311
te beginnen bij de eigen gemeentelijke organisatie en te kijken of het in de overhead, in het
personeelsbeleid en in de aanbesteding allemaal wat minder kan. En dat is gebeurd. Is dat pijnlijk?
Ja, dat zal pijnlijk worden. Is het haalbaar? Daar gaan we vooralsnog even van uit. Al was het
maar omdat ik zelf hier een halfjaar geleden bij de behandeling van de pre kadernota heb betoogd
dat met alleen het aanbestedings- en inkoopvoordeel al enkele procenten winst te behalen zijn. En
zo zijn er nog een aantal dingen waarbij je kan kijken met de stofkam of de gemeente niet
efficiënter kan werken. Dus is het haalbaar? Ja, daar gaan we van uit. Is er garantie? Nee,
natuurlijk niet, dat is tijdens de commissie al naar voren gekomen. En je kan zelf ook wel bij zo'n
operatie op je vingers natellen dat het maar de vraag is of je inderdaad al die doelstellingen die je
financieel voor jezelf stelt, daadwerkelijk kunt gaan realiseren. Dat is altijd, ook met dit soort
dingen, een beetje koffiedik kijken. En daarom is het ook belangrijk om eigenlijk nu al de vraag te
beantwoorden: wat als we het niet halen, of als dit niet voldoende is, of als het ongewenste
gevolgen heeft, als dit wel de kwaliteit van onze dienstverlening, of van onze ambities aantast, wat
moeten we dan gaan doen?
De heer Vos heeft dat bijvoorbeeld betoogd in de commissie op het punt van ruimtelijke ordening.
Stel dat bezuinigingen op de buitenruimte zo ingrijpend zijn dat ze onze ambities doorkruisen, dan
moeten we gaan kijken of we daar toch niet wat bij moeten passen. Dat betekent ook dat je op
andere plekken weer wat meer moet gaan knijpen. Dit is een proces watje continu moet evalueren
en waarbij je op elk moment moet kunnen zeggen: hier moeten we wat bijsturen, hier moeten we
wat gaan draaien of hier moeten we iets terugdraaien. Dat betekent ook dat je straks nog eens
moet gaan kijken of deze operatie voldoende oplevert. En wat doe je op momenten dat het niet
voldoende oplevert in financiële zin? Dan moetje wel gaan kijken naar beleidskeuzes. En dan
ontkom je er ook niet aan om te gaan zeggen dat het akkoord wat in 2006 gesloten is, geen
leidraad meer kan zijn. Uiteindelijk moet het ergens van gefinancierd worden. En dat betekent ook
datje keuzes moet gaan maken in waar je in investeert, wat voor beleid je overeind wil houden en
wat voor investeringen je laat afvallen.
Voor wat GroenLinks betreft zijn daar twee regels. Allereerst valt af, de investeringen of het beleid
dat niet ten goede komt aan dynamische en duurzame ontwikkeling van de stad. En twee, in het
verlengde daarvan, investeringen en beleid dat - en dan moet ik het goed formuleren - door
nalaten op korte termijn, niet leidt tot hogere kosten.
DE HEER VOS:
Kunt u daar een voorbeeld van noemen?
DE HEER AKINCI:
Dat wilde ik net gaan doen. In die zin ben ik heel erg blij dat de wethouder Financiën de commissie
heeft duidelijk gemaakt dat de duurzaamheid ambities van de stad, die weliswaar een initiële
investering met zich meebrengen - maar op termijn tot besparingen leiden - gewoon doorgaan.
Want dat is op langere termijn besparing van geld. Dat geldt voor energiezuinig bouwen, dat geldt
voor duurzaamheid op ecologisch gebied, enzovoorts. Nog een andere toezegging waar ik heel erg
blij mee was, - maar dat heeft meer met het tijdelijke en niet zozeer met het onontkoombare te
maken - is het feit dat de loon/prijscompensatie in 2010 voor culturele instellingen in ieder geval
gehandhaafd blijft, samen met alle andere instellingen. Maar, en daar zit het pijnlijke in, vanaf
2011 zullen we echt met z'n allen ook gaan merken dat de subsidies bevroren worden. Dat is heel
vervelend en dat kun je aan niemand verkopen. Daar gaat iedereen last van hebben. Maar dat is
nu eenmaal zo; het zijn geen normale tijden. En volgens mij moeten we daar ook geen doekjes om
winden. Op het moment dat gezegd wordt: dit doet geen pijn, hier merkt de burger niks van, kun
je proberen de kwaliteit op peil te houden, maar zonder pijn zal het echt niet altijd zijn.
DE VOORZITTER:
Het woord is aan de heer Vergroesen, SP.
DE HEER VERGROESEN:
Voorzitter, er is in de commissie al uitgebreid over gesproken, dus het kan nu een stuk korter.
Waar gaat het over? De begroting 2009 en de wijzigingen. Daar hebben we het al eerder over
gehad. Daar wou ik me ook toe beperken en aan het einde nog twee zinnen over de toekomst
zeggen. Als het in het bedrijfsleven niet goed gaat, ga je eerst knijpen waar het geen pijn doet. Als
dat niet genoeg is, ga je knijpen waar het wel pijn doet. Dat gebeurt hier dus ook. En of het
allemaal genoeg effect heeft? Daar kan iedereen vraagtekens bij zetten en wij dus ook. Want het
verhogen van efficiency is een vaak gehoorde, maar een zelden gehaalde kreet. Loon- en
prijscompensatie niet doorvoeren kun je maar één keer doen; in de toekomst loop je klem. Dus het
halen van de doelstellingen over 2009? We hopen dat het lukt, maar er is uiteindelijk geen
waterdichte garantie. En dan kun je zeggen: ben je het dan met die voorstellen voor 2009 eens?
Ja, eerst knijpen waar het geen pijn doet en kijken of het genoeg is.