451
DE VOORZITTER:
Goed. Tot slot de heer Boer.
DE HEER BOER:
Ik heb nog twee dingen voor de wethouder.
Het eerste is de opmerking over de brug. Er mag nooit bezuinigd worden op veiligheid, want dat is
heel erg gevaarlijk.
En met betrekking tot het Q-park heeft u nog niet gezegd of u die motie overneemt of met
sympathie afwijst.
WETHOUDER WILLEMS:
Ik ga alles doen om met de kerstdagen de verkeersafwikkeling optimaal te maken. Maar de
bewegwijzering zal pas in februari definitief klaar zijn.
DE HEER BOER:
Oké.
DE BURGEMEESTER:
Er zijn een paar vragen gesteld.
Met betrekking tot de communicatie heeft mevrouw Vossenaar een paar belangrijke opmerkingen
gemaakt. Als het gaat over de communicatie, dan gaat het zeker niet alleen over het vertellen van
het verhaal, maar ook over de wijze waarop je de mensen erbij betrekt en wat de attitude daarbij
is. Die opgave begint natuurlijk al in het eigen huis, in ons eigen stadskantoor. En dan gaat het om
de interne samenwerking en afstemming. Ik kan u wel zeggen dat het als nooit tevoren op dit
moment de optimale aandacht heeft, zowel van het bestuur als ook van de ambtelijke top, onder
leiding van de secretaris. Want daar gaat het om, en dat kan ook veel voorkomen.
Wij horen als een gemeente dan ook met een stem te communiceren en vanuit die positie in
gesprek te gaan met de stad. Dat proberen wij ook. Maar u weet ook dat wij, conform de
afspraken, bezig zijn met de interactieve beleidsvorming. Dat is zeker niet een techniek, dat is een
cultuurverandering en dat noemen we dan Waarderend Vernieuwen. Die methode is volgens mij
toch goed aangeslagen. Dat laat onverlet dat er zorgpunten zijn. Maar ik vind het toch aardig om
te mogen vermelden dat wij genomineerd zijn voor een tweetal belangrijke prijzen,
de E-participatie Award en de Innovatie Award Grote Gemeenten. Dat zijn niet de minsten. En als u
kijkt naar wat gesteld wordt over de Bredase aanpak van dit moment uit het hele land, vanuit
deskundigen en gewone burgers, is dat in ieder geval een interessante opkikker. Maar nogmaals,
wij moeten permanent alert zijn. Maar ik durf wel te stellen dat er op dit moment veel in beweging
is. Er is zelfs belangstelling van andere gemeenten die ons vragen hoe wij het doen. Maar
nogmaals, het komt nog te vaak voor.
Dan wil ik het hebben over de veiligheid in zijn algemeenheid. De heer Lips spreekt daarover. Het
is zo natuurlijk dat Bredanaars zich niet altijd veilig voelen. Dat kun je afdoen als een subjectieve
beleving maar niettemin speelt het wel. Op dit moment durf ik te zeggen dat we wel, met alle
moeilijke dingen die nog steeds geregeld moeten worden, met onze burgers al veel tot stand
hebben gebracht. Ik denk aan Het Grote Broer project, het Kick project, de succesvolle aanpak
vrijplaatsen, het Veiligheidshuis en de effectieve aanpak van het huiselijk geweld. En het
interessante is dat juist anderen uit andere omgevingen naar ons toekomen om te vragen hoe dat
gaat en hoe dat verloopt. Dat wil niet zeggen dat het niet veel beter kan, want we moeten verder
die weg op. In dat opzicht spreken mij persoonlijk de suggestie om te komen tot
wijkveiligheidsplannen en daar ruimte aan geven, mandaten geven bij de burgers, zeer aan. Wij
hebben inmiddels al van doen met veiligheidsregisseurs en buurtregisseurs die samen met alle
partners en bewoners al tot interessante aanpakken aan het komen zijn. Het lijkt mij een
interessante opgave om in de nieuwe periode nog eens te kijken hoe we dat kunnen uitbouwen,
respectievelijk ook met elkaar nadrukkelijk kunnen verbeteren. Daar liggen kansen die we ook
moeten pakken. Omdat we natuurlijk ook te maken hebben met een enorme, toenemende
bezuiniging van politie en degenen die zeggen dat het niet ten koste zal gaan van blauw op straat,
dat durf ik niet zonder meer te onderschrijven. Ik heb daar de nodige zorg over. Wat is daar op dit
moment over te melden? Wij zijn gestart met de voorbereidingen om te kijken wat de betekenis is
van die bezuinigingen voor het hele politiegebied, regio West en Midden Brabant. En dat zal zeker
ook zijn beslag krijgen, omdat ik denk dat daar ook veel zaken in besproken zullen moeten gaan
worden. Daarnaast proberen we ook middels efficiencyslagen met de andere korpsen te kijken of
we daar ook verbeteringen in kunnen ontwikkelen. Dat is een enorme uitdaging maar daar werken
we nadrukkelijk aan.