318 carte blanche geeft om dan wel met voorstellen te komen. Als u dat geeft, willen wij best nog eens overleggen of we daar iets mee gaan doen. DE HEER ERNST: Voorzitter, ter interruptie. DE VOORZITTER: Een korte interruptie dan graag. DE HEER ERNST: Kijk, dat plezier gunnen wij u natuurlijk niet. Ik kan u wel aankondigen dat wij met een tegenbegroting komen, waarin u ook precies zult zien welke keuzes wij gaan maken. DE VOORZITTER: Mijnheer Gansevoort, gaat u verder. DE HEER GANSEVOORT: Dank u. Ik wilde gaan afronden met een paar woorden richting de VVD. De opmerkingen die werden gemaakt, zijn, zoals de voorzitter zei, niet helemaal passend voor deze raad. En als je die een beetje op je laat inwerken, dan stelt u eigenlijk de opmerking: de wethouder moet alles maar schrijven, moet alles maar doen, etcetera, etcetera. Als we zo'n wethouder krijgen in onze coalitie, dan ga ik drie keer achter mijn oren krabben of ik daar wel mee in zee moet gaan. En bovendien is dan mijn vraag: hoeveel ambtenaren gaat u dan naar huis sturen? DE HEER ERNST: Voorzitter het gaat erom dat wij vinden dat een college keuzes moet maken en de ambtenaren moeten uitvoeren. DE HEER GANSEVOORT: Dat is helemaal juist. Wij maken ook die keuzes, maar het ambtelijk apparaat bereidt zaken voor, daar discussieert het college mee en neemt dan verantwoorde keuzes. U wilt alles zelf doen. Dan begrijp ik niet wat u allemaal wilt. DE VOORZITTER: Mevrouw Haagh. MEVROUW HAAGH: Dank u wel voorzitter. Ik zou graag heel kort willen zijn. Ik zit hier en ik hoor dezelfde dingen als vorige week. Er is eigenlijk weinig verschil en een grote behoefte om richting begrotingsbehandeling te gaan. Volgens mij moeten we dit dan zo snel mogelijk afsluiten en op gaan naar 5 november met z'n allen. Wat ik heel erg jammer vind en ook echt betreur, is dat de VVD na een week nadenken niet komt met het antwoord op de vraag: hoe wilt u dan bezuinigen? U zegt dat er geen keuzes worden gemaakt, maar u zegt ook niet wat in dit voorstel volgens u niet goed is, behalve dan vasthouden aan dit beleid, wat heel logisch is. Maar er staan veel meer randvoorwaarden in waar u zich volgens mij prima in kunt vinden. Dat ontkent u ook niet. En u heeft een week na kunnen denken en ik hoor helemaal niks nieuws. Aansluitend bij de woorden van de heer Gansevoort, wil ik gewoonweg een groot compliment maken voor wat het college heeft neergelegd hier bij ons. De duidelijkheid laat niks te wensen over en ook de wijze waardoor daar door de gemeentesecretaris samen met de directies aan gewerkt is. Ik ga er van uit dat zij zo nauwkeurig mogelijk naar die haalbaarheid hebben gekeken. Wij gaan dat volgen. Ik vind het een compliment waard, als je de duidelijke stukken ziet. Dat mag ook wel eens gezegd worden. DE VOORZITTER: Het woord is aan mijnheer Akinci, GroenLinks. DE HEER AKINCI: Voorzitter, ik kan kort zijn en bijna naadloos aansluiten bij in ieder geval het begin van het betoog van mevrouw Haagh. Want we hebben het inderdaad over de tussentijdse begrotingswijzigingen 2009. We hebben het niet eens over 2010, of 2011, of het traject daarna. Dan geldt wel de hele versoberingsoperatie en die consequenties komen ook nog. Maar dat is niet wat hier in het raadsvoorstel behandeld wordt. Een heel groot gedeelte van de discussie die vandaag plaatsvindt, is volgens mij ook al een prelude op de begrotingsbehandeling. En dat die spannend is, dat moge

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2009 | | pagina 20