322
DE HEER BOER:
Hoe langzaam processen gaan, kunnen we hier zien. Het aansluiten van de weg aan het
Valkenberg is al 20 jaar geleden bedacht. Het is gewoon zo wat iedereen gezegd heeft. Je hebt een
aantal keuzes en op een gegeven moment moet je een besluit nemen. Het valt deze kant op en
daar kan je verder niks aan veranderen. Dat is heel erg jammer. Wat betreft uitvoering zelf,
hebben we nog wel vragen over de bocht waar vroeger de Sint Jozefkerk gestaan heeft. Het is
uitgezocht dat dat heel moeilijk is, wanneer daar drie bussen tegelijk de bocht door moeten. Daar
moet dus extra ruimte komen voor een goede verkeersafwikkeling.
DE VOORZITTER:
Het woord is aan de heer Vergroesen, SP.
DE HEER VERGROESEN:
Dank u voorzitter. Als iedereen de commissie aan het herhalen is, zullen wij het ook maar doen.
Uiteindelijk was de commissie het wel met elkaar eens. Er was niet zoveel keus. En inderdaad, wat
iedereen nu zegt, kunnen we gewoon herhalen. Het is de minst slechte keuze. En waar wel om is
gevraagd en wat ook is toegezegd, is om goed te kijken naar de problemen in het flankerend
beleid. Wat dat betreft kunnen wij er dus mee instemmen.
DE VOORZITTER:
Andere leden van uw raad? Reactie van de wethouder?
WETHOUDER VAN YPEREN:
Ik vertegenwoordig hier de heer Willems en ik moet eerlijk zeggen dat het eigenlijk alleen maar
stemverklaringen zijn. En daarbij is nog extra aangegeven waarop gestudeerd gaat worden. Het
probleem wat de heer Boer aangeeft, behoort ook wel degelijk tot het projectvoorstel. Wat dat
betreft heb ik geen toevoegingen meer.
DE VOORZITTER:
Goed. Behoefte aan een tweede termijn?
Uw raad kan instemmen met het voorstel? Wie is voor? Tegen? Niemand. Daarmee is het
vastgesteld.
5. VOORSTEL VASTSTELLING VAN HET BESTEMMINGSPLAN BUITENGEBIED ZUID.
DE VOORZITTER:
Wie van u?
Het woord is aan de heer Hendrickx, CDA.
DE HEER HENDRICKX:
Dank u wel, voorzitter. Een nieuw bestemmingsplan Buitengebied - Zuid komt aan een afronding
toe. Een termijn van drie jaar is een lange tijd om een bestemmingsplan van voorontwerp naar een
definitief ontwerp te krijgen. Het was een lange periode. Intussen werd ook de nieuwe Wet
Ruimtelijke Ordening aangepast en daar moest dit bestemmingsplan aan voldoen. Het was
wennen, voor iedereen, zowel ambtelijk voor de gemeente, als zeker voor de mensen van de
provincie die daar een heel andere rol in kregen. Maar ook voor de agrarische bedrijven in het
buitengebied is op één onderdeel een heel grote aanpassing gekomen. Men kon in voorgaande
bestemmingsplannen aangeven: welke kant wil ik met mijn bedrijf op, hoe groot wil ik het
bouwblok hebben. Maar dat veranderde. Men kreeg maatwerk, maatwerk op bedrijfsniveau en per
sector, per gebied. De intensieve veehouderij, de melkveehouderij, de glastuinbouw, de
vollegrondstuinbouw, de aardbeien, het werd allemaal aangepast. En dat volgens de daarvoor
geldende richtlijnen die in het reconstructieplan de Baronie in 2005 zijn vastgesteld.
Ook de teeltondersteunende voorzieningen maakten daar een onderdeel van uit.
Teeltondersteunende voorzieningen zijn in december 2007 door de provincie vastgesteld,
uitgezonderd voor de gemeenten Zundert en Rucphen. Zij kregen een status aparte en ze mochten
daarmee ruimer dan de rest van heel Brabant. Was tot voor een aantal jaren het buitengebied van
Breda en omgeving van de landbouwer, de agrariër, die het vorm gaf, die het inhoud gaf,
onderhield en in de tussentijd ook nog een boterham verdiende, daar is gaandeweg de jaren een
verandering in gekomen. Dat zijn de ontwikkelingen van de tijd, zullen we maar zeggen. Bedrijven
werden groter, bedrijven stopten, en de efficiëntie in de agrarische sector ging verder. Er kwamen
grotere bedrijven, efficiënter toegerust. Maar de vrijgekomen agrarische bebouwing, de
zogenaamde VAP's, werden ingenomen door een andersoortig bedrijf, andersoortige bewoners,