504
Gaat uw gang.
DE HEER VOS:
Ik vind dat je daarmee echt het werk, laat ik dan als lid van de oppositie zeggen: als je hier
spreekt van een wanstaltig gedrocht, dan doe je wel het werk van het college, maar ook de
ambtenaren en ook de corporatie te kort naar mijn idee. We leggen er bijna 5 miljoen aan
gemeenschapsgeld op toe en mijnheer Gouka heeft het alleen maar over sociale woningbouw. Maar
waar hij het niet over heeft en wat met dit, in onze ogen uitstekende plan, wel wordt gerealiseerd,
is dat er bijvoorbeeld 75 woningen voor middeninkomens worden gerealiseerd waarmee de
koopkracht voor de wijk toeneemt, wat goed is voor de wijkeconomie. Er komen twee
supermarkten waar banen worden gecreëerd voor jongeren en ook voor lager opgeleiden. Over dat
hele aspect van werkgelegenheid en sterke buurteconomie hoor ik de SP helemaal niet. Ik zou daar
toch tegenover willen stellen dat in de beleving van D66 er meer is dan sociale woningbouw.
Buurteconomie is daar een heel belangrijk onderdeel bij.
DE VOORZITTER:
Mijnheer Gouka.
DE HEER GOUKA:
Ik zal proberen hierop te reageren. Met de uitspraak: het is een gedrocht aan het worden, bedoel
ik dat wij in Breda op dit moment meer slopen dan dat wij in de betaalbare sector, want daar
slopen wij - we slopen geen villa's of zo, een enkele uitzondering daargelaten - altijd de
goedkopere woningen opofferen voor middeldure en duurdere. En ook dit geval is een zelfde
situatie en uw gedachte dat wij er 80 in uw geval middeldure woningen bij krijgen, is te prijzen
voor u, maar ik strijd toch liever voor die onderkant, want die kunnen namelijk zelf geen kanten
uit. Het wordt hen opgedrongen. En nogmaals, als we de totale plannen overzien, dan gaan er vele
malen meer woningen, allemaal betaalbaar, naar de gallemiezen, en daar komen dan andere
woningen voor in de plaats. En natuurlijk, iedereen heeft heel graag een mooie fijne woning. Ik kan
dat voorbeeld van Rotterdam wel aanhalen. Daar kregen ze allemaal prachtige woningen en ze
willen allemaal op hun knietjes terug want ze hebben nou geen stuiver meer om te makken, omdat
het zo duur geworden is.
DE HEER AKINCI:
Precies. Ter interruptie even. U zegt dus even heel duidelijk: ach, het is de onderkant van de
samenleving maar, laat ze maar in een tochtige woning wonen. Dat is wat ik u hoor zeggen. Fijne
socialist bent u.
DE HEER GOUKA:
Ik vind dat compleet flauwekul wat u zegt.
DE HEER AKINCI:
Maar dat hoor ik u zeggen. Niet iedereen wil wel mooi wonen maar niet iedereen kan het betalen.
Wij proberen het hier in de stad zo te regelen dat iedereen een fatsoenlijke woning heeft.
DE HEER GOUKA:
Maar u wilt toch niet beweren dat die nieuwe woningen die er gaan komen betaalbaar zijn voor de
onderkant? Kom nou toch.
DE HEER AKINCI:
Dat zijn ze wel. Leest u dan in godsnaam de stukken nog een keer door.
DE HEER GOUKA:
Dat zit precies net onder de huursubsidiegrens. En dan zal ik er nog wel bij vertellen, datje dan
wel getrouwd moet zijn en kindjes moet hebben, want anders kom je er nog niet eens voor in
aanmerking.
MEVROUW VAN MAANEN:
Voorzitter, mag ik even ter interruptie?
Je zou het niet zeggen van de VVD, maar ik heb toevallig een tijdje in een van die krotten gewoond
en ik kan u vertellen dat het wel hoog tijd wordt dat die vervangen worden.
DE HEER GOUKA:
Ja, en er zijn mensen die er nog wel wonen. En ik wil graag doorgaan voorzitter.