285
Ja, maar ik wil maar even aangeven dat ik het wat dat betreft een meesterlijke zet vind en ook
koren op onze molen. Want wij zouden wel graag die structurele verhoging zien. Ook als je kijkt
naar andere steden in Nederland, hoe die gebenchmarked worden en wat ze aan cultuur uitgeven,
dan worden onze instellingen in Breda behoorlijk onderbedeeld. Waar wij zijn voor verruiming van
openingstijden van horeca en verruiming van openingstijden van detailhandel, zijn wij dat ook voor
de bibliotheek. In andere steden is die 7-daagse openstelling gewoon een succes.
En dat geldt ook voor de bibliotheek. En dan kom ik eigenlijk ook bij het punt van de heer Akinci.
We hebben het heel uitgebreid gehad over die vestiging. Dat is eigenlijk de structuur. Maar het
gaat om veel meer dan een punt waar je boeken kunt lenen. Het gaat ook om de inhoud en de
visie. Dat woord is ook al eens gevallen. Het is geen actieprogramma, we moeten zoveel filialen
hebben, maar we moeten ook kijken naar wat we in die filialen willen bereiken. En dan kan ik niet
anders zeggen, dan dat wij complimenten hebben voor de visie die er ligt, waarvan ik wel het
gevoel heb dat die toekomstproof is. We gaan kijken naar andere partnerschappen. De raad is dol
op PPS constructies als het om het sportcentrum gaat. Laten we dat met de bibliotheek dan ook
maar proberen.
Als het gaat om self-service, dan zit er volgens mij voor ieder wat wils in dit bibliotheekplan. Ik
wens de wethouder heel veel succes met het vinden van een oplossing en vooral zijn opvolger met
de volgende raad en het kijken of er nou dan echt structureel geld bij kan.
DE VOORZITTER:
Zijn er nog andere leden? Mijnheer Boer?
DE HEER BOER:
Ja heel kort, mijnheer de voorzitter. Na het betoog van D66 had ik zoiets van, als we nou op een
gegeven moment degene die het beste investeert in Breda dat soort mogelijkheden geven om te
combineren. Dus AH en de bibliotheek en dat soort zaken. We zijn toch met koehandel bezig. Dan
zou je eventueel resultaat kunnen bereiken.
DE VOORZITTER:
Goed. Het woord is aan wethouder Willems.
WETHOUDER WILLEMS:
Voorzitter, ik zal een paar reacties geven op de opmerkingen die gemaakt zijn en naar aanleiding
van de suggesties en de vragen.
Laat ik inderdaad beginnen met mijn waardering uit te spreken voor het proces wat we met de
commissie samen gevoerd hebben om uit dit vervelende dilemma te komen datje wil vernieuwen
en moderniseren en tegelijkertijd gebrek aan middelen hebt. Dat is een lastige opgave, en dat was
ook de opgave waar ik met de bibliotheek voor stond. We hebben eigenlijk te weinig geld om alles
wat we willen te realiseren en toch willen we een toekomstbestendige bibliotheek. Sterker nog, het
plan wat er ligt, is wat mij betreft het reddingsplan voor de bibliotheek. Want als we deze slag niet
gemaakt hadden, die we nu gemaakt hebben, dan waren de filialen in de dorpen en wijken
eigenlijk nog verder afgegleden en hadden we steeds meer moeite gehad om de bibliotheekfunctie
in de toekomst vitaal te houden. Dat is dus de kern van het verhaal, een vitale bibliotheek die
toekomstbestendig is, overstappen van een bibliotheekgebouw naar het realiseren van
bibliotheekfuncties. En die functies zijn breder dan een gebouw met boekenkasten en boeken. Dat
is veel meer de informatieleverancier, het helpen van mensen bij het zoeken naar de juiste
informatie, richten op doelgroepen in die wijken waar die doelgroepen behoefte hebben aan
informatie en ondersteuning. De bibliotheek, en dat is natuurlijk wel bijzonder, is een van de meest
laagdrempelige voorzieningen in de stad, naast het stadskantoor wellicht en de balies die ook goed
bezocht worden. Als je ziet dat 85.000 Bredanaars ieder jaar de bibliotheek binnen stappen - en de
meesten meer dan 5 keer - dan betekent dat dat die bibliotheek een ontmoetingsplek is waar veel
kan gebeuren en waar ook veel gebeurt en waar de Bredanaars van houden. Als iemand zegt: dat
kun je bij de bibliotheek vinden, dan weet eigenlijk iedereen waar je moet zijn. Dat hebben wij in
dit verhaal ook geprobeerd, zeg maarte moderniseren, want dat moetje behouden. En daar hoort
een gespreid netwerk bij. Maar dat hoeven niet allemaal dure lokalen te zijn en gebouwen die
slechts voor 10 of 15 uur per week open zijn. Dat was niet de oplossing voor de vraag.
Dus aan de ene kant overgaan van een gebouwenstructuur naar een goede functionele invulling
van de bibliotheekfunctie. En dat kan op alle mogelijke manieren.
Dan kom ik op het tweede punt. Dat doe je dus niet alleen, dat doe je met partners. Je gaat
zoeken naar andere organisaties, andere dienstverleningsconcepten die dezelfde doelstelling
hebben, namelijk om laagdrempelig voor de burger beschikbaar te zijn. Ik denk aan het
programma dienstverlening van onszelf, van de gemeente Breda. Ik denk aan wat banken te
bieden hebben aan burgers en die ook moeite hebben om hun filialen, hun bereikbaarheid in de
wijken voor elkaar te krijgen. Ik denk aan boekwinkels. Met het Centrum voor Jeugd en Gezin zijn