297
30.000,-- een half uur en over 5,7 miljoen mogen we ineens niet praten. Dat vind ik niet fair,
mijnheer Lips.
DE HEER LIPS:
Dat is niet waar.
MEVROUW BOELEMA:
Maar door de wijze waarop u het net inzette, komt het wel zo over op mij.
DE HEER LIPS:
Wij zeggen gewoon: laat de wethouder gewoon doorgaan met zijn werk zoals hij daar mee bezig is
en laten we na het zomerreces dan een inhoudelijke discussie hebben over hoe en wat en hoe de
bedragen tot stand zijn gekomen. Want we kunnen er nu nog een uur over praten, maar daar
komen we geen steek verder mee.
MEVROUW BOELEMA:
Dat heeft volgens mij dus ook te maken met als je aan vragen niet beantwoordt. Dan heb je ook
geen informatie op basis waarvan je nu discussie kunt voeren. Dus ik begrijp u wel. Wij willen ook
gewoon graag die consequenties weten van die bedragen, alleen is het jammer dat het dan weer
op zo'n manier moet. Maar ik kan me wel voorstellen dat we dat dan ook doen. Maar dan wil ik ook
het complete plaatje hebben.
DE HEER LIPS:
Ik heb liever na het zomerreces een goede inhoudelijke discussie, dan nu een halve.
DE HEER ERNST:
Maar voorzitter, dan kan het volgens mij zo. De wethouder heeft gezegd dat hij gewoon uit de
voeten kan, dat hij met zijn autorisatie die hij nu heeft, ook minder geld kan uitgeven. Wij hoeven
dit nu niet aan te nemen. En dan kunnen we sowieso na het reces de inhoudelijke discussie doen.
DE VOORZITTER:
Ik heb toch de behoefte om de vergadering tot 23.15 uur te schorsen, zodat we ook een helder
voorstel kunnen doen waarin we weten wat we met elkaar afspreken. De vergadering is tot 23.15
uur geschorst.
DE HEER LIPS:
Voorzitter, waarom wilt u nou nog schorsen? Ik denk dat het eigenlijk vrij helder is. Een
meerderheid van de raad...
DE VOORZITTER:
Mag ik even vragen om op de plaatsen te blijven zitten? Het gaat er even om dat we zorgvuldig
weten welk voorstel we doen, zodat daar geen misverstand over is. Aan de orde is het voorstel van
de heer Akinci. Ik wil dat even rustig met het college bespreken, zodat we dat in de toepassing
goed met elkaar kunnen delen. Ik denk dat het gaat om een werkbaar voorstel, maar dan kan ik
dat zo meteen goed formuleren, zodat de hele raad weet wat we met elkaar afspreken.
SCHORSING
DE VOORZITTER:
Ik geef het woord aan wethouder Snier.
WETHOUDER SNIER:
Dank u wel voorzitter. We hebben even overlegd en ik denk dat het ook goed is om uit de
verwarring te komen en een heel duidelijk voorstel aan u te doen. Het is duidelijk dat de raad sterk
hecht aan het krijgen van een goed inzicht over die hele 14,1 miljoen. Daarom willen we u
voorstellen om bij de begrotingsbehandeling 2010 terug te komen op de hele 14,1 miljoen. Die
gaan we dan integraal met elkaar bespreken en dat betekent dat het college voorstelt om
wijzigingsvoorstel 14, voor zover dat betrekking heeft op de implementatie van de Kadernota, nu
terug te trekken.
DE VOORZITTER:
Ik wil nog een opmerking maken. Er werd ook in de termijn gesproken en er werden ook
kwalificaties gegeven richting partij en bestuur. Dus dat is natuurlijk niet helemaal juist als de
inhoud nog op geen enkele wijze deel heeft uitgemaakt van de tafel. Ik wil toch even die