418
Goed. Ik geef eerst het woord aan de heer Akinci en dan aan de heer Leenders.
DE HEER AKINCI:
Voorzitter, ik moet de heer Vergroesen danken voor het compliment dat we ongeveer in een
vergelijkbare periode zitten als 1000 jaar geleden. Niet dat ik het me kan herinneren, maar dat
was de tijd dat de Selcukken in Europa op het hoogtepunt van hun imperium zaten. Wellicht gaan
we binnenkort die kant weer op.
Ik had eigenlijk een andere vraag. U zegt aan het begin: we gaan urenlang praten over de
begroting en vervolgens komen we er achter dat er niks veranderd is en noemen we dat efficiënt?
Ik constateer tegelijkertijd, dat los van een motie die geen verandering meebrengt voor de
begroting, u ook geen enkel wijzigingsvoorstel heeft gedaan op de begroting. Kijk, je kan veel
zeggen van het politieke programma van de VVD, maar die heeft in ieder geval nog de moeite
genomen om via een amendement aan herfinanciering en verschuiving en ombuiging van middelen
te doen. U zegt dat er aan het einde van deze avond niks aan de begroting verandert, maar u doet
niet eens een voorstel. Waarom komt u niet met een voorstel?
DE HEER VERGROESEN:
Ik zou graag willen debatteren, maar dan moet er wel iets te debatteren zijn. En als technicus ben
ik een hele scherpe realist. Dit is niet de eerste keer dat ik bij de begroting sta. Het is ook niet de
eerste keer dat ik constateer dat, wanneer er al wat verandert, het ver achter de komma is.
DE HEER AKINCI:
Dat is misschien ook de reden waarom een van uw collega raadsleden gewoon besloten heeft om
dan het eerste deel van de vergaderingen überhaupt maar niet mee te maken.
DE HEER VERGROESEN:
Die beide raadsleden zitten gewoon allebei op hun werk.
DE VOORZITTER:
Het woord is aan de heer Leenders, Partij van de Arbeid.
DE HEER LEENDERS: j u u
Ik heb een korte vraag aan de heer Vergroesen omdat ik denk dat ik iets verkeerd heb verstaan. Ik
hoorde u zeggen: het statusproject sporthal. Die sporthal is wat ons betreft, bedoeld als
breedtesporthal voor gewone mensen die 's avonds kunnen sporten, voor schoolkinderen, etcetera.
Heb ik het goed verstaan?
DE HEER VERGROESEN:
Ik heb gezegd: topsporthal. Over een gewone sporthal ligt het verhaal iets anders.
DE HEER LEENDERS: L
We hebben het dus niet over een topsporthal, we hebben het over een sporthal voor de stad Breda
voor in principe breedtesport. Daar hebben we het over. Ik begrijp dat u daarmee uw woorden dat
het een statusproject zou zijn, terug trekt?
DE HEER VERGROESEN:
Nee, want ik heb, voor zover ik weet, topsporthal gezegd.
DE HEER LEENDERS:
Dat is duidelijk. Wanneer bent u voor het laatst in die sporthal geweest mijnheer Vergroesen, om
eens goed te kijken hoe de stand van zaken daar is.
DE HEER VERGROESEN:
Ik ben al eerder in die sporthal geweest. En ik ben in meer zaken eerder geweest. Maar als dat
bepalend is voor de keus die u maakt, of u er wel of niet geweest bent,
DE VOORZITTER:
Andere dringende vragen nog?
Dan dank ik de heer Vergroesen en is het woord aan Breda'97.
Ik geef het woord aan mevrouw Vossenaar.
MEVROUW VOSSENAAR:
Voorzitter, collega's, dames en heren. Normaal gesproken ligt het voor de hand dat de bespreking
van de begroting voor het komende jaar in precies dezelfde lijn ligt als de eerder gemaakte