belangrijker dan de informatievoorziening,namelijk de functie van ontmoetingsplek voor mensen
die lijden aan of in hun directe omgeving te kampen hebben met een autistische stoornis. Is dit
ook onderwerp van gesprek tussen GGZ, MEE, het NVA en de BCG?
In de beantwoording, waar ik het zojuist ook al over heb gehad, van de raadsvragen geeft het
college aan dat eerdere subsidieverzoeken van het NVA zijn afgewezen omdat de verzoeken voor
subsidie te algemeen gesteld waren en niet geënt op de Bredase samenleving. Is het college het
met ons eens dat de behoefte aan informatie en lotgenotencontact in Breda niet anders zal liggen
dan bijvoorbeeld in Tilburg of Eindhoven en dat derhalve een subsidieverzoek, zoals de NVA heeft
gedaan, eigenlijk toch in behandeling genomen had moeten worden?
Vraag vier. Uit de beantwoording kan opgemaakt worden dat Breda een eigen variant op het AIC
gaat bedenken. Is het college met ons van mening dat het wenselijk is om juist aan te sluiten bij
het format dat in den lande al bestaat en dat vooral bij het NVA heel veel kennis aanwezig is, ook
over de specifieke manier waarop je om moet gaan met deze problematiek.
Vraag vijf. Is het college het met ons eens dat verdere vertraging bij het komen tot een AIC
onwenselijk is en dat er zo snel mogelijk stappen gezet moeten worden om tot de oprichting van
het AIC in Breda te komen?
Kortheidshalve en afsluitend voorzitter: u zult begrijpen dat de wens om te komen tot een
informatiecentrum voor mensen die te kampen hebben met een autistische stoornis of hun
omgeving, voor ons erg van belang is, juist omdat vanuit de doelgroep ook duidelijk is geworden
dat hier behoefte aan is. We hopen op een positieve insteek van dit college.
DE VOORZITER: t, 11
Ik stel voor een korte reactie. Ik wil toch nog even een opmerking maken. Ik vind het toch een
beetje vervelend, maar u moet allemaal toch eens goed kijken naar de procedure van de
vraagstellerij, het doel en het nut daarvan, en de politieke relevantie. U zou dan mogelijk toch tot
een wat andere beoordeling komen. Ik vraag om een korte reactie van de wethouder.
WETHOUDER HEERKENS:
Voorzitter, ik doe mijn best. We hebben het gesprek inmiddels gehad. Hierbij dus een korte versie.
Er is afgesproken dat de NVA het voortouw gaat nemen om samen met de BCG en het steunpunt
een concreet voorstel te realiseren. Het is nu op dit moment erg druk voor het NVA. Dat heb ik nog
even nagetrokken, maar zij doen er alles aan om dat voor het eind van het jaar samen met andere
instellingen te presenteren.
Het gaat ook om lotgenotencontacten. U weet dat wij een Psych cafe hebben, een Parkinsoncafe,
café Brein, Alzheimercafé, Honingraad en overigens ook een autistensoos. Die lotgenotencontacten
staan in Breda nogal centraal en waarom dan niet voor deze doelgroep. Daar heeft u groot gelijk in
en dat moet ook beter gebeuren. Dat zal zeker onderdeel zijn.
Even nog naar het verleden. Inderdaad, we vinden het wel belangrijk dat er groot draagvlak is. Het
is wel belangrijk dat je daarin ook maatwerk kan doen. Dat is ook goed voor deze doelgroep. Dus
vandaar dat we het wel in de Bredase situatie willen implementeren. Dat betekent dat we heel
constructief daar nu mee bezig zijn. Ik hoop u dit jaar nog verder daarover te kunnen berichten.
DE VOORZITTER:
Behoefte aan een aanvullende vraag of reactie, mijnheer Akinci?
Akkoord.
Dan is het woord aan mijnheer Vos over de fietsbrug over de A27. Gaat uw gang mijnheer Vos.
MIJNHEER VOS: t
Voorzitter, ik zal het kort houden. Ik hoop dat het de toets van de politieke relevantie doorstaat.
Wij zouden vorige week spreken over de fietsbrug bij Bavel bij de A27. Dat was vervolgens door
het college van de agenda gehaald. Ik heb daar toen kort wat vragen over gesteld waarop
wethouder Willems namens het college mededeelde aan de commissie dat er nog een financieel
tekort is en dat er bezuinigd gaat worden op het onderwerp. Dat heeft in de verschillende media
gestaan en dat heeft weer geleid tot een groot aantal vragen richting onze fractie, waarna ik heb
besloten om hier vanavond nog wat aanvullende vragen te stellen.
De belangrijkste daarvan zijn: Hoe groot is nou eigenlijk de omvang van de financiële tekort? Op
welke wijze wordt het opgelost? Welke consequenties heeft die versobering, die bezuiniging voor
de kwaliteit en de uitstraling van de fietsbrug? We hebben ook nogal een geschiedenis in Nieuw
Wolfslaar en Bavel als het gaat om de verwachtingen van de kwaliteit van de openbare ruimte. In
hoeverre zijn er nog overige problemen rond dit dossier? Zijn bijvoorbeeld alle benodigde
vergunningen van Rijkswaterstaat inmiddels binnen? Zijn ook alle benodigde gronden aangekocht?
En wat is op dit moment de meest recente opleveringsdatum van de fietsbrug?
DE VOORZITTER: