen doel op formuleren. Ik zou dat hele beleid niet noemen, omdat dit soort activiteiten - en dat blijkt uit vele onderzoeken - niet bijdragen aan integratie. Wat bijdraagt aan integratie is het volgende. Wanneer zijn mensen succesvol? Als ze de taal goed kennen, als ze een goed opleidingsniveau hebben, en als ze betaald werk kunnen verrichten. Dat draagt bij aan integratie. DE HEER AKINCI: Voorzitter, per interruptie, ik weet niet welk onderzoek u aanhaalt, maar als ik kijk naar het grote onderzoek wat vanuit de Tweede Kamer is gedaan een paar jaar geleden onder leiding van Jan Willem Duivendak, dan wordt daar gezegd dat juist die initiatieven vanuit de samenleving, hebben bijgedragen aan een succesvolle integratie, meer dan het overheidsbeleid. Nu is er dus een beleidsstuk wat zegt: wij gaan ons aansluiten bij de initiatieven vanuit de samenleving, juist initiatieven die wel hebben bijgedragen in het meedoen van groepen in het grote gebeuren wat wij Nederland noemen. In die zin denk ik dat dit een onderzoek is wat u ook goed zou moeten doen, en dat u vanuit die gedachte ook kunt zeggen dat dit inderdaad iets is waarmee je concreet kan werken aan meedoen en verbinden. MEVROUW VAN MAANEN: Voorzitter, ik heb dat onderzoek ook gelezen. En ik heb vijf onderzoeken gelezen die het tegendeel bewijzen. Ik kan u, als u dat wilt, de links morgen toesturen. Maar dat mijnheer Duivendak het in zijn onderzoek helemaal bij het rechte eind heeft, waag ik te betwijfelen. Om even verder te gaan met mijn verhaal. De heer Akinci sloot af met: als we nou eens over vier jaar één Breda en geen integratiebeleid meer nodig hebben. Dan zou ik zeggen dat de VVD dat nu al zegt. Wij zijn één Breda en overal waar er problemen zijn bij mensen, zowel bij allochtonen als bij autochtonen, bij homo's en bij hetero's, bij vrouwen en bij mannen, moeten wij maatwerk leveren. En dat wil niet zeggen dat je een apart integratiebeleid moet hebben. Dat moet je in je gehele beleid doen. DE HEER HARDORFF: Even ter interruptie voorzitter. Ik vind dit toch wel vreemd want volgens mij roept mevrouw Van Maanen ook heel veel groepen op om zelf verantwoordelijkheid te nemen. Dat gebeurt nu. Er is een gigantisch intensief proces geweest met zoveel groepen die daaraan bijgedragen hebben. Daar is deze nota het resultaat van. En nu zegt u dat het niet zinvol is en niks bij draagt. Ik vind dat wel heel erg vreemd, want ik neem aan dat u niet alleen de nota heeft gelezen, maar ook het proces waarop dat tot stand is gekomen. DE VOORZITTER: De heer Ugerler. MEVROUW VAN MAANEN: Ik ben aan mijn tweede termijn bezig. DE VOORZITTER: Ik bepaal de orde. Mijnheer Ugerler wil ook wat zeggen. DE HEER UCERLER: Voorzitter, twee opmerkingen richting de VVD. Ik hoor een heel ander geluid dan wat ze in de commissie hebben verwoord. In de commissie juichten ze juist naar de nota, omdat het inderdaad een liberaal uitgangspunt was. En ik snap de draai van de VVD op dit moment niet.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2009 | | pagina 32