286 we bijvoorbeeld in gesprek en ook met de ouderenbonden en de ouderenorganisaties. Met een heleboel partners in de stad zijn we aan het kijken hoe we dat concept, dat hier besproken is, in de toekomst vorm kunnen geven. Ik verwacht daar veel van en ik denk ook dat dat het ons mogelijk maakt om de budgettaire taak, die we nou eenmaal hebben, te vervullen. Natuurlijk zal ik zeer dankbaar zijn als er in de volgende coalitie meer geld is. Dan kun je meer doen, absoluut. Maar dat is op dit moment niet aan de orde. Op dit moment is het aan mij en aan het college om binnen de budgettaire kaders toch een goede bibliotheek in de stad overeind te houden. Daarmee heb ik eigenlijk ook gezegd in de richting van de heer Ernst, dat de innovatie waartoe hij oproept, door de hele nota door, buitengewoon helder is vorm gegeven, dat op alle mogelijke manieren, ook waar het gaat om digitaal lenen en dergelijke, we proberen om stappen te maken de komende jaren. Maar dat is een zoekproces. Van tevoren kun je niet allemaal precies omschrijven waar je dan uit komt. Maar wij oriënteren ons op al dat soort innovatieve concepten die in het land ontwikkeld worden en we kijken hoe we dat kunnen realiseren. En als je daar geld voor kunt krijgen bij derden, dan moetje het zeker niet laten. Maar of ik nou meteen bij de WMO leentjebuur moet spelen, dat had ik nog niet bedacht. Ik zal eens gaan praten of ze daar wat geld over hebben voor de functies die wij in het kader van de WMO vervullen. Maar u zult begrijpen dat dat voorlopig nog geen vetpot is. We hebben net weer een paar miljoen moeten reserveren voor de tekorten op dat gebied. Voorzitter, nog een enkel woord over de discussie over de IJpelaar. Het is inderdaad waar, mevrouw Boelema heeft dat goed gezien. Juist de discussie die wij oproepen door het filiaal te sluiten, wat eigenlijk een logisch gevolg was van het praten over functies, heeft de zaak wel op scherp gezet. Dat heeft ook laten zien waar de dilemma's zitten. Ik ben ook tevreden met de uitkomst daarvan, dat we die sluiting uit kunnen stellen en dat we gaan zoeken naar andere concepten, waardoor ook in de wijk zuid-oost de bibliotheekfunctie behouden kan blijven. Maar dan moeten we nog wel even door blijven zoeken. Ik hoop u aan het einde van het jaar daar een deugdelijk plan voor te geven. Ik doe ook een beroep op u om daar met ons heel creatief over na te denken. We zijn al met een aantal partners in de wijk op dit moment in gesprek gegaan om na te denken over welke vormen van partnership wij kunnen realiseren. Ik hoop dat ik genoeg tijd heb om daarvoor aan het eind van het jaar met een goed onderbouwd plan te komen. Volgens mij heb ik hiermee alle vragen beantwoord. Misschien de heer Spapens nog. Ja, u kunt makkelijk zeggen: als je er geld bij doet, is het probleem opgelost. Zo werkt het nou eenmaal niet. Als je het geld niet hebt, moetje het met de beschikbare middelen doen. DE HEER SPAPENS: Een interruptie voorzitter. Wat ik u niet aanwrijf, maar deze coalitie en de coalitie daarvoor, is dat ik nu met een structureel tekort opgezadeld wordt. U heeft het lef om inderdaad, zoals mevrouw Boelema zegt, een bom in de raad te gooien. Daar wordt terecht op gereageerd. Dan moet u mij niet verwijten dat ik goedkoop ben. Het is zeer goedkoop dat de bieb met te weinig geld het veld in wordt gestuurd. DE VOORZITTER: Goed. Is er nog behoefte aan een tweede termijn met nieuwe gezichtspunten? Mevrouw Vossenaar, de heer Ernst, de heer Boer en de heer Hardorff. MEVROUW VOSSENAAR: Heel kort voorzitter. Ik had even het idee dat de coalitieonderhandelingen al begonnen waren. Die zal ik met grote en warme belangstelling volgen, ook als het over dit onderwerp gaat. Wat ik uit de verhalen van de wethouder begrijp is dat hij toch hoop heeft voor de toekomst, dat hij licht ziet aan het einde van deze tunnel. Dat doet me goed. Ik vetrouw erop dat wij in het najaar - het zal wel december zijn - met elkaar toch samen dat licht kunnen delen en kunnen horen hoe die 85.000 lezers aan hun trekken kunnen komen. DE VOORZITTER: Dank u zeer. Mijnheer Ernst, VVD. DE HEER ERNST: Dank u wel voorzitter. Ik wil een enkel punt benoemen. Dat is het gebrek aan middelen wat ook de wethouder noemde. Volgens de VVD had het gewoon gedurende deze periode waarin echt miljoenen, echt miljoenen extra beschikbaar waren, opgelost moeten worden. Die miljoenen waren er niet bij de vorige coalitie en het lijkt me sterk dat ze met dit beleid de volgende periode er zullen zijn. DE HEER AKINCI:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2009 | | pagina 40