424 Om te beginnen is er het dossier Volkshuisvesting. Schoorvoetend heeft de wethouder via de media erkend dat op het gebied van studentenhuisvesting nauwelijks iets bereikt is. Dat is voor het eerst. GroenLinks roept dat al vanaf het begin. De ambities zijn te laag en de genoemde aantallen onvoldoende. Het is goed dat de wethouder uiteindelijk zijn excuses aanbiedt, maar het is eigenlijk too little too late. We moeten daar, ook naar de volgende periode toe, een veel stevigere ambitie neerzetten. Ook het dossier sporthal kent geen enkele vooruitgang. De discussie is in de raad gegaan over publiekprivate samenwerking, over een mogelijke topsporthal en eigenlijk heeft die discussie de hele voortgang op dit dossier gegijzeld. Voor GroenLinks is het duidelijk dat de huidige sporthal niet meer voldoet. Daar zijn we het over eens. Maar een peperdure sporthal, een peperdure topsporthal hoeft er wat ons betreft ook niet te komen, zeker niet in deze tijd waarin de bomen met euro 's niet meer tot in de hemel groeien. En een ander dossier waarmee we pas onlangs enigszins vooruitgang hebben geboekt, - noem het maar vooruitgang, het is eerder stopzetten -, is de Bavelse Berg. Het is terecht dat het college zegt: met de economische veranderde omstandigheden is ook de financiering van het project in een ander daglicht komen te staan. Maar dat is het niet alleen. Onze fractie heeft zich de afgelopen weken in toenemende mate geërgerd aan de opstelling van Grontmij. Zij verwijten het niet doorgaan van de Bavelse Berg aan een politiek spel en het ontbreekt bij de Grontmij aan elke vorm van zelfreflectie. Zij waren het die nog steeds geen voorlopig, laat staan een definitief ontwerp over het evenementencomplex bij de Bavelse Berg hebben. Zij zijn het, die keer op keer geen lijst met financiers kunnen produceren. Zij zijn het die in gebreke zijn gebleven. En dat is iets wat verder gaat dan alleen maar de economische crisis. Ik ben daar heel duidelijk in: wat mij betreft zou het college wat dat betreft ook wat duidelijker mogen zijn. Voorzitter, ik rond af. Op een groot aantal punten, - en ik heb die net de revue laten passeren -, zijn duidelijke keuzes gemaakt door deze coalitie en door dit college en zijn nieuwe richtingen ingeslagen. Dat onderschrijven wij. Het resultaat daarvan, de meest duurzame stad, de beste binnenstad zijn zo maar een aantal voorbeelden. Er zijn echter ook nog grote opgaven, niet in de laatste plaats financieel. Ook daar is zojuist al debat over gevoerd. Dat schept verplichtingen en dat vraagt om het nemen van verantwoordelijkheid die in ieder geval GroenLinks ook in een volgende bestuursperiode bereid is te nemen. Tot zover. DE VOORZITTER: Dank u wel. Ik zal even de motie voorlezen. Verzoekt het college een lokale klimaattop te organiseren om samen met private partijen mogelijkheden te verkennen en afspraken te maken om de in de nota "Steek positieve energie in het klimaat" gestelde doelen met betrekking tot energiebesparing en uitstootproductie van broeikasgassen te verwezenlijken. Motie maakt onderdeel uit van de beraadslagingen en is door de diverse partijen ondertekend. Zijn er vragen voor de heer Akinci? De heer Gouka. Gaat uw gang. DE HEER GOUKA: Een korte, maar hevige vraag voorzitter. U heeft het over de huisvesting van studenten. Wij onderschrijven uiteraard ook dat dat goed fout gegaan is. Wat u niet noemt, is een oordeel over de betaalbare woningen die ook enorm achtergebleven zijn. Sterker nog, dat gaat hollend achteruit, terwijl we aan de andere kant nog wel steeds deze woningen aan het slopen zijn. Ik zou toch graag van u een oordeel willen hebben of dat beleid goed geweest of dat dat ook volgens GroenLinks anders had gemoeten of in ieder geval in de toekomst anders moet. DE HEER AKINCI: Een hele korte reactie. Het beleid is verbeterd ten opzichte van het beleid inzake volkshuisvesting zoals het gevoerd werd. De aantallen zijn toegenomen, ook op het gebied van sociale woningbouw. Is dat voldoende? Ik denk dat de cijfers voor zich spreken. Nee, dat is nog niet voldoende. In die zin ben ik het niet helemaal met uw analyse eens, maar wel met de gedachte dat ook op dat dossier in de volgende periode nog een stevige opgave voor ons ligt. DE HEER GOUKA: Maar het is toch zo dat sedert het begin van deze periode de lijst van mensen die dit soort woningen zoeken aanzienlijk groter is geworden gedurende deze periode. Het is dus niet zo dat dit verbeterd is. DE HEER AKINCI:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2009 | | pagina 22