441 dat dat een behoorlijke aanpak is die echt dit bestand jongeren kleiner gaat maken. Er is ook al belangstelling voor uit andere steden. Ik ben eigenlijk ook best een beetje trots dat we door Samenwerking met Sociale Zaken, maar ook met het ÜWV dat hier heel hard aan mee werkt door bijvoorbeeld juist in de avonduren ook de Brug open te stellen en deze jongeren te ontvangen, via heel snelle trajecten zorgen dat die jongeren geactiveerd blijven. DE VOORZITTER: Dank u wel. Het woord is aan wethouder Oomen. WETHOUDER OOMEN: Voorzitter, er is maar een vraag aan mij gesteld door GroenLinks en die gaat over het landschapspark Oosterhout - Breda. Dit is al in de commissie besproken en u weet dat er voortvarend aan gewerkt is door vier partijen: de gemeente Oosterhout, de gemeente Breda, Staatsbosbeheer en de provincie. Momenteel is het zo dat de output van de consultatie verwerkt wordt. Mijn inschatting is dat ik in het voorjaar het plan aan uw raad ter besluitvorming kan voorleggen. U vroeg ook nog naar de financiële impact. Het is zo dat het college heeft toegezegd, ook naar de andere partners toe, omdat we die ecologische verbindingszone tot stand moeten brengen, en ik heb destijds al gezegd in de discussie met mevrouw Schokker van GroenLinks dat die verbindingszone voor een belangrijk deel op het grondgebied van de gemeente Oosterhout ligt. Maargoed, verbindingszones, ecologie en natuurbeheer, trekken zich minder aan van grenzen. Dus het college heeft gezegd: daar willen wij ook een bijdrage aan leveren. Ik zeg uit mijn hoofd dat het 3 of 4 ton was. En de wijze waarop wij dat te zijner tijd ook willen dekken is het groenfonds, wat momenteel in oprichting is en waar de eerste gelden binnen zijn gekomen. U weet dat de voeding voornamelijk zal gebeuren door de Nota Groen en Rood en ook door de verkoop van Staatsbosbeheer waar we momenteel mee in onderhandeling zijn. Ik verwacht aan het einde van dit jaar dat ik daar meer duidelijkheid over kan geven. Wat dat betreft, kunnen wij ook onze bijdrage wel leveren. U weet ook dat ik dat zelf graag wat breder had gezien, omdat ik het met bedrijventerreinen op Bredaas grondgebied ook graag had willen oplossen, maar dat is momenteel nog een brug te ver. Samenvattend voorzitter, ben ik wel optimistisch over de afloop, in die zin dat er een Gebiedsvisie komt waar we althans wel enige jaren mee aan de slag kunnen. Dat was voorzitter, datgene wat vanuit GroenLinks aan mij is gevraagd. En dan de motie van de heer Boer over het parkeren in de Dreef. Ik ben een beetje teleurgesteld over de creativiteit van de heer Boer. Meestal komt hij met nieuwe ideeën en nu schrijft hij gewoon iets over wat anderen geschreven hebben, zonder dat ik daarbij met de raad en met de commissie kan discussiëren, want ik moet mijn verhaal nog doen. Ik hoop dat ik dat kan doen in een van de volgende commissievergaderingen. Want er is een open brief aan uw raad gestuurd. U zult begrijpen dat aan het parkeren natuurlijk wel iets ten grondslag ligt. En daar wil ik wel iets over zeggen. Dat is een programma van eisen. Dat moet voldoen aan duurzaamheid, aan veiligheid, aan bereikbaarheid. In Princenhage hebben we ook nog te maken met een historische kern, laat ik zeggen een historische uitstraling, maar ook met de verblijfskwaliteit. En de Dreef in Princenhage is niet alleen van de bewoners aan de Dreef, dames en heren, maar die is van heel Princenhage. En waar het college naar streeft, dat is een goede verblijfskwaliteit, een soort boulevard idee. En u zult begrijpen dat ingeval van schuin parkeren je nog geen driekwart meter overhoudt. Dat voldoet natuurlijk niet aan het programma van eisen. Ik wil natuurlijk met alle liefde en plezier met u verder de discussie aangaan, maar een ding is duidelijk: wat de heer Boer op dit moment voorstelt, dat moeten we gewoon niet doen. Voorzitter, dat was mijn bijdrage. DE HEER BOER: Voorzitter, mag ik daar op reageren, of DE VOORZITTER: Heel kort. DE HEER BOER: Het punt is gewoon dat de gemeente tegen de bewoners heeft gezegd dat er geen plan was en dat zij vanaf nul konden beginnen. Dat is blijkbaar niet het geval. Dan krijg je een andere situatie. DE VOORZITTER: Akkoord, ik denk dat de wethouder duidelijk is geweest in welke context hij dat zou willen benaderen. Ik denk dat dat ook een hele wijze benadering is. Ik geeft het woord aan wethouder Adank.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2009 | | pagina 39