288
5. VISIE ARBEIDSMARKTBELEID 2009 - 2015.
DE VOORZITTER:
Ik wil even een punt van orde stellen. Er is in de commissie uitgebreid over gesproken en naar ik
heb vernomen is er een hoge mate van unanimiteit. Mag ik toch bij de sprekers vragen om daar
rekening mee te houden.
Wie wenst het woord hierover?
Het woord is aan de heer Vergroesen.
DE HEER VERGROESEN:
Dank u voorzitter. In de komende jaren moeten veel mensen aan het werk worden geholpen. En in
deze nota zijn veel maatregelen opgenomen om dit te kunnen realiseren. De SP is dus in grote
lijnen akkoord met deze nota.
We zijn het echter principieel oneens met het creëren van banen waarbij mensen werken met
behoud van uitkering en met de massale inzet van re-integratiebureaus. Die laatste bekommeren
zich in de meeste gevallen meer om de winst dan om maatwerk en het vinden van werk voor een
klant, behalve dan voor zeer korte tijd. En de laatste jaren hadden ze natuurlijk de wind mee,
krappe arbeidsmarkt en dat lukte allemaal wel. En nu het moeilijker wordt, in deze tijd van
kredietcrisis en toenemende werkeloosheid komt dat allemaal onder druk te staan. En de SP blijft
er in Breda nog steeds voor pleiten dat die commerciële re-integratiebedrijven zo min mogelijk
gebruikt worden, dan wel opgeheven en dat de arbeidsbemiddeling terug gaat naar de gemeente,
dat er vanuit de gemeente leerwerk bedrijven worden opgericht, om mensen die geen werk kunnen
vinden, scholing, praktijkervaring, of tijdelijk werk aan te bieden, maar wel tegen een eerlijk loon.
En die leerbedrijven kunnen dan ook stages bieden aan leerlingen die nog niet bij bedrijven terecht
kunnen.
DE VOORZITTER:
Dank u zeer. Het woord is aan mevrouw Verkuijlen, CDA.
MEVROUW VERKUIJLEN:
Inderdaad hebben we in de commissie vrij uitgebreid stil gestaan bij de nota over
arbeidsmarktbeleid. Het CDA heeft zich daar helemaal achter gesteld en ik zal even in het kort een
paar punten noemen die voor ons heel belangrijk zijn.
Waarom waren wij zo enthousiast over deze nota? Omdat het volgens ons voor het eerst een
combinatie van de integratie was van de beleidsvelden economische en sociale zaken. En dat past
volstrekt bij het idee van het CDA dat werk de belangrijkste manier is om maatschappelijk mee te
doen. Wij vinden ook, dat als betaald werk niet haalbaar is, onbetaald werk, of activering een heel
goed alternatief is. Het CDA is een groot voorstander van vrijwilligerswerk. Vrijwilligerswerk is de
smeerolie in onze samenleving. En zonder dat zou bijvoorbeeld de zorg of het onderwijs een stuk
schraler zijn.
We hebben in de commissie aandacht gevraagd voor het feit dat met alle inzet die uit deze notitie
volgt, nog niet eens de helft van de 20.000 banen die er in 2020 zijn, vervuld kunnen worden. Dat
betekent dat we er helemaal niet zijn met deze nota. Dit is pas het begin en het gaat nu over
concrete zaken, concrete doelen, concrete prestatie afspraken, bij voorkeur met onderwijs of
bedrijfsleven. Dat was de lange termijn.
De korte termijn hebben we natuurlijk ook. De economische crisis is nog lang niet voorbij. Wij
verwachten dit jaar en volgend jaar 6500 Bredanaars op straat. Dat is niet de bedoeling. Als CDA
vinden wij het belangrijk dat wij met alle kracht voorkomen dat er opnieuw een verloren generatie
jongeren ontstaat. De jeugdwerkeloosheid is een heel groot probleem. Ik las vanochtend in de
krant dat verwacht wordt dat in Brabant de jeugdwerkeloosheid oploopt van 10.000 naar maar
liefst 20.000 jongeren. Dat kunnen wij niet accepteren. Wij vinden dat er in Breda geen jongere
zou mogen zijn die zonder baan, zonder opleiding, zonder leerwerkplek, zonder stage of wat dan
ook, aanwezig is. Want de jongeren zijn de toekomst.
Met genoegen hebben wij kennis genomen van de aankondiging van de wethouder - en bij mijn
weten is dat inmiddels ook gerealiseerd - van een provinciaal actieplan: Zonder jeugd geen
Brabant, en ook van de activiteiten van het RPA. Wij zouden er heel graag concreet over
geïnformeerd worden wat dat betekent voor Breda.
Een puntje waar we nog specifiek aandacht voor zouden willen vragen, zijn de signalen die wij
krijgen over het toenemende tekort aan stageplaatsen voor leerlingen. Dat is natuurlijk inderdaad
een heel belangrijk aandachtspunt. Met kracht verzoeken wij het college om samen met het
onderwijs en het bedrijfsleven, daar oplossingen voor te zoeken, want de jeugdigen van nu zijn de
werknemers van morgen. En zonder jeugd is er geen Breda.
