253
Hebben mevrouw Verkuijlen en mevrouw Aarts gezien dat uit solidariteit met dit voorstel, de hele
gemeenteraad broodjes zit te eten?
DE VOORZITTER:
Nog behoefte aan een reactie? Wethouder?
WETHOUDER AARTS:
Nee voorzitter. Ik heb de signalen van de VVD goed begrepen en wij zullen zeker die signalen ook
meenemen bij de nieuwe Nota Detailhandel.
DE VOORZITTER:
Dan gaan we door naar de volgende vraag, gesteld door GroenLinks: de ontheffingsverlening
sluitingstijd horeca.
Het woord is aan de heer Akinci. Gaat uw gang.
DE HEER AKINCI:
Van de ene verruiming van openingstijd naar de andere, zullen we maar zeggen.
Voorzitter, toen we op 20 mei in de commissie het dossier over de horecasluitingstijden hadden
afgesloten, was de fractie van GroenLinks tevreden met resultaat. Er was een uitkomst die
weliswaar niet door iedereen werd gedeeld, maar de raad was het er wel over eens dat we nu wel
even klaar waren met dit dossier. Geen gejojo meer met openingstijden, geen gejojo meer met dit
dossier. Er was een nieuwe regeling. Iedere ondernemer kon open gaan tot 4.00 uur, mits deze
een ontheffing zou aanvragen. De regels voor het verkrijgen van een ontheffing zouden correct,
maar ook billijk, toegepast worden en toegespitst op de individuele situatie van de ondernemer. En
bovenal zou er snelheid worden betracht. Het is nu twee maanden later. Het nieuwe regime is
ingegaan. En wat ziet onze fractie? Alle aanvragen voor een ontheffing zijn nog steeds in
behandeling. Alle cafés en kroegen en horecagelegenheden die eerst tot 15.00 uur open waren en
's nachts waarschijnlijk tot 4.00 uur, voor zover zij een aanvraag hebben ingediend, moeten nu om
2.00 uur de deuren sluiten. Dat is toch weer gejojo met de sluitingstijden, terwijl dat expliciet niet
de bedoeling van deze raad was. En, als ik de verhalen mag geloven, is er ook geen billijkheid. Er
is onduidelijkheid over de vraag of meerdere cafés nu wel of niet gezamenlijke beveiliging mogen
inschakelen, geen meedenkende mensen op het stadskantoor, maar alleen maar een strikte, af en
toe onwillige, interpretatie van de regels. Waar het verplichte veiligheidsplan nu juist ruimte bood
voor maatwerk, lijkt het tegendeel te gebeuren. We willen dus snelheid van de burgemeester. Zie
deze vragen dan ook maar als een extra aanmoediging. U kunt er, als u uw best doet, vast nog wel
een stukje teleurstelling en boosheid in ontdekken, maar een aanmoediging klinkt toch wat
positiever.
Daarom ook de volgende vragen als aanmoediging voor de door u al eerder toegezegde snelheid,
billijkheid en maatwerk. Hoeveel aanvragen zijn er reeds binnen gekomen voor een ontheffing op
de sluitingstijden? Hoeveel ontheffingen zijn er reeds verleend? Waarom zijn de aanvragen niet
voor 1 juli afgehandeld en hoe lang duurt de afhandeling nog? En waarom is of lijkt de door de
burgemeester toegezegde billijkheid, of, en ik citeer even uit de commissievergadering van 20 mei
- een goede benadering - niet betracht?
DE VOORZITTER:
Er zijn op dit moment 14 aanvragen binnen gekomen. De aanvragen zijn onmiddellijk na ontvangst
in behandeling genomen. Tot op heden zijn de aanvragen nog niet allemaal compleet, of zijn er ook
aanvragen waar onduidelijkheden over bestaan. Op dit moment vinden daarover gesprekken
plaats, zowel schriftelijk als mondeling. Als dit is afgerond en de aanvragers hebben hun aanvraag
gecompleteerd, kunnen de eerste ontheffingen worden verstrekt en worden die ook verstrekt.
Zoals eerder al is toegelicht, staat vooral de kwaliteit voorop, de kwaliteit van het uitgaansgebied,
de kwaliteit van de sfeer tijdens het uitgaan, maar ook de kwaliteit van de plannen, zoals die
ingediend worden. En daaraan wordt door de ondernemers gewerkt, maar ook door onze mensen,
en naar wat ik hoor, op een goede constructieve wijze. Zowel inhoudelijk, als procedureel zijn we
daar denk ik heel billijk in. Er wordt op dit moment veel werk opzij gelegd om de aanvragen met
voorrang te behandelen. Mij is er alles aan gelegen om een duidelijk beleid neer te zetten, maar
ook daadwerkelijk uit te voeren, binnen de kaders die ik, ook gehoord hebbende de commissie en
de raad, heb vastgesteld. Zeker bij de implementatie van een nieuw beleid, ga ik niet buiten die
kaders en ben ik ook nadrukkelijk voorzichtig met allerlei uitzonderingsgevallen. Dat lijkt mij
overigens ook naar alle betrokkenen, ondernemers die aanvragen, ondernemers die niet
aanvragen, bewoners, bezoekers, en de handhavers, ook uitermate billijk. Dat wil niet zeggen dat
ik geen uitzondering maak, maar wel dat ik die zorgvuldig afweeg. En uiteindelijk blijft de veiligheid
voorop staan. Daarbij refereer ik nog aan het convenant Veilig Uitgaan, wat in een relatief korte
tijd met elkaar is gesloten, met veel waardering naar de horecasector die daar ook indringend zijn
