333
waarbij het beleid in balans zou zijn. Daar houd ik van. Ik houd van beleid in balans op alle
terreinen. En als u eens wist, - en dan kijk ik ook naar mijn collega mevrouw Heerkens -, als u
weet dat de werkeloosheid stijgt, dat op de mensen bij Sociale Zaken, binnenkort weer een zwaar
beroep wordt gedaan. Dacht u dat ik de verantwoordelijkheid neem om die rij aan dat loket nog
langer te maken door de ondernemers in het buitengebied het onmogelijk te maken om op een
optimale manier een bedrijfsvoering te doen? Dames en heren, daar teken ik niet voor. Nu niet,
morgen niet en nooit niet. Dat kan niet. Kortom,
DE HEER AKINCI:
Voorzitter, toch per interruptie. Twee zaken kort. Allereerst zegt de wethouder hier: ik heb
uitgebreid met de provincie gesproken en we zijn het eens. Ik vraag me af waarom er een
zienswijze ligt. Dat mag u me dan uitleggen. En twee - en dat vind ik eigenlijk nog veel kwalijker -
u doet net alsof, wanneer dit amendement aangenomen zou worden, alle agrariërs van Breda en
omgeving misschien ook nog wel, straks voor het loket van Sociale Zaken staan. En dat is
natuurlijk niet waar. Het enige waarin dit amendement voorziet, is het voorkomen van die
grootschalige permanente kassen in gebieden met een ecologische waarde, zij het GHS, zij het
RNLE. En mevrouw Schokker heeft net ook al duidelijk gezegd dat in de normale agrarische
gebieden de agrariërs alle ruimte hebben om hun bedrijfsvoering zo optimaal mogelijk te voeren.
En dat deel ik met u. Maar doe nou niet alsof wij hier alle agrariërs werkloos maken, want dat is
gewoon niet waar.
WETHOUDER OOMEN:
Laat ik zeggen dat ik het met passie breng. Dat geef ik toe. Ik breng het met passie. Maar ik denk
dat het ook mag in uw richting want daar is ook aanleiding toe.
DE HEER AKINCI:
Ik ben een passioneel mens.
WETHOUDER OOMEN:
Oké. Kijk, waar het om gaat hier is - en dat is al meerdere malen uitgesproken - dat die
teeltondersteunende voorzieningen niet altijd alleen maar grootschalige kassenbouw is.
Voorzitter, het zou de zaak te veel ophouden, maar ik wil ze wel noemen hoor. Het zijn laag
tijdelijke voorzieningen ter bescherming van planten en zaaisels, tot 50 cm hoogte, het zijn
containervelden met omkeerbare voorzieningen. Ik wil zeggen dat het allemaal gaat om dat soort
dingen. Daar praten we ook over.
MEVROUW SCHOKKER:
Voorzitter, het amendement gaat alleen over de teeltondersteunende kassen van 5000 vierkante
meter. En dat is wel degelijk heel groot, juist omdat op meerdere plaatsen in het buitengebied op
ieder bouwblok deze kassen nu kunnen ontstaan.
WETHOUDER OOMEN:
Voorzitter, ik herhaal, of ik vul aan dat deze teeltondersteunende voorzieningen essentieel zijn voor
een bedrijfsvoering voor mensen in het buitengebied die hier hun boterham verdienen. Dat is
essentieel. En dan is misschien nu het moment daar dat ik iets over het amendement zeg. U zult
wel met mij begrijpen uit mijn betoog dat ik namens het college u ontraadt om dit amendement
aan te nemen, want u merkt dat als we dit zouden doen, dit een geweldige beperking geeft aan de
bedrijfsvoering van die ondernemers die het toch al zeer moeilijk hebben. En als we nou iets deden
wat in strijd was met enige vorm van beleid, maar dat is niet zo. Wij handelen precies volgens de
provinciale randvoorwaarden. Dus kortom, het beleid wat wij voeren, is ook toegestaan door de
andere overheden.
DE VOORZITTER:
Eerst de interruptie van de heer Spapens.
DE HEER SPAPENS:
Wil de wethouder alstublieft zijn microfoon uit doen? Ik hoor u net twee dingen zeggen en dan
vraag ik me het volgende af. Hebben we kleine kassen, waarin we teeltondersteunende dingen
gaan doen, of gaan we alsnog toestaan dat er van die 5000 vierkante meter grote dingen ontstaan,
waarin je dan alsnog die teeltondersteunende dingen doet waarvan de meerderheid hier zegt: doe
dat nou niet en ga niet de Bredanaars en omgeving wijs maken dat we er even voor staan om dat
allemaal af te breken en die werkgelegenheid weg te halen. Daar gaat het helemaal niet om. Wat
we aan u vragen - en dan heeft u misschien de vraag niet helemaal goed begrepen, dus wij willen