526 DE HEER BOER: Dank u mijnheer de voorzitter. Ook in deze problematiek is mijn fractie verdeeld. De ene helft vindt het prachtig.... DE HEER LIPS: Welke helft mijnheer Boer? Welke helft van u dan? Want u bent het enige raadslid. DE HEER BOER: Dat weet een schizofreen zelf nooit. De andere helft is nog steeds kwaad over het verraad dat plaats gevonden heeft bij dit nieuw te bouwen station. Want wat is er nou vijftien jaar geleden beloofd aan de bewoners? Dat Belcrum dichter bij de stad zou komen en dat de Willemstraat helemaal doorgetrokken zou worden, een grote open laan, en een open ruimte zou blijven naar Belcrum. En in de commissie heb ik het een beetje overdreven, de muur van Berlijn genoemd. Maar dat is gewoon wel waarom de mensen zo zuur zijn en elke keer geen glimlach meer kunnen opbrengen, hoe mooi de kwaliteit van het gebouw ook wordt. Wij hebben het dus met dit dossier heel erg moeilijk. Maar omdat ik toch niet altijd mijn eigen zin wil doordrijven, gaan we er mee akkoord. DE VOORZITTER: Ik dank u zeer. Maar ik stel wel vast dat uw fractie stevig op de schoenen staat. Dan geef ik het woord aan de wethouder. WETHOUDER WILLEMS: Voorzitter, collega Oomen vraagt of ik ook zijn beantwoording voor mijn rekening wil nemen. Die bestaat waarschijnlijk maar uit een zin: Dank u voor het compliment voor de kwaliteit van de buitenruimte. Dat hadden we al geoefend van te voren, want dat is in de commissie ook al gebleken. Dan blijven er eigenlijk nog maar twee punten over waar uw raad aandacht voor vraagt. Dat is het gebruik van de tunnel voor fietsers en de communicatie. En dat zijn zaken waar ik als portefeuillehouder van Via Breda natuurlijk bij betrokken ben. Wat de fietsers betreft, heeft iedereen gelijk. De raad heeft wat dat betreft ongelijk door in te stemmen bij het definitieve ontwerp waarin een groot aantal maatregelen is voorgesteld, ten gunste van de fietsers, ook in de tunnel en in de passages. Daar staan zeer behartenswaardige woorden in, in dat definitieve ontwerp, die door u zijn goedgekeurd, onder andere dat de lengte van de trap verdubbeld is waardoor over een grote lengte slechts 2 meter en 70 centimeter hoeft te worden overbrugd. Dat is veel minder steil dus dan eerst was voorzien. De plaats en de uitvoering van de fietsgoten zijn gewijzigd en zullen nader worden uitgewerkt, c.q. aangepast, als uw raad daarmee akkoord gaat en daar bent u mee akkoord gegaan. Daardoor zal rekening worden gehouden ook met rechts- en linkshandigen en de fietsgoten zullen worden verbreed, waardoor passeren makkelijker is. En er zal getracht worden om de kosten binnen het project op te vangen. Zo is het door uw raad besloten destijds en daar zijn we mee verder gegaan. Overigens, heel interessant, de heer Scheltens liet net een tekening zien. Ik heb de tekening bij het DO er ook eens even bij genomen. En daar staat een fiets in de fietsgoot die fietst. Dat is niet iemand die met de fiets aan de hand loopt. Wat dat nou precies betekent? Dat is door de architect destijds getekend bij de stukken die door u zijn vastgesteld. Ik denk dus dat het allemaal niet zo'n vaart zal lopen. Maar ik zal uw wens nog eens goed meenemen. Het enige waar het destijds in de discussie vooral over ging, was: het is niet bedoeld als een doorgaande fietsverbinding van noord naar zuid, maar er moet wel door mensen met de fiets gewoon gebruik van gemaakt kunnen worden, al was het maar om naar de stalling te komen van noord naar zuid, of van zuid naar noord. In die zin moet dat dus geoptimaliseerd worden, niet alleen voor voetgangers maar ook voor fietsers en ik zal daar verder op toezien. DE HEER AKINCI: Voorzitter, een kleine interruptie, als het mag. Als het de wethouder nou lukt om daar een comfortabele fietsvoorziening van te maken en te houden, dan overwegen wij om die weg die naar die fietstunnel toe leidt, naar u te vernoemen, de Willemsstraat. WETHOUDER WILLEMS: Dat komt dan in het verlengde van de huidige Willemstraat, begrijp ik? Dat komt goed uit, dat zal mijn vader deugd doen, want daar was die Willemstraat, die er nu al ligt, toch naar genoemd? DE HEER SZABLEWSKI:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2009 | | pagina 44