310
aandacht is geweest voor die sociale samenhang in die stad. En dat willen we eigenlijk graag zo
houden.
DE VOORZITTER:
Dank u zeer.
DE HEER ERNST:
Voorzitter,
DE VOORZITTER:
Ik stel voor dat we eerst de eerste termijn afmaken want anders schieten we door. Ik wil toch even
herhalen...
MEVROUW VAN MAANEN:
Voorzitter, een punt van orde. Het is toch legaal om te interrumperen?
DE VOORZITTER:
Zeker, maar het is goed om op te merken dat in de commissievergadering 2,5 uur over dit
agendapunt is gesproken. Als u vindt dat er nadrukkelijk nieuwe gezichtspunten zijn, dan kan dat.
Maar ik wil ook even vragen om de eerste termijn redelijk af te ronden. Dan hebben we in de
tweede termijn alle kansen om elkaar te bevragen. Dat zou mijn voorstel zijn. Ik geef het woord
aan mevrouw Haagh.
MEVROUW HAAGH:
Dank u wel voorzitter. Ik zal proberen ook heel kort te zijn. Ik moet eerlijk toegeven dat de
woorden van mevrouw Vossenaar van zojuist ons uit het hart gegrepen zijn. Zij heeft een aantal
hele belangrijke punten, onder andere het solidariteitsprincipe genoemd, waar ik me dan ook graag
meteen bij aansluit. Ik zou de discussie van vorige week ook niet over willen doen - al was die
zeker boeiend - maar ik wil even een paar punten benadrukken die voor de Partij van de Arbeid in
dit opzicht heel erg belangrijk zijn. Voor de Partij van de Arbeid is het belangrijk dat de Bredanaar
kan rekenen op een gemeente die het huishoudboekje gewoon op orde heeft, nu en voor een
volgende periode. En dat betekent datje moet anticiperen op deze crisis, op dat watje nu weet, op
dat waar je nu daadwerkelijk mee kunt handelen. En dat zijn keuzes die je niet te vroeg en niet te
laat moet maken. En als je dan kijkt waar de gemeente met dit versoberingsvoorstel nu voor kiest,
dan is het heel verstandig om de hand op de knip te houden in de eigen bedrijfsvoering. Want daar
kun je in deze een goede start maken. Door af te slanken in de bedrijfsvoering kan de gemeente
blijven investeren in de stad, blijven investeren in de wijken en vooral blijven investeren in de
mensen. Want, zoals mevrouw Vossenaar het zei, zijn er aardig wat problemen die op veel mensen
afkomen. Dan noem ik de werkeloosheid en dan noem ik het belang van het sociale vangnet wat
nu ook gewoon goed overeind moet blijven. Maar dat versoberen moet niet leiden tot een afname
van de kwaliteit in de dienstverlening. Dat is ook al genoemd. Het moet ook niet leiden tot het
afnemen van de kwaliteit van het beheer en het onderhoud van de stad, want ook de straten
moeten er schoon en veilig uit blijven zien.
Over de haalbaarheid van deze versoberingsvoorstellen hebben we het vorige week uitgebreid
gehad. We hebben daaromtrent ook wat verzoeken gedaan aan het college om ons die
mogelijkheden te bieden, zodat we daar ook goed zicht op houden. Die toezegging hebben we
gekregen en dat is voor ons ook een heel belangrijk punt. De Partij van de Arbeid is van mening
dat er lastige tijden aan komen. Echter, met deze manier van handelen tijdens deze crisis laten we
in ieder geval zien dat het ons om de mensen gaat. En dat vinden we nu en dat vinden we in 2010
en dat vinden we na de verkiezingen echt nog steeds.
DE VOORZITTER:
Mijnheer Boer.
DE HEER BOER:
Mijnheer de voorzitter, in de commissie zijn we er niet zo heel ver op ingegaan, dus wat ons betreft
is er voldoende over gezegd.
DE VOORZITTER:
Ik dank u zeer. De heer Akinci.
DE HEER AKINCI:
We hebben het er in de commissie inderdaad al over gehad, maar ik wil toch nog een paar punten
naar voren brengen. Op het moment dat je de broekriem aan moet gaan trekken, is het goed om