425
U bent zelf altijd een grote fan van het produceren van getallen en als u naar uw eigen getallen
kijkt, dan ziet u dat het aantal opgeleverde woningen in de betaalbare sector aanzienlijk hoger ligt
in deze bestuursperiode dan in de vorige periode. Dat geldt ook voor het aantal woningen waar
vergunning voor aangevraagd is en die nog gebouwd moeten worden. Dat vind ik vooruitgang. Dat
vind ik winst. En dat is absoluut winst ten opzichte van het beleid dat tot 2006 gevoerd werd.
Alleen op de vraag of het genoeg is, kun je zeggen: nee het is nog niet genoeg en we moeten daar
ook in de volgende bestuursperiode, nog een stevige ambitie op zetten.
DE HEER GOUKA:
Dit is een beetje flauw. We hebben een sloopprogramma dat ongeveer gelijkwaardig is aan het
aantal woningen wat erbij komt. De bevolking groeit en we zien ook dat de lijst van mensen die
echt een woning moeten hebben, enorm veel groter is geworden. En dan zegt u nog dat het wel
goed gegaan is. Ik vind dat nogal wat.
DE HEER AKINCI:
Dat zeg ik niet, voorzitter. Ik zeg dat het verbeterd is ten opzichte van wat er was. Als u nog eens
naar uw eigen getallen kijkt, inclusief het sloopprogramma, dan kunt u echt niet hard maken dat
het aantal gesloopte woningen even hoog of zelfs nog hoger zou zijn dan het aantal woningen wat
er nu opgeleverd wordt. Dat is simpelweg, ook volgens uw eigen getallen die u keer op keer
presenteert, niet waar.
DE VOORZITTER:
Goed. Zijn er nog andere vragen?
Mevrouw Boelema en mevrouw Van Maanen.
Het woord is aan mevrouw Boelema.
MEVROUW BOELEMA:
U noemt een aantal dingen die niet zo geweldig gaan en dat siert u. Overigens valt me dan wel op
dat dat bij dezelfde portefeuillehouder zit. Maar ik wil daar ook een ding uit halen. Dat heeft te
maken met de sporthal. U steunt de motie. Dat weet de kijker thuis misschien nog niet omdat deze
nog niet ingediend is. Maar zoals ik dat zie, wilt u een besluit van het college afdwingen, een
go/no go, en dat eventueel niet met het ROC. Nou vraag ik u: wat is dan volgens u nog een optie
die dan wel open staat. Wat is nou uw visie op die gemeentelijke sporthal?
DE HEER AKINCI:
We hebben in het begin van deze periode in 2006 een notitie besproken waarin diverse varianten
waren opgesomd, het opknappen van de huidige hal, het opknappen van de huidige hal met een
bescheiden bouw van een tweetal zalen er naast, nog wat varianten tot aan een compleet nieuwe
topsporthal. Wat is constateer is, dat na 3,5 jaar van discussie, we eigenlijk weer terug zijn op het
punt dat wie die scenario's weer tegen elkaar moeten afwegen. Die discussie is toen niet afgerond,
zal ik maar zeggen. Dat moeten we dus alsnog doen. Wat mij betreft is het opknappen van de
huidige hal met bij bouwen van een bescheiden zaal er naast, een betaalbare, redelijk goedkope en
haalbare optie. Dat is er eentje. Die is voor mij bespreekbaar. Faseren van het project en zeggen:
we moeten maar eens kijken of we dat moeten uitstellen, gezien de investeringsgelden die
beschikbaar zijn ook in de volgende periode, is een mogelijkheid. Ik ben bereid om al die opties
opnieuw te bespreken. Een ding is duidelijk, en daar zijn de ondertekenaars van deze motie het
mee eens, namelijk dat het ROC hom of kuit moet geven, dat er duidelijkheid moet komen over of
we nou wel of niet samen aan een PPS constructie gaan werken. Ik heb het idee dat de
vertragingstechniek van het ROC uiteindelijk zal leiden tot het niet doorgaan. Maar laten zij dat
voor 17 december maar duidelijk maken.
DE VOORZITTER:
Zijn er nog andere vragen? Tot slot mijnheer Boer.
DE HEER BOER:
U was erg boos op de Grontmij. Maar ik ben nogal onder de indruk geraakt van het verhaal wat lan
Nijhof in De Stem gehouden heeft, waarbij toch zaken naar voren komen die ik niet verwacht had
en die een totaal ander beeld lieten zien van de voorwaarden die er zijn. Ik vraag me af, - u zit
een beetje dichter bij het vuur -, hoe het komt dat u zo negatief bent terwijl de heer Nijhof toch
eigenlijk een heel positief verhaal neerzet.
DE HEER AKINCI:
Ik denk dat Dirk Scheringa ook heel lang hele positieve verhalen opgehangen heeft. Er is een
overeenkomst tussen beiden, namelijk dat ze hun projecten niet konden financieren. Het is de