409 DE VOORZITTER: Zijn er vragen voor mijnheer Lips? Gaat uw gang. Mevrouw Boelema, D66. MEVROUW BOELEMA: Dank u wel. U heeft het over een solide begroting en u loopt ook niet weg voor de gevolgen van de crisis. Dat lijkt me ook heel zinvol. Maar tegelijkertijd zegt u dat het een sluitend meerjarenperspectief moet zijn. Maar dat is het natuurlijk niet. We houden elkaar hier voor de gek door dat te zeggen. Er is voor de volgende coalitie de opgave om minstens nog 5 miljoen te vinden die nu niet gedekt is. Ik daag u nu uit om daar nu een aantal suggesties voor te geven. Wanneer u het dan heeft over hom of kuit, dan zou ik in ieder geval op dat punt ook hom of kuit van u willen. DE HEER LIPS: Nog 4,9 miljoen, om precies te zijn, is de bezuinigingsopdracht aan het college. Als je in het bedrijfsleven een begroting hebt van 600 miljoen, en je praat dan over een bedrag van 4,9 miljoen, dan is dat een dusdanig klein bedrag, dat daar echt niet zoveel woorden over worden vuil gemaakt. Dan zegt men gewoon: dan moeten wij aan de slag. Je moet die bezuinigingen zien te realiseren maar daar heb je ook gewoon de tijd voor nodig. Maar dat het moet gebeuren, is duidelijk. MEVROUW BOELEMA: Mag ik daar nog wat op door vragen? U zegt dat nu alsof het een vuiltje is. Maar volgens mij is dat absoluut niet zo. Ik weet bijvoorbeeld dat u als een leeuw gevochten heeft voor 1,2 miljoen voor de portefeuille van wethouder Oomen waar het gaat om Buitenruimte. Dat vindt u dan niet acceptabel. Van die 4,9 miljoen zegt u: dat vinden we vast wel. En tegelijkertijd zegt u er bij, - en dat zijn letterlijk de woorden van mijn collega uit de commissie -, dat we nog een keer 30 miljoen zouden moeten kunnen bezuinigen in een volgende periode. Dan vraag ik u toch nog steeds: noemt u nou eens een ding waarop u de volgende periode wilt bezuinigen. DE HEER LIPS: Ik vind dat wij eerst het college de kans moeten geven om daar inhoud aan te geven. Daar hebben we de opdracht weg gelegd om die bezuinigingen in te vullen en inhoud te geven. Laat ze daar eerst maar eens aan gaan werken. Er zijn tal van mogelijkheden te noemen maar ik noem die nu niet. MEVROUW BOELEMA: Ik ken u als een dualistisch mens, maar op dit moment opereert u niet helemaal zo. DE VOORZITTER: Mevrouw Van Maanen, VVD. MEVROUW VAN MAANEN: Voorzitter, ter aanvulling daarop, het volgende. Behalve het feit dat u dat bedrag niet invult en u dus voor de lange termijn een schuld open laat, zegt u ook: we moeten wel een aantal problemen oplossen. Dan gaat het onder andere om de sporthal en Heikant. Daarvan hebben we in de plannen van het college gezien dat dit zeker 5 miljoen gaat kosten. U zegt dat dat snel opgelost moet worden. Ik neem dus aan dat het CDA tijdens de volgende commissievergadering met oplossingen komt, om dat dan te dekken, voor de verkiezingen. DE HEER LIPS: Dat hebt u mij niet horen zeggen. Ik heb gezegd dat het voor het CDA een grote zorg is wat er onder andere met de Heikant in Prinsenbeek aan de hand is. Wij hebben daar op dit moment ook niet de panklare oplossing voor, absoluut niet. Daar moeten we met elkaar uit zien te komen op de een of andere manier. Maar ik weet het ook nog niet. Tegen de achtergrond van al die bezuinigingen is dat best wel moeilijk. MEVROUW VAN MAANEN: Maar voorzitter, het CDA vraagt hom of kuit aan het college over de sporthal en u geeft zelf geen hom of kuit. Waarom geeft het CDA zelf geen hom of kuit? Dit willen we wel en dit willen we niet. Zo moeilijk is dat toch niet? DE HEER LIPS:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2009 | | pagina 7